Verzet tegen extra geul bij IJssel

· leestijd 1 minuut Partnerbijdrages

DEN HAAG - De aanleg van een extra geul in de Scheller en Oldeneler Buitenwaarden langs de IJssel is onnodig en een aantasting van zwaar beschermde natuur. Dat stelde de eigenaar van een zandwinplas in het gebied dinsdag bij de Raad van State. Zijn advocaat eiste daar vernietiging van het bestemmingsplan en de vereiste vergunningen voor het project.

Dat project waarbij de gemeente Zwolle, de provincie, het waterschap Groot Salland en enkele ministeries zijn betrokken, moet ervoor zorgen dat bij hoog water de rivier meer en sneller water kan afvoeren. Zo wordt volgens berekening een lagere waterstand gerealiseerd die Zwolle moet beschermen tegen overstromingen.

De bestaande zandwinplas moet daarvoor worden dichtgestort met baggerspecie die onder meer afkomstig is van de rivierwerkzaamheden bij Westenholte. Volgens de advocate van de betrokken overheden moet de plas wel met specie worden volgestort, omdat er anders ongewenste effecten ontstaan bij de afvoer van water via de nieuwe geul. Het water zou daar dan blijven `hangen´ en de dijk instabiel maken.

De natuur in het gebied wordt volgens de advocate weliswaar verstoord, maar die gaat niet verloren. Voor de in het gebied voorkomende ijsvogel en andere zwaar beschermde dieren wordt nieuwe natuur aangelegd. Op die manier ontstaat er geen strijd met diverse natuurbeschermingsregels.

Maar de eigenaar van de zandwinplas zegt dat verderop richting Kampen ook ruimte voor de rivier wordt gerealiseerd door verlaging van het zomerbed. Het onteigenen van de plas en het dichtstorten daarvan is dus overbodig. Daarnaast zou ook specie worden aangevoerd waarmee geld wordt verdiend. Daardoor is er sprake van een verboden economisch project in een Europees beschermd natuurgebied. Volgens zijn tegenpleitster zijn echter beide maatregelen voor verbetering van de capaciteit van de rivier nodig.

Ook een echtpaar uit de buurt maakte bezwaar tegen de aanleg van de geul. Naast twijfel over de noodzaak van de aanleg wijst het echtpaar op aantasting van het rivierlandschap en het zicht op Hattem, dat verstoord zal raken.

Hun bezwaren worden ook afgewezen door de advocate van de overheden. De natuur wordt namelijk versterkt en aan het zicht op Hattem verandert niets, aldus de advocate. Ze pleitte overigens voor het buiten behandeling laten van hun bezwaren. Het echtpaar zou te ver weg wonen en ook geen specifiek belang hebben in het gebied. Bovendien zou voor dit project de Crisis- en Herstelwet gelden en die beperkt sowieso de rechten van bezwaarmakers.

De Raad doet binnen twee maanden uitspraak.