Cultuurdebat met minister Bussemaker over verbinding en educatie
· leestijd 2 minuten Cultuur(door Erik-Jan Berends) BINNENSTAD - Club Cele hield woensdag, in samenwerking met de PvdA, een politiek café over de toekomst van cultuur in Overijssel. In Café Foyé ging minister Jet Bussemaker in gesprek met vertegenwoordigers van culturele instellingen uit Overijssel.
Onder leiding van provinciaal PvdA-lijsttrekker Tijs de Bree en de Zwolse fractievoorzitter Eefke Meijerink praatten de minister en de bezoekers over de toekomst van de kunst- en cultuursector in Overijssel. Dat de aanwezigen kunst en cultuur heel belangrijk vinden, was natuurlijk geen verrassing. Ze waren het er wel over eens dat zoveel mogelijk mensen aan culturele activiteiten moeten kunnen deelnemen en dat alles begint bij de jongeren, ?zodat ze weten dat muziek niet iets is dat uit de iPhone komt'. Om hun doelen te bereiken, willen de organisaties zoveel mogelijk de verbinding met het publiek maken. ?Dat blijft de uitdaging?, volgens Bussemaker, die verwees naar haar eerste cultuurnota die de titel ?Cultuur verbindt' draagt. ?Cultuur is bij uitstek geschikt om mensen bij elkaar te brengen. Ik vind het belangrijk om jongeren te interesseren, met name wanneer vergrijzing dreigt. We zien ook nieuwe initiatieven, waaronder kooroptredens in poptheaters. Mocht er weer 25 procent op cultuur worden bezuinigd ? wat niet zal gebeuren onder mijn verantwoordelijkheid ? dan hoop ik dat de hele bevolking gaat opstaan en zegt: cultuur is van ons.?
Punt van discussie was ook de rol van de grote cultuurpodia en het geld dat daartussen wordt ?rondgepompt'. Bussemaker pleitte hier voor samenwerking tussen theaters en gezelschappen, zoals koren die ook hebben bewerkstelligd. ?Het is niet handig dat alle grote gemeenten hun eigen cultuurpaleis willen hebben. Daar kunnen dan alleen grote producties komen, waardoor er minder plek voor talentontwikkeling overblijft. Het is bovendien niet handig dat ze met elkaar de concurrentie aangaan met hetzelfde product.? Dat kunst en cultuur een vaste plek krijgt in het primaire onderwijs, ondersteunde de minister. ?Ik vind wel dat de culturele organisaties de scholen daarbij moeten ontzorgen. Ik vind het vaak nog té aanbod gestuurd.?
De meningen over de rol van de kleinere theaters in de provincie was verdeeld. Volgens directeur Margreet Wieringa van de Zwolse theaters willen mensen best naar de stad reizen om een voorstelling te zien. Harm Mannak, directeur van Het Symfonieorkest stelde dat er in de regio echt een ander publiek komt dat voor de verbinding met de podia erg belangrijk is. ?Mensen uit kleinere steden en dorpen voelen zich niet verbonden met het grote theater, of alleen met de grote producties.? Bussemaker ziet dat veel gemeentes graag een podium willen, maar zet vraagtekens bij de haalbaarheid daarvan. ?Ik ben een voorstander van producties op verschillende locaties. Volgens mijn waarneming liggen daar veel nieuwe mogelijkheden.?
Directeur Ralph Keuning van Museum De Fundatie vindt dat het kunst- en cultuurbeleid gericht moet zijn op het versterken van de regio's. ?De afstemming ontbreekt. Wij kunnen als Hanzesteden een logische verbinding maken tot Arnhem. Daar liggen enorme kansen, maar daarvoor overschrijden we wel diverse gemeentegrenzen en de provinciegrens.? Om jongeren te interesseren voor cultuur vindt hij dat ook de instellingen ?een stevig gebaar' moeten maken. De Fundatie doet dat met een permanente tentoonstelling bij het Deltion College en het aanbieden van stageplaatsen. Nicolas Mansfield van de Nederlandse Reisopera) opperde een adviescommissie in het leven te roepen, bestaande uit twintigers.
Een ander punt was om te voorkomen dat afgestudeerden van de twee Overijsselse kunstacademies de provincie verlaten. ?Talent gaat nou eenmaal op drift?, volgens Keuning. ?We moeten niet proberen ze vast te houden, maar zorgen dat we een thuishaven voor kunst en cultuur zijn.?
