Zwollenaar uit gevoel voor de Peperbus in filmpje
· leestijd 1 minuut Algemeen
ZWOLLE – Zwollenaar Johan Reitsma, al jaren wonend op luttele meters afstand van de Peperbuskerk aan de Ossenmarkt, was zo onder de indruk van de schoonheid van het imposante gebouw dat hij recent in een korte videofilm zijn oprechte bewondering, waardering en gevoel voor de basiliek tot uitdrukking bracht.
Muzikaal is het filmpje ondersteund door mezzosopraan Renske van Gelder, studente aan het Conservatorium in Zwolle. De videofilm is te zien op https://vimeo.com/278906198 .
Voor Zwollenaren is de Peperbustoren een begrip en een mooi herkenningspunt van de stad. Minder bekend bij velen is de historische kerk die daaraan verbonden is en feitelijk ouder dan de toren. Immers, in 1399 werd de bouw van het eerste deel van die kerk (oorspronkelijk bedoeld als kapel van de Grote Kerk) afgerond en gaandeweg in de loop van de 15e eeuw afgebouwd. Zo rond de periode 1460-1480 werd de toren er tegenaan ‘geplakt’ en na verschillende koepels te hebben gehad, werd in 1828 de huidige achtkantige lantaarn geplaatst. Sindsdien heet de toren in de volksmond vanwege haar vorm: De Peperbus.
De kerk, officieel genoemd de Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming basiliek, is in binnen- en buitenland vooral bekend om de aanwezigheid van de reliekschrijn van Thomas a Kempis. In 2017 bezochten maar liefst 37.500 bezoekers uit binnen- en buitenland het monument en waren vaak verbaasd over het fascinerende en indrukwekkende interieur van de in 1999 tot basiliek verheven kerk. Die overigens nog steeds volop in gebruik is bij de katholieke kerk. De Zwolse basiliek is doordeweeks elke dag open, maandag van 13.30 tot 16.30 uur, dinsdag tot en met zaterdag van 11.00 tot 16.30 uur. De toegang is gratis.
Momenteel heeft het bestuur van de O.L.V. basiliek een werkgroep ingesteld die alle kerkschatten van de basiliek opnieuw in kaart brengt. Niet dat deze allemaal materieel van grote waarde zijn, maar wel cultureel/historisch voor de Zwolse katholieke geschiedenis van eminent belang. Het project wordt binnenkort afgerond en is ondersteund door de Rijksuniversiteit van Groningen (research traineeship studente master Religion en Culture) .
