Situatie na restauratie
Situatie na restauratie Historisch Centrum Overijssel

‘Het stads secreet’ en ‘de hel’ aan de Buitenkant

· leestijd 2 minuten Algemeen

In oktober 1987 kregen de panden Buitenkant 6 en 7 na een restauratie een woonbestemming. Buitenkant 6 heeft duidelijk de karakteristiek van een pakhuis bekroond met een tuitgevel. Buitenkant 7 is een pand met twee bouwlagen met een klokgevel. Voor de restauratie was op de begane grond van Buitenkant 7 de smederij van Fa H.C. Zoomers en Zonen gevestigd, de laatste ambachtelijk smid in de binnenstad. Wat weten we verder van de (bouw)geschiedenis van beide panden?

Belastinghel

Het noordelijk deel van Zwolle werd pas aan het eind van de 15de eeuw ommuurd. In het begin van de 17de eeuw was door de omwalling van de stad de stadsmuur in feite overbodig. Begin 18de eeuw werd het mogelijk delen van de stadsmuur af te breken ten behoeven van nieuwbouw. Duidelijk is dat de huidige bebouwing van de Buitenkant op het tracé van de voormalige stadsmuur is gebouwd. Op 9 januari 1725 koopt Albertus Voorthuis een onbetimmert huys of pakhuys naast de Zwanentoren. Er wordt daarop snel een nieuw pand gebouwd want kort daarna neemt Voorthuis een hypotheek op een pakhuis genaamd ‘de molen’. Deze naam verwijst naar de bewaard gebleven gevelsteen in de top van de gevel van Buitenkant 7. De gevelsteen met een gekroonde molen is te dateren in 1724 en verwijst volgens overlevering naar de functie van het pand namelijk het kantoor waar molenaars belasting op het graan moesten betalen. Om deze reden werd het huis ook wel de ‘Hel’ genoemd. Of het aannemelijk is dat de steen al voor de bouw gebeiteld of hergebruikt is blijft de vraag.

Openbaar toilet

Vlak na de bouw van Buitenkant 7 vraagt Hopman Nauta aan de schepenen en raden van de stad toestemming om zes pakhuizen op het terrein te bouwen. Bij de bouw zou één van de pakhuizen, de huidige Buitenkant 6, precies boven de uitmonding van de Kleine Aa komen te staan. Daar stond toen een zogenaamd ‘stadssecreet’, een openbaar toilet. Het secreet was waarschijnlijk een eenvoudig houten kot. Van het stadsbestuur kreeg Nauta in 1730 goedkeuring om te bouwen maar wel met de eis dat het water van de Kleine Aa ongestoord moest blijven stromen en dat het bestaande secreet alleen afgebroken mocht worden als bij nieuwbouw een nieuw ‘gemeen secreet zou worden opgericht’. Bij de bouw van Buitenkant 6 werd de Kleine Aa waarschijnlijk overkluist en werden op de begane grond inpandige voorzieningen getroffen om een secreet te realiseren.

Reconstructie door bouwhistorische waarnemingen

Door bouwhistorische waarnemingen tijdens de restauratie in 1986-1987 was het secreet te reconstrueren. Het secreet telde acht zitplaatsen en liep van de Buitenkant tot aan de Waterstraat. Tussen de zitplaatsen waren schaamschotten aangebracht. De wanden waren betegeld met groene geglazuurde tegels. De ingang is nog steeds te herkennen door een smalle doorgang met een boogvorm aan de Buitenkant en Waterstraat. In 1859 besloot het stadsbestuur de Kleine Aa te dempen. Voor de opvang van fecaliën werden tonnetjes geplaatst. Tot ver in de 20ste eeuw was deze wijze van fecaliën afvoer ook bij veel woonhuizen nog heel normaal.

Tekst: afdeling Erfgoed gemeente Zwolle

 Situatie begin 20ste eeuw
 Reconstructie interieur stadssecreet 1860
 Gevelsteen de gekroonde molen