Asse Visscher (tweede van rechts) begon als wissel tegen WVF.
Asse Visscher (tweede van rechts) begon als wissel tegen WVF. Foto: Pedro Sluiter

Het motortje van Asse Visscher gaat steeds beter draaien

· leestijd 1 minuut Sport

AMATEURVOETBAL - Een griepje hield ‘m op de bank en in het laatste half uur kon hij het verschil niet maken in de derby tegen WVF. Toch vindt Asse Visscher (22) meer en meer zijn draai bij Be Quick’28.  

(door Erik Riemens)

Jullie verloren zaterdag de derby tegen WVF met 2-1, hoe heb je de wedstrijd beleefd?

“Ik had een griepje gehad en begon op de bank. Ik heb het laatste half uur meegedaan als een soort stormram. We begonnen heel goed, waren voetballend echt beter, alleen door een onoplettendheid kwamen we achter. We maakten vervolgens gelijk, alleen door opnieuw een standaardsituatie kregen we weer een tegengoal.”
“Daarna probeerden we nog van alles, raakten na rust nog de paal en de lat, maar helaas zat de gelijkmaker er niet in.”

Je maakte dit seizoen letterlijk de overstap van Berkum naar Be Quick’28. Waarom?

“Vorig seizoen ben ik met Berkum 2 landskampioen geworden. Daarmee hebben we als vriendenteam het maximale bereikt, bovendien zwierven heel veel jongens uit. Ik heb bij Berkum wel in het eerste gespeeld, maar omdat er nieuwe jongens bijkwamen, zag ik onvoldoende perspectief. Ook was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Bij Be Quick kende ik een aantal jongens en daarnaast maakte twee bekenden van mij, Roy van de Stouwe en Rik Ngimbi ook de overstap.”

Wat ben je eigenlijk voor een aanvaller?

“Ik ben wel in het bezit van allroundkwaliteiten. Ben rap en ook sterk aan de bal. Bij Be Quick hebben we best veel lopers in het team, ik fungeer een beetje als aanspeelpunt.”

Je hebt nu zes keer gescoord in elf wedstrijden. Een algeheel gevoel van tevredenheid?

“Zes goals is een mooi aantal. Maar helemaal tevreden? Nee dat niet. Dit seizoen begon ik op de bank. Toen had ik wel zoiets van ‘daar ben ik niet voor gekomen.’ Nu begint het motortje steeds beter te draaien. Als team zijn we voetballend meestal de betere ploeg. Alleen hebben we te vaak momenten dat we de goals weggeven. Of door onoplettendheid of door individuele fouten. Er zit echt wel meer in. Ook voor mezelf. Zo heb ik een aantal doelpunten in mijn hoofd, waar ik aan het eind van het seizoen op uit wil komen. Nee, ik zeg niet hoeveel, ha, ha.”

Misschien is het wel goed genoeg voor het winnen van de Salverda Topscorers Trofee. Volg je het een beetje?

“Ja hoor, ik ben er bekend mee en volg het ook wel. Ik zou die prijs heel graag een keertje willen winnen. Als we als ploeg beter gaan draaien, dan komen die doelpunten ook wel vanzelf. Daar ben ik overtuigd van.”