Veroorzaker treinongeluk Dalfsen 'dacht dat het veilig was'

ZWOLLE (JPZ) – “Ik was er van overtuigd dat het veilig was”, zei de chauffeur van de hoogwerker die op 23 februari 2016 bij Dalfsen een trein deed ontsporen. Tegen de 23-jarige Zwollenaar is dinsdag 240 uur taakstraf en een voorwaardelijke rijontzegging van een jaar geëist.

Dat bleek uit de strafzaak in de Zwolse rechtbank. Job B. stak op 22 februari rond half tien in de ochtend de spoorweg Ommen-Dalfsen over. De hoogwerker was kort ervoor op Het Lageveld afgeleverd. De dieplader kon het spoor niet passeren, dus reed B. de hoogwerker op eigen kracht naar de andere zijde. Daar werkte hij de hele dag aan het vellen van een boom. Voor de oversteek had hij met een collega koffie gedronken bij een boerderij aan het spoor. Ze zagen twee keer een trein passeren en rekenden uit dat ze voor de oversteek een kwartier de tijd hadden. De boer bevestigde dat er vier treinen in het uur reden. Maar toen B. de volgende dag de terugweg aanvaardde, stak hij in de spits over. “Had hij de dienstregeling geraadpleegd, dan had hij geweten dat voor negen uur er niet vier maar acht treinen per uur passeren'', zei de officier van justitie. De hoogwerker kan niet sneller dan op een slakkengangetje rijden. B. was in het bedieningsbakje het spoor al gepasseerd toen hij in de verte tot zijn schrik een trein zag aankomen. Hij zwaaide en schreeuwde maar voor de machinist was het al te laat. B. wist net op tijd uit het bakje te springen. Treinstel 520 – de 'Ilse de Lange' van Arriva - knalde met 131 kilometer per uur tegen de zware hoogwerker en ontspoorde. Twee passagiers raakten gewond en moesten naar het ziekenhuis vervoerd worden. Voor de machinist uit Kampen was het al te laat: hij overleed door de botsing.

In de volle rechtszaal herhaalde B. hoe overtuigd hij en zijn collega waren dat er ruim voldoende tijd was voor de oversteek. Aan het raadplegen van de vertrektijden dacht hij weinig te hebben. “De overweg is niet bij het station.” Hij zei dat de hoogwerker klaar stond toen de voorlaatste trein passeerde. Uit beelden uit die trein blijkt dat niet het geval. Zo moest de arm van de hoogwerker nog gedraaid worden. Dat kostte al ruim 2 minuten. In plaats van het kwartier dat B. dacht te hebben, bleek dat in werkelijkheid 5 minuten en tien seconden te zijn. Daarvan was nog maar iets meer dan een halve minuut over toen hij de oversteek begon. De hoogwerker had echter 76 seconden nodig om die weg af te leggen. De officier van justitie vond dat de chauffeur aanmerkelijk onvoorzichtig in het verkeer is geweest. Hij had meer informatie moeten inwinnen.

Volgens advocaat Vincent Wolting had B. helemaal niet veel meer kunnen doen. Als hij ProRail gebeld had, dan had de woordvoerder slechts algemene informatie kunnen verstrekken. Dus niet op welk tijdstip op de bewuste overweg een trein zou passeren. En spelregels over het passeren van overwegen met dergelijke hoogwerkers zijn er pas na het ongeval gekomen.

Vonnis op 26 september.