Afbeelding
Rick Meinen

Gedeputeerde Eddy van Hijum: ‘De regio Zwolle moet meer op zijn strepen gaan staan’

· leestijd 4 minuten Algemeen

(door Erik-Jan Berends)

ZWOLLE – De provinciale verkiezingen van 20 maart lijken vooral te gaan over het kabinet en de samenstelling van de Eerste Kamer. “Maar niets is minder waar”, benadrukt Overijssels gedeputeerde Eddy van Hijum, tevens lijsttrekker van het CDA. “Het gaat over de toekomst van onze provincie.”

“Het is een beetje van alle tijden dat er veel wordt gekeken naar de landelijke politiek. Maar de verkiezingen lijken nu een beetje gekaapt voor de samenstelling van de Eerste Kamer”, vervolgt Van Hijum. “Voor een aantal zaken zijn gemeenten te klein en is het rijk te groot. Dan praat je over ruimtelijke ontwikkelingen, openbaar vervoer, wegen, cultuur, natuur en economie. Als er geen provinciebestuur zou bestaan, waren er geen stads- en streekbussen, werd de regionale infrastructuur niet onderhouden, was er geen link tussen onderwijs en bedrijfsleven en ging er minder geld naar cultuur en evenementen. Ook zou dan de regionale visie ontbreken over waar er plek is voor woningbouw en waar voor bedrijven. Van Hijum: “De provincie heeft daarin echt een regiefunctie, zo ook in natuurontwikkelingen en de energietransitie. Dus er is alle reden om te gaan stemmen.” De gedeputeerde erkent dat de provincie bij veel inwoners niet direct op het netvlies staat. “Onder meer via Jij en Overijssel proberen we goed te communiceren en het college legt veel bezoeken af. Met name bij bedrijven en het onderwijs proberen we verbindingen te maken. Zo hopen we toch veel inwoners te bereiken.”

Concrete voorbeelden van projecten waarbij het provinciebestuur is betrokken, zijn er genoeg. Zo is de N35 tussen Zwolle en Wijthmen met provinciaal geld verbreed. De provincie exploiteert verder de treinen op de trajecten van Zwolle naar Hardenberg, Enschede en Kampen. “We werken samen aan een werkend openbaar-vervoersysteem”, aldus Van Hijum, die als portefeuillehouder Economie ook kijkt waar bedrijfsmatig de kracht van de regio zit. “Denk daarbij aan het tapijtcluster Genemuiden-Hasselt, maar ook aan het Polymer Science Park of bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle. Die faciliteren we als Provincie graag. Het zijn de buitenboordmotoren van onze economie.” De gedeputeerde constateert echter ook dat bedrijven steeds moeilijker aan vakmensen kunnen komen. “Dat is voor ons aanleiding een scholingsfonds in te stellen. Voor deze Human Capital-agenda van de regio Zwolle hebben we 6,7 miljoen euro gereserveerd. De regio Twente heeft daarvoor al een bijdrage gekregen van het rijk; de regio Zwolle nog niet. Onze opzet is een omscholingslijn om vacatures beter te kunnen vervullen. In Twente kunnen mensen daarvoor vouchers aanvragen. Het gaat dan vaak om herintreders en mensen die zich in hun sterk veranderde werk niet meer op hun plek voelen. Vandaar een regionaal stimuleringsfonds.”

De regio Zwolle moet volgens Van Hijum echter wel meer op zijn strepen gaan staan, onder meer om ook rijksgeld te krijgen voor de Human Capital-agenda. “De regio Zwolle heeft zich in mijn ogen economisch en qua zelfbewustzijn enorm ontwikkeld. Dat moet ze wel vasthouden. De regio scoort goed in lijstjes, maar mag nog wel meer strijden. Vooral in Den Haag moet de regio durven claimen. Met een goede infrastructuur, cultuur, scholing en evenementen willen we een levendige regio zijn. In de Rijks basisinfrastructuur, waarbij het rijk subsidie toekent aan kunst en cultuur, zit echter niet één Overijsselse instelling. Dat moet echt anders. Ook voor cultuur moet de regio durven claimen. Ook in Den Haag moet daarvoor de knop om. Het overgrote deel van het geld gaat namelijk nu nog naar de grote steden.”

Om dat te bereiken, moet Overijssel volgens de gedeputeerde een goede lobby organiseren bij Tweede Kamer en kabinet. “In 2020 komt er een nieuwe systematiek voor de toekenning van gelden. De regio moet ervoor zorgen dat ze wordt gehoord en dat ze zichzelf stevig op de kaart zet. Zo zou het ook een goede ontwikkeling zijn als er meer vertegenwoordigers uit de regio in de Tweede Kamer zouden zitten. In het verleden heb ik zelf zo heel plezierig kunnen samenwerken met Co Verdaas en Arie Slob. Belangrijk is het om met de regio’s samen te werken om een agenda te maken.” Een ander aspect waarbij Zwolle ‘op zijn tellen moet passen’ zijn de ontwikkelingen rond de Hanzelijn, zegt Van Hijum. “Die draagt enorm bij aan de economische ontwikkeling van Zwolle; de Randstad is daarmee een stuk dichterbij gekomen. Er gaan geluiden op om de lijn vanuit Lelystad door te trekken als Lelylijn naar Heerenveen en Drachten. Dan kan Zwolle haar rol als knooppunt verliezen. De Hanzelijn is er al op gebouwd dat er snellere, modernere treinen kunnen rijden. Zo kan de verbinding met het noorden worden verbeterd. Die kans van een Hanzelijn-plus moeten we benutten.”

Ondanks dat er volgens Van Hijum in het provinciebestuur vaak vrij brede instemming wordt bereikt, is er volgens hem op 20 maart genoeg te kiezen. “Verschillen zijn er onder meer op het gebied van energie. Waar sommige partijen overal zonnepanelen en windmolens willen neerzetten, hebben andere partijen meer voorwaarden. Een ander punt is dat een aantal politieke partijen vooral openbaar vervoer willen stimuleren, waar anderen meer wegen willen aanleggen. Ook over de mate van bouw in groene gebieden verschillen de partijen van mening. Zo zie je bijvoorbeeld dat de Kamper Spoorlanden met goede afspraken, flink heeft kunnen uitbreiden. Hetzelfde speelt momenteel bij de uitbreiding van Genemuiden.” Verder speelt de vraag bij het provinciebestuur hoe ze mensen goed kunnen vasthouden nadat ze in de provincie hun opleiding hebben gedaan.

“Het zijn allemaal zaken die we allemaal als inwoners, bedrijven en gemeente en moeten oppakken”, vindt Van Hijum. “Op grote tegenstellingen, zoals die nu in de politiek te zien zijn, zit niemand te wachten. Het is de kracht van deze regio dat we ondernemend zijn, maar ook graag willen samenwerken: de verbinding wordt gezocht. Samen worden stappen vooruit gezet. Ik ervaar dat de regio Zwolle hierin uniek is in Nederland.”