Oliemolen de Passiebloem gaat walnoten malen

· leestijd 1 minuut Partnerbijdrages

ZWOLLE - Waar normaal gesproken het vlas tussen de molenstelen wordt vermalen voor de productie van lijnolie, gaan de vrijwillige molenaars van oliemolen de Passiebloem in december over op walnoten. "Het is eens wat anders en een feest om naar te kijken", zeggen Ben van der Rijst en Rob van der Leeuw glunderend. Belangstellenden kunnen vanaf de eerste woensdag in december op woensdagen van 13.00 tot 16.00 uur en op zaterdagen van 10.00 tot 16.00 uur komen kijken.

In de afgelopen maanden hebben diverse mensen op de oproep gereageerd om walnoten in te leveren. De olie die er uit wordt geperst, is geschikt voor consumptie en wordt veelal gebruikt voor dressings, weet Van der Leeuw. "Je moet nogal wat noten hebben voor wat olie", benadrukt hij. "Uit tien kilo noten krijg je ongeveer een liter olie. Nee, mensen krijgen het meteen na het malen niet mee; het moet eerst nog worden gefilterd." Het plezier van het maken van walnotenolie zit voor de molenaars vooral in het proces. Ideaal is als de walnoten voor het proces worden ontdaan van de harde bast. Een erg intensief werkje. "Ja, daar ben je gauw klaar mee. Dat doen we dus niet", zegt Van der Rijst lachend. "De walnoten gaan zo op de stenen. Een machtig mooi gezicht. Eerst springen ze nog weg, totdat de stenen er een aantal te pakken krijgt. Dan volgt de rest ook. Het restproduct is onbruikbaar."

Intensief
Voordat het zover is, moeten eerst de stenen worden gereinigd. De gebruikelijke productie van lijnolie verhoudt zich namelijk niet met die van walnotenolie. "Lijnolie wordt vooral gebruikt in de verfindustrie en voor het impregneren van hout. Het smaakt in ieder geval echt niet lekker", realiseert Van der Leeuw zich. "Die smaak willen we daarom natuurlijk zo min mogelijk in de walnotenolie hebben. Bovendien bevordert het de houdbaarheid niet." De molenaars willen  met hun 'walnotenactie' proberen weer een andere groep mensen naar de molen te trekken. Van der Leeuw: "Dit apparaat (de molen, red.) is van ons allemaal; wij willen graag laten zien wat wij ermee doen. Oliemolens kennen een arbeidsintensief proces. Waar je het bij een graan- of poldermolen het wel in je eentje af kan, heb je bij een oliemolen minstens drie man op de vloer nodig om het werk te kunnen doen."

Fabriek
Er zijn momenteel nog acht oliemolens in Nederland. De Passiebloem was een van de vijf op rij die in de tweede helft van de 18e eeuw op het 'industrieterrein' bij Zwolle stonden. "Het was in feite een fabriek", legt Van der Rijst uit. "De molen werd gexploiteerd om er geld mee te verdienen. De eigenaar huurde een molenaar in. Het restproduct was veekoek dat werd verkocht. Alles wat er aan olie werd gewonnen, was winst." Momenteel houden negen vrijwillige, gediplomeerde molenaars De Passiebloem in bedrijf.