Organisatie Stadsfestival stelt breed programma vast voor bezoekers

(door Erik-Jan Berends)BINNENSTAD - “We gaan weer ons stinkende best doen.” Organisator Niek van der Sprong hoopt met het tweede Stadsfestival, van 4 tot en met 8 september, het zelfde niveau te halen als vorig jaar. “Qua voorstellingen twijfel ik daar niet aan.”Met de geslaagde eerste editie in het achterhoofd ziet Van der Sprong het komende festival, dat zich samen met het Thorbeckegrachtfestival en het Beeldbuis Filmfestival rond de Zwolse grachten afspeelt, met veel vertrouwen tegemoet. “Ik vond het vorig jaar vooral mooi dat de formule erg goed aansloeg. Toen konden bezoekers voor het eerst de voorstellingen bezoeken met boten. Het is vooral de ongedwongen sfeer die het festival mede tot een succes maakt; voor velen is het varen al onthaasten.” Waar de organisator zich tegen verzet, is dat er in Zwolle niets mogelijk is. “We hebben op veel mensen een beroep moeten doen, maar kregen alle medewerking.”Terugkijkend op de eerste editie vond de organisator het Rodetorenplein, het festivalhart, wat te rustig. “We hebben nu een festivalhart gemaakt met een stuk of zes casita’s, Cubaanse houten huisjes. Er zijn kleine voorstellingen van een minuut of tien te zien. De artiesten moeten zelf hun bezoekers zien te krijgen. Die kunnen daar aan de deur kaartjes kopen. Mooi ook als tussendoortje als ze nog op een andere voorstelling moeten wachten”, adviseert Van der Sprong. Verder komt er dit jaar op het Rodetorenplein een boulevard van zo’n twintig puesta’s, ‘een soort boekenstalletjes, zoals je ze in Parijs ziet’, waar kunstenaars en andere creatievelingen hun waren aanbieden. Het Rodetorenplein is bovendien iedere avond het toneel van gratis voorstellingen, met als klapstuk een optreden van de echte Cubaanse band Septeto Santiaguero op zondag. Van der Sprong: “Ik vind het mooi dat alles nu iets meer is geconcentreerd is. De voorstelling Romeo & Julia van het Kameroperahuis is bijvoorbeeld bij de oude villa aan de Pannekoekendijk. Ik ben trots dat we daarvoor van de eigenaar toestemming hebben gekregen. Verder speelt gezelschap Volt ‘Familie Visser’ op een ponton, ook zichtbaar vanaf het plein. Maar er zijn ook weer veel voorstellingen op unieke locaties als verscholen achtertuinen bij onbereikbare steigers.” Mooi vindt Van der Sprong tevens de grote Zwolse inbreng op het festival. “Het is daarnaast een beetje gevaarlijk. Je wilt ook vooral input van buitenaf, maar dat is er ook genoeg.”Het Stadsfestival telt dit jaar met vijf dagen er twee minder dan vorig jaar. “Die dagen heb je ook wel nodig”, benadrukt de organisator. “Als je zo’n groot aanbod in het weekend propt, kunnen bezoekers nooit alles zien.” De populariteit van het festival moet nog groeien, vindt hij. Geen eenvoudige klus in een periode waarin minder sponsorgelden binnenkomen en mensen minder besteden. “De groepen krijgen minder gage, maar kunnen dat gelijk trekken door zelf te bewerkstelligen dat ze meer kaarten verkopen. Daarvan krijgen ze een deel. Verder proberen we de kosten laag te houden.” De provinciale subsidie liep de organisatie vorig jaar met 35.000 bezoekers mis. De organisatie had minimaal 50.000 bezoekers moeten halen om voor de subsidie in aanmerking te komen. “Dat is heel moeilijk met een festival als dit. We weten heus wel hoe we 50.000 bezoekers kunnen halen. Daarvoor hoeven we alleen maar te verwijzen naar het Bevrijdingsfestival Overijssel (dat Van der Sprong ook jaarlijks organiseert, red.). Alleen Oerol haalt dergelijke aantallen en daar hebben ze dertig jaar over gedaan.”Kijk voor meer informatie op: www.stadsfestival.nl.Er wordt bij Niek van der Sprong nog volop gewerkt aan de coulissen van het Stadsfestival. Foto: Erik-Jan Berends