Friese folklore langs de vijver op sportpark De Pelikaan
· leestijd 1 minuut SportZWOLLE - ?Eerste partuur, tweede partuur, Boppeslag! Kwea!? De recreatiestrook op Sportpark De Pelikaan is omgetoverd in een stukje Friese folklore, waar ruim dertig overlevers zich in het zweet werken met een spelletje dat lijkt op tennis zonder racket. Keatsclub Swol viert haar vijftigjarig jubileum met een wedstrijd die de club wat meer bekendheid moet geven. Met als doel leden werven, want daarvan zijn er er momenteel slechts dertien. Het deelnemersveld bestaat uit leden aangevuld met een bevriende groep 55plus-kaatsers uit Friesland en een paar jongelingen. Kaatsen, de voorganger van het moderne tennis, was in de vijftiende en zestiende eeuw een populair spelletje in Europa. In Nederland lieten de rijken zelfs speciale kaatsbanen aanleggen omdat het spel op straat, door het 'gewone volk', voor te veel overlast zorgde. Zo is de oudste kaatsbaan in ons land aangelegd voor de Prins van Oranje. Deze bevond zich van 1500 tot 1650 achter de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag.Anno 2012 wordt het kaatsen in zijn oorspronkelijke vorm alleen nog door grote groepen gespeeld in België en Friesland, met de PC in Franeker (sinds 1853 op het Sjukelan, waar sponsors nog altijd worden geweerd) als jaarlijkse hoogtepunt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat twaalf van de dertien leden van Keatsclub Swol uit de Friese klei komen. Het ene niet-Friese lid, de 49-jarige Ron Oortwijn, kwam na een vakantie in Friesland in aanraking met de sport en is sindsdien verknocht. Hoewel de voertaal op de vereniging Fries is, kan de Zwollenaar met Deventer wortels alles goed volgen en zelf spreekt hij gewoon Nederlands. Oortwijn zegt dus ?achteruit' of ?boven' in plaats van ?boppeslag' en zegt ?kwaad' in plaats van ?kwea'. Een bal is ?kwaad' als die over de zijlijnen gaat en ?achteruit' als de ontvangende partij hem tot over de achterlijn terugslaat.Er is voor Keatsclub Swol eigenlijk niets veranderd sinds de verhuizing naar de recreatiestrook op Sportpark De Pelikaan in 1964. Dirk Wigleman, de enige nog levende oprichter van de club, kwam in 1961 vanuit Friesland naar Zwolle en raakte via De Fryske Krite (een groepje Friezen in Zwolle dat voornamelijk aan toneel deed) in contact met andere kaatsliefhebbers. ?We begonnen in een weiland aan het Reuvekamp, waar we zelf de schapenpoep moesten opruimen. We gingen op zoek naar een sportveld en kwamen hier terecht. Toen speelden we alleen aan de andere kant van de vijver.? Het ledental is in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Bij de oprichting waren er dertien, net als nu. De piek was in 1982, toen de vereniging 29 leden telde. Allemaal Friezen. ?We hebben in de loop der jaren wel leden proberen te werven, maar het zijn de Friezen waar we het van moeten hebben.? Oude strijders van Keatsclub Swol in het perk. Foto: PhotoPress Images/Pedro Sluiter
