De kampioensploeg van 1984.
De kampioensploeg van 1984. Pedro Sluiter

Zwolsche Boys: een eeuw lang pieken en dalen

· leestijd 2 minuten Sport

(door Harry Bouwhuis)
ZWOLLE - Op 1 mei 1918 werd Zwolsche Boys opgericht. Na ZAC en PEC kreeg Zwolle daarmee zijn derde voetbalclub. Dit jaar viert de volksclub haar eeuwfeest. Vrijdagavond werd er afgetrapt met een druk bezochte reünie.

Vooral de mooi verzorgde ‘Wall of Fame’ was een succes. Jong en oud doken even in het roemruchte verleden van de van oudsher arbeidersclub. Ook levende beelden ontbraken niet. Zo was er een samenvatting van Studio Sport te zien van de beslissingswedstijd in de hoofdklasse in Hoogeveen tussen FC Emmen en Zwolsche Boys. Daarin pakten de Zwollenaren in 1984 na 2-1 winst de titel.

“Een heel bijzondere en hechte selectie”, herinnert toenmalig centrale verdediger Bert Hendriks zich. ”Kijk eens hoeveel spelers uit dat team hier vanavond zijn. Ben Hendriks was trainer, maar hij borduurde vooral toch voort op wat zijn voorganger Rein van Veen in werking had gezet. Want Rein heeft ook als trainer ontzettend veel voor deze club betekend. Dat kampioensteam was zo uitgebalanceerd. Verdedigers zonder opsmuk, creatieve mensen als Rijk van Ark, Klaas Sonnemans, en Puck van der Horst en voorin onder meer Freddy Prins en Johan Neuteboom. In de strijd om de landstitel speelden we jammer genoeg geen rol.” Erelid Eef Vredeveld zag het allemaal van dichtbij gebeuren. ”Ik was leider van dat elftal. Daar zat alles in. Ik heb bij deze club al ruim zestig jaar zoveel mooie herinneringen liggen, dat neemt niemand mij weer af.”

Kampioenschap 1984

Die titel in 1984 was één van de hoogtepunten. De club kende vooral ook in de naoorlogse jaren een bloeiperiode op het hoogste niveau. Maar vijftien seizoenen meedoen in de kantlijn van het betaalde voetbal leverden de Boys weinig tastbaars op. In de periode 1954-1969 was de kelder van de tweede divisie doorgaans de vaste pleisterplaats. Meestal in goed gezelschap van rivaal PEC, een schrale troost.

Zoals het seizoen 1964-1965, het jaar ervoor was er nog een knappe zevende plek behaald. Het eindigde onderaan met slechts dertien punten. Tijdens de reünie blikken spelers Gait Rigter, Folly van Dam, Gerard Schuurman, Herman La Faille en Hans Jansen nog even terug op een cruciale 2-3 zege bij het ongenaakbare Cambuur. Rechterspits Jansen dist zelfs nog het originele programma met de opstellingen uit zijn broekzak. De mannen van toen gniffelen nog steeds bij de herinnering. “Bij Cambuur stond de legendarische Frans de Munck in de goal. Maar hij moest wel drie keer vissen na twee goals van Henny Hendriksen en de Duitser Hannes Pfeiffer. Het was een complete sensatie.”

De 'Strauss van Sarajevo'

Ook daarna acteerden de Boys in de marge van het profvoetbal. Tot het laatste seizoen 1968-1969. De groenwitten eindigden zowaar als vijfde. “Met de Joegoslaven Andreja Randsic en de getructe Wojo Gardasevic, maar ook Sietze Veen stond er een prima elftal”, weet Freek Schutten. “En we kregen enorm veel publiciteit door de komst van de Joegoslavische international Ivica Osim.” Het verhaal is genoegzaam bekend. De technicus met de bijnamen ‘de Strauss van Sarajevo’ en ‘Mister Millimeter’ kwam van FK Željeznicar naar Zwolle om zich bij de bescheiden semiprofclub Zwolse club in de Europese kijker te spelen. Maar door een kapotte meniscus kwam Osim slechts twee duels in actie. “Tegen Heerenveen uit zette hij me met twee wereldpasses vrij voor de keeper, scoren was een koud kunstje”, lacht Schutten. ”Maar hij was nooit fit en vertrok al weer snel.” De opmerkelijke opleving in het laatste profjaar kwam te laat voor de platzakke club. In 1969 was er de terugtreding naar de vierde klasse van de amateurs.

Decennia van pieken en dalen volgden met de titels in de eerste klasse in 1979 en in 1984 in de hoofdklasse als echte krenten in de pap. Vooral de laatste jaren had de club het moeilijk en dreigde zelfs even om te vallen. Onder leiding van Jan Verheijen lijkt de huidige derdeklasser nu weer op de weg terug. Aanvoerder Roy Supér is daar best blij mee. “Ik heb bij diverse clubs gespeeld, maar hier voel ik me echt thuis. Er is een groot ‘wij’ gevoel en gezelligheid is troef, maar we zijn ook prestatiegericht. Door het gebrek aan jeugd is de club wel kwetsbaar. Men is zich daar ook van bewust. Daar moet de focus liggen voor de toekomst.”

 Voor de Wall of Fame in de kantine