Afbeelding
Foto: Shutterstock

Werkstraf voor hetze tegen wethouder en ambtenaar van Zwolle

· leestijd 1 minuut Algemeen

ZWOLLE (JPZ) - Een Zwollenaar heeft bijna twee jaar lang een hetze gevoerd tegen voormalig wethouder Klaas Sloots en een klachtenfunctionaris van de gemeente Zwolle. Hij bestookte ze met e-mails, waarin hij ze beschuldigde van fraude, valsheid in geschrifte en plichtsverzuim.

Ook diverse personen en instanties werden op de hoogte gehouden van zijn ongenoegen: raadsleden, de burgemeester, de sociale recherche, het openbaar ministerie, de politie, bestuursleden van de ChristenUnie en GroenLinks, zelfs iemand van de Tweede Kamer, collega’s, noem maar op.

De ambtenaren zijn daardoor in een goede eer en naam aangetast, zo bleek op de zitting bij de politierechter, waar de 54-jarige H. van E. werd beschuldigd van belediging. De ‘brief’-schrijver was daar zelf niet bij aanwezig. Hij kon dat vanwege een depressie emotioneel niet aan, legde zijn advocaat uit. Die merkte ook nog op dat zijn cliënt kampt met de gedachte dat íedereen tegen hem is’.

Van E. meent dat een familielid van hem ten onrechte een uitkering krijgt. Hij had de neef een lening verstrekt, en had bij de gemeente een vordering ingediend om die via de uitkering terug te krijgen, zo valt op te maken uit het relaas van de raadsman. Hij kreeg nul op rekest, en zijn klacht daarover werd niet-ontvankelijk verklaard.

Vervolgens werd het zijn ‘missie’ om gehoord te worden, vandaar de stroom-emails, tussen begin 2019 en oktober 2021. “Het ging maar door en het ging maar door, het is ongehoord”, merkte de rechter op. De opsomming van de beledigende berichten in het dossier telt maar liefst 93 pagina’s.

Het moet echt stoppen, daarvan moet de Zwollenaar goed van doordrongen zijn, meenden zowel de officier van justitie als de rechter. Normaal gesproken staat er een boete op belediging, maar in dit geval zou dat niets uithalen. De aanklager eiste daarom 80 uur werkstraf, waarvan 60 voorwaardelijk.

De raadsman probeerde zijn cliënt nog vrij te pleiten door te zeggen dat het zijn doel niet is geweest om te beledigen, maar te bereiken dat er een onderzoek zou worden ingesteld. De rechter was het daar “zeer nadrukkelijk” niet mee eens en noemde de zaak “uitermate ernstig”. Vooral omdat het om ambtenaren ging die in hun eer en goede naam zijn aangetast. Eerder opgelegde boetes voor vergelijkbare delicten hebben niet mogen baten.