Afbeelding
Erik-Jan Berends

De Wingerd viert eigen jubileum, dat van twee leerkrachten en een afscheid

· leestijd 4 minuten Algemeen

(door Erik-Jan Berends)

ZWOLLE–ZUID – Eén jubilaris die veertig jaar in dienst is op een basisschool is bijzonder, twee helemaal. Bij katholieke basisschool De Wingerd is dat dit jaar het geval. Antoinette Klunhaar (59) en Terry Bolink (61) vieren hun jubilea op vrijdag 13 maart.

“We vieren die dag het afscheid van een collega, het veertigjarig bestaan van onze school en onze jubilea”, vertellen de twee. “Dat pakken we lekker samen. Wel zo praktisch én we hebben op deze wijze wat meer budget.” Klunhaar begon haar loopbaan op 21 januari 1980 in Ittersum als tweede leidster bij kleuterschool De Weidebloem die bij de Phoenix hoorde. Van daar vertrok ze voor drie jaar naar Holtenbroek waar ze voor de kleuters van De Kinderkring, horend bij Het Speelwerk, kwam te staan. Via vervolgens de Mariaschool in Assendorp ging ze naar de Jozefschool in Wijthmen waar ze negen jaar voor de klas stond. De Jozefschool in Assendorp – nu Het Atelier – volgde voor drie jaar waarna ze naar De Wingerd ging, waar Klunhaar nu 24 jaar werkzaam is. “Allemaal in Zwolle, allemaal dezelfde werkgever en altijd kleuters”, somt ze op. “Het jonge kind is mijn passie. Ik zeg wel eens: ik ben bevoegd, maar niet bekwaam voor de bovenbouw. Vooral voor de kinderen die net binnen komen, net van huis, voel ik me vaak als een soort tweede moeder. Ik vind het fijn om ze een veilige omgeving, vertrouwen en een prettige, goede omgeving te bieden waar ze zich kunnen ontwikkelen.” Het oprechte, pure en spontane van de kleine kinderen spreekt Klunhaar erg aan. “In ons leven bouwen we steeds laagjes om ons heen als een ui. Deze kinderen bestaan nog vooral uit de kern. Ze houden je lekker bij het hier en nu.” De leerkracht heeft in het begin van haar carrière vooral gewerkt bij relatief kleine scholen waar ze één of twee collega’s had. “De periode in Wijthmen was toch wel erg bijzonder. De mensen zijn er erg sociaal en helpen elkaar. Daaraan heb ik wel warme herinneringen. Met de kinderen kon je toen ook lekker zo het bos in of door de weilanden lopen.” Dat er tegenwoordig al veel van jonge kinderen wordt verwacht, staat haar wat tegen. “Die grens is in al die jaren al enorm verlegd. Wat kinderen nu in de kleuterklas doen, deden ze vroeger pas in groep 3. Ook door social media is hun wereld veel groter geworden. Ik laat ze nog graag spelen, want daarmee kunnen ze ook heel veel leren.”

Hanerick

Bolink is officieel in november veertig jaar in dienst. Zij werd die maand, veertig jaar geleden, in het diepe gegooid bij een Jenapleinschool in Nunspeet. ”In die periode heb ik op de openbare Van Kinsbergen MAVO in Elburg nog even godsdienstles gegeven. Ik had daar meer en andere lesuren kunnen krijgen, maar kon ook naar de woonwagencentrumschool aan de Hasselterdijk. Dat leek me veel leuker en dat ben ik ook gaan doen.” Op deze Drie Koningenschool zaten alleen kinderen van het toenmalige woonwagenkamp De Hanerick. Bolink: “Ik heb daar acht jaar gewerkt tot de decentralisatie van het kamp kwam en de kinderen over andere, reguliere scholen werden verdeeld. Het was een heel bijzondere tijd. Het kamp vormde een eigen cultuur, een eigen wereld met een eigen clubgebouw, school en voetbalclub. De kinderen kwamen eigenlijk alleen bij schoolzwemmen met andere kinderen in aanraking. Na de basisschool gingen ze meestal aan het werk.”

De volgende werkplek voor Bolink was de Mariaschool op het Aa-plein in de binnenstad, die drie jaar later werd opgeheven. Ze vertrok vervolgens naar de Wingerd waar ze alweer 25 jaar in dienst is. “Tussendoor heb ik ook nog les gegeven aan de Kerspelschool, nu De Vlieger, in Westenholte.” Met haar achtergrond aan de pedagogische academie heeft Bolink aan alle groepen, ook kleuters, les gegeven. Momenteel is ze werkzaam in de bovenbouw.

Hart

Beide leerkrachten hebben zichtbaar hart voor hun vak. Bolink: “Kinderen kunnen nu al vroeg lezen en schrijven, maar ik vind het vooral mooi om ze te leren trots op zichzelf te zijn. Er zijn kinderen die dat gemakkelijk afgaat, maar voor sommigen is het ook heel veel strijden. Ik vind het belangrijk dat ze blij zijn hoe ze zelf zijn, dat de kracht in hen zelf zit en dat ze succeservaringen opdoen. Als ze goed in hun vel zitten, competent zijn, zeker zijn en mogen zijn wie ze zijn, kunnen ze groeien en leren. Alle kinderen willen leren en kunnen daarin plezier krijgen. Ook als ze het moeilijk vinden. Ik vind dit nog steeds het mooiste beroep. Het staat helaas wel onder druk, vooral door de grote hoeveelheid administratieve taken.” “Die moeten we dagelijks bijhouden plus dat we nu ook kinderen uit het speciaal onderwijs hebben”, vult Klunhaar aan. Haar collega vindt dat dat ook mogelijk moet zijn. “Maar dan zouden de klassen ook kleiner moeten worden of er een assistent bij komen en dat gebeurt niet. Kinderen krijgen nu een ‘arrangement’, maar daar gaat heel veel administratie aan vooraf.” Met een vakdocent voor gymnastiek en muziek heeft De Wingerd de werkdruk iets weten te verlagen. “De kinderen zijn in de basis hetzelfde als veertig jaar geleden”, volgens Bolink. “Alleen de omgeving en de samenleving zijn veranderd. De kinderen krijgen tegenwoordig heel veel prikkels en indrukken te verwerken. Ze hebben nu ook met veel meer gezichten te maken. Op iedere groep staan minstens twee leerkrachten. Dat kan, als de kinderen maar structuur hebben en weten wat ze kunnen verwachten.” Klunhaar: “En we werken tegenwoordig veel met digitale middelen; in de kleuterklas zijn al IPads. Maar het beste vind ik nog leren in 3D. Daar waar de kinderen hun zintuigen kunnen inzetten om te horen, zien en ruiken. Het gaat erom de digitale middelen op een goede manier in te zetten. Met bijvoorbeeld een digibord heb je natuurlijk wel veel meer mogelijkheden.”

Programma

Beide jubilarissen vieren op vrijdag 13 maart hun feest met een leuk programma voor de kinderen en een feest voor de collega’s. Ondertussen blijven ze gewoon actief op de school. “We vinden het onderwijs nog hartstikke leuk en zouden bij een afscheid onze collega’s, een soort familie, en de kinderen echt missen.”