Raad van State kijkt naar sluiting café Bruut
· leestijd 1 minuut AlgemeenDEN HAAG – Was de sluiting van café Bruut aan de Voorstraat in Zwolle onrechtmatig? Volgens de advocaat van eigenaar Bob Kooistra was dat inderdaad het geval. De Raad van State moet nu beoordelen of dit inderdaad zo is. De kwestie werd woensdag behandeld tijdens een hoger beroep bij de Raad in Den Haag.
De burgemeester sloot het café in oktober 2018, een week nadat er een handgranaat aan de deur werd gevonden. Maar die handgranaat was volgens de advocaat van de burgemeester niet de reden waarom het café werd gesloten. De sluiting was het gevolg van het niet langer gedogen van de opening van het café, dat op dat moment nog zonder horecavergunning in bedrijf was. Een Bibob-onderzoek naar de handel en wandel van de mensen achter het bedrijf was de reden om niet langer te gedogen.
Vergunning
De burgemeester voert al lang een gedoogbeleid voor nieuwe eigenaren van een horecabedrijf in Zwolle. Het overgenomen café mag geopend blijven als de nieuwe eigenaren intussen een vergunning daarvoor hebben aangevraagd. Voorwaarde is wel dat de nieuwe eigenaren van onbesproken gedrag zijn en dat de vergunningaanvraag volledig is, zodat daar snel over kan worden beslist.
Voorwaarden
Café Bruut voldeed aan die voorwaarden, betoogde de advocaat van eigenaar Bob Kooistra. Een lopend Bibob-onderzoek wordt niet als een voorwaarde genoemd. Dus was er geen reden om het gedogen te staken en het café te sluiten. Maar de advocaat van de burgemeester stelt dat het gedogen alleen gebeurt, als er zicht is op legalisatie door een ingediende vergunningaanvraag. “Bij het inschakelen van het bureau Bibob was er geen zicht op legalisatie meer.” Dat was volgens de advocaat de reden om het café te sluiten.
Voor de Raad van State is nu de vraag of de burgemeester zijn gedoogbeleid goed heeft toegepast. Zo niet, dan is de sluiting onrechtmatig en kan Kooistra een schadeclaim indienen.
De Raad oordeelt over zes weken.
