Afbeelding

Vrijwilligers Harm Jan en Hilda Westrik leren kinderen over ‘groeiende groente’

· leestijd 2 minuten Partnerbijdrages

(door Erika Schuuring)ZWOLLE - “Als sla van een klein plantje tot een grote krop is uitgegroeid, houden ze die vol trots vast. Dat hebben zij voor elkaar gekregen. Kinderen leren dat groente niet uit de supermarkt komt. Die kun je zelf zien groeien in de tuin.”Aldus Harm Jan Westrik die samen met zijn vrouw Hilda nu tien jaar gedreven vrijwilliger is bij de schooltuin van de Enkschool. De schooltuin ligt in alle rust verscholen achter het gebouw van de Luchtbode en naast de volkstuinen aan de Ruusbroecstraat. Daar zijn Harm Jan en Hilda vier dagen per week in touw om de lessen voor te bereiden en de tuin te onderhouden. De vrijwilligers werkten eerst in de jeugdtuinen en kwamen zo veel te weten over het kweken van groenten en bloemen. Ze werden gevraagd voor de schooltuin en hebben de afgelopen jaren op het stuk grond vijftig tuintjes gecreëerd.StructuurOm half negen arriveren ze en zetten koffie in hun keet. Onder het afdakje buiten maken ze een start met hun lessen. Die bereiden ze goed voor omdat, zoals zij aangeven, deze kinderen veel structuur nodig hebben. Kinderen vanaf acht jaar komen elke week een uur naar de schooltuin. De meesten die naar de les komen, zijn slechthorend en/of autistisch. De vrijwilligers maken speciale lessen waarbij ze het tuinwerk stap voor stap uitleggen. In de tuintjes maken ze van tevoren een gleuf in de aarde zodat ieder kind weet waar ze het groentezaad kunnen strooien. Dan zetten ze de harken en de schoffels klaar en kan de les beginnen.VoorbeeldtuinHet seizoen begint met een creatieve les in bloemschikken voor alle kinderen in de zaal van de Luchtbode. Dan is er muziek en limonade. Ieder kind heeft twee jaar een tuintje met gevarieerde groente zoals tuinkers, radijs, wat bieten, aardappels, sla en uien. Vooraan een naambordje en fleurige bloemen. Achteraan een bonenstok. Hilda neemt ze eerst mee naar de voorbeeldtuin. Daarna krijgen de kinderen uitleg bij het schoolbord. De les bestaat uit drie onderdelen voor die dag. Ze gaan bietjes en uien planten en daarna onkruid wieden. Bij Harm Jan halen ze de zaadjes op. De kinderen mogen na de les altijd wat van hun eigen groenten mee naar huis nemen. Aan het eind van het seizoen wordt een diploma uitgereikt.Lastig“Onkruid trekken vinden ze niet zo leuk, maar er is geen kind die het niet wil doen”, voegt Hilda toe. “Dan zijn ze zo geconcentreerd en muisstil. Het is heel lastig voor hen om tussen de groenten het onkruid weg te halen en de worteltjes te laten staan. De een trekt een beetje onkruid weg en kijkt dan nadenkend in het rond. Die moet je het tien keer uitleggen. De ander doet het in een kwartier.” Hilda en Harm Jan genieten iedere keer weer van het enthousiasme van de kinderen. Dat motiveert hen. Kippenvel“Sommige kinderen komen jaren later terug naar de tuin en dan hoor je dat ze thuis ook een eigen groentetuin hebben. Ze zien hun eigen groente elke week groeien, totdat ze het uit de grond mogen halen. Het oogsten is dan het hoogtepunt. ‘Kijk eens hoe groot mijn radijs is?’, roepen ze dan naar elkaar als ze de groenten uit de grond halen”, duidt Harm Jan met vrolijke handgebaren. “Ze zijn zo blij met wat ze bereikt hebben. En trots dat ze in hun eigen tuin die aardappel hebben laten groeien. Dan staat het kippenvel je soms op de rug,’’zegt Hilda met een lach. Harm Jan en Hilda koesteren de schooltuin. Foto: Erika Schuuring