Bijen gedijen goed bij wijkboederij Klooienberg in Holtenbroek

(door Erik-Jan Berends)HOLTENBROEK – Waar het landelijk slecht gaat met de bijenstand, hoor je imker Jeroen de Boer van wijkboerderij de Klooienberg niet klagen. Maandag heeft hij met belangstellenden zo’n 40 kilo lindehoning geslingerd.Het is ongeveer de helft van het gewicht dat twee bijenvolken in 23 dagen bijeen hebben gebracht. De overige kilo’s blijven achter, zodat de bijen goed de winter door komen. “De honing is heel zuiver”, vertelt De Boer met gepaste trots. “Ik denk dat die wel voor zo’n 80 à 90 procent afkomstig is van de linde. De omgeving is dan ook ideaal; Holtenbroek heeft toevallig heel veel lindes.” De imker is al een jaar of vijf actief bij de Klooienberg. Hij zegt dat hij er gastvrij is onthaald. “Zowel door de mensen van de wijkboerderij als de stadstuinders. Ik vind de combinatie wijkboerderij – imker overigens ook een gouden verbond. We willen beide het publiek van alles laten zien.”StadstuindersDe stadstuinders zijn bezig met het bouwen van een nieuwe bijenstal. De Boer hoopt dat die begin volgend jaar klaar is. “Zou mooi zijn”, zegt hij nuchter. “Anders moet ik het gewoon nog even wat langer met de huidige stellen. Die is wat te klein, te donker en te afgelegen. De stadstuinders gaan een ruime en overzichtelijke stal bouwen.” Hij laat de tuinders ook meedelen in het succes van zijn bijenvolken. “Zwolle is als groenstad met grote tuinen en parken een goede omgeving voor bijen. Bijen en mensen hebben hetzelfde belang. Waar mensen zijn, zijn immers bloemen en bijen hebben bloemen nodig. De bijdrage van de stadstuinders is dat zij veel wilde bloemen hebben gezaaid.”VirussenDe terugloop van de bijenstand in bepaalde gebieden is volgens de imker te wijten aan het feit dat er te weinig continu dracht van bloemen is. “De bijenvolken groeien een paar weken en dan krimpen ze weer een paar weken. Dat is niet goed.” Dit wisselende voedselaanbod noemt De Boer als eerste van vier redenen, waardoor het landelijk minder gaat met de bij. “Er komen bovendien nieuwe virussen, doordat imkers bijen uit andere continenten halen om de productiviteit te verhogen. Een derde reden is dat de varroa-mijt schade toebrengt. Die verspreidt virussen, waardoor bijenvolken verzwakken. Gelukkig is de mijt wel te bestrijden. Tenslotte doet het gebruik van bestrijdingsmiddelen de bij geen goed.”WeegschalenMaar het probleem speelt niet zo in Overijssel, volgens De Boer, die de ontwikkeling van zijn volken nauwgezet volgt. Hij heeft nu drie volken en tevens drie rassen. Hij gaat eraan werken om één ras te houden bestaande uit vijf volken. De bijenkasten staan dit jaar voor het eerst op weegschalen, waardoor hij de gewichtstoename goed in de gaten kan houden. “Het gaat me vooral om gezonde volken te kweken, niet zozeer om de honing. Ik wil proberen te ontdekken wie de bij is en daarbij aansluiten. Ik werk zo natuurlijk mogelijk, zonder gebruik van kunstraat of suiker.” KennisDe interesse voor de bij gaat voor De Boer terug tot in zijn jeugd. “Ik wist niet dat je in Nederland honing kon krijgen, zonder suiker bij te voeren. Het leuke van bijen is dat er zoveel over bekend is. Er zijn maar liefst 350 soorten en er zijn veel mensen die zich ervoor interesseren. Je kan dus veel kennis uitwisselen. Zo kan je met elkaar discussiëren hoe je beter met bijen kan omgaan, waardoor de stand weer verbetert.” Hij wil zijn kennis ook graag delen door enkele imkers bij wijkboerderij de Klooienberg ervaring te laten opdoen. “Ze mogen een jaartje meedraaien om te ervaren of het bijenhouden wat voor ze is. Vervolgens kunnen ze kijken of ze een eigen plek kunnen vinden.”Imker Jeroen de Boer kan volle raten presenteren. Foto: Erik-Jan Berends