Expo in Statenzaal voelt als ‘bekroning’ voor popfotografen Bullet-Ray en Damman
· leestijd 2 minuten Algemeen(door Bas Wilberink)
BINNENSTAD - Zelf zouden popfotografen Ferdy Damman en Raymond van Olphen niet hebben aangestuurd op een uitgebreide foto-expositie van hun werk in de Statenzaal. “Bescheidenheid siert de mens”, aldus Damman. Maar toen Hedon het idee opperde, konden ze geen nee zeggen. “We hebben ons wel afgevraagd of we hier al aan toe zijn. Hebben we genoeg kilometers gemaakt als fotograaf? Het is een mooie bekroning.”
Vrijdag werd de tentoonstelling, bestaande uit honderd (grotendeels) live-foto’s, geopend. ‘3 Songs No Flash’ luidt de titel. Het bevat een selectie uit de vele concerten die de twee Zwollenaren vastlegden in hun tienjarige loopbaan als professioneel fotograaf. Te zien zijn onder andere foto’s van Madonna, Iggy Pop, The Rolling Stones en Typhoon. “Het was echt kill your darlings”, vertelt Van Olphen, ook bekend als Bullet-Ray. “We hebben er een paar avonden voor gezeten. Het was soms balen als we ons bedachten: ‘shit, die foto heb ik ook nog’.”
Statig pand
Daarnaast was de vraag hoe een foto-expo in een ‘een statig pand’ als de Statenzaal er uit zou moeten zien. “In ieder geval niet te kleine foto’s”, zegt Damman, werkzaam onder andere voor ANP en huisfotograaf van de Heineken Music Hall en de Ziggodome in Amsterdam. “Zo zijn er foto’s te zien van drie meter lang, maar ook wel van 30 bij 45. Verder wilden we natuurlijk niet exact dezelfde foto’s tonen, hoewel er een overlap in zit. We zijn toch vaak op dezelfde plekken om dezelfde bands te fotograferen.”
Titel ‘3 Songs No Flash’ is de kreet die de twee vaak horen wanneer zij grote artiesten en bands live voor hun camera krijgen. Tijdens de eerste drie nummers van het optreden moet het allemaal gebeuren, dan is het wegwezen. “Dat is een uitdaging ja”, aldus Bullet-Ray, die onder andere werkt voor 3FM en muziektijdschriften. “Het liefst zou je de laatste drie nummers pakken, omdat een band dan vaak echt op stoom is.”
Damman vult aan: “Het is in die drie nummers wel te doen. Maar het wordt ons wel steeds moeilijker gemaakt. Bij shows van Rihanna bijvoorbeeld gaat het zelfs zo ver dat fotografen niet meer aanwezig mogen zijn. Beyoncé neemt haar eigen fotograaf mee. Het management beslist dan welke foto’s naar buiten mogen. Daar komt bij dat je op festivals vaak met dertig fotografen in het vak staat gepropt. Dan moet je wel onderscheidend kunnen fotograferen.”
Rolling Stones
Meest trots is Van Olphen op de foto die hij in 2014 maakte van The Rolling Stones op Pinkpop. “Ik ben onwijs fan”, legt hij uit. “Dit zal ik nooit meer meemaken. Er mochten tien fotografen bij zijn. Negen stonden met de telelens tegen het podium aan, voor close-ups. Ik stond als enige op zes meter afstand, omdat ik de hele band er op wilde. Het gaat mij om het verhaal er om heen.”
Damman kijkt met genoegen terug op de serie die hij eind vorig jaar maakte van Typhoon in de HMH, met onder andere een foto van de rapper die letterlijk door het publiek wordt gedragen. Op de vraag wat de twee van elkaar onderscheidt, moeten ze even nadenken. “Ray heeft toch een wat rauwere stijl”, vindt Damman. “Ik maak veel foto’s voor het ANP, die door verschillende media te gebruiken moeten zijn. Dan is de manier van fotograferen ook anders.”
Bullet: “Mijn foto’s zijn meer suggestief, het gaat mij om het gevoel dat het uitstraalt. Maar de grootste valkuil is eigenlijk om onze foto’s met elkaar te vergelijken. Ieder heeft zijn eigen manier, we zijn geen concurrenten.”
De expositie, die elke donderdag tot en met zaterdag geopend is tussen 12.30 en 17.00 uur, is te bezoeken tot en met 25 september. Toegang is gratis.
