De enige Postmoderne Devoot exposeert in de bezemkast

· leestijd 6 minuten Partnerbijdrages

(door Christiaan Schutte)


''Natuurlijk ben ik kwaad. Je kunt wel zeggen 'Henk je moet een beetje nederig en devoot zijn', maar ik ben geen Moderne Devoot, ik ben een Postmoderne Devoot. Wie schrijft mij voor dat ik net zo moet reageren als Thomas a Kempis zou hebben gedaan? Dit is een andere tijd, ik ga er wel tegenin." Aan het woord is beeldend kunstenaar en Postmoderne Devoot Henk Heideveld, die zich erover verbaast dat 'de enige Postmoderne Devoot'' is verwezen naar een locatie buiten de stadsgracht om te exposeren in 'de bezemkast'."


Met die bezemkast bedoelt Heideveld de desbetreffende zaal in het Historisch Centrum Overijssel (HCO). "Een rotzaal." Daar is, nadat eerder al de exposities over Moderne Devotie en kunst werden geopend in museum de Fundatie en het Stedelijk Museum, vanaf 4 november het werk te zien van de man die zich al een groot deel van zijn leven bezighoudt met de Moderne Devotie. "God is mijn hobby", zegt Heideveld in een interview waarin hij onder andere uitlegt waarom hij niet denkt dat God bestaat, maar dat wel gelooft. Alsook wat het verschil is tussen een Moderne en een Postmoderne Devoot. De historische kunstwerken in museum de Fundatie noemt hij 'burgermanskunst', destijds gemaakt in opdracht van mensen die zich het gedachtegoed van de Moderne Devotie toe-eigenden en er juist daardoor ver vanaf stonden. Gespreksstof genoeg.


U noemt zichzelf een Postmoderne Devoot. Wat houdt het in om een Postmoderne Devoot te zijn en wat is het verschil met een Moderne Devoot?


"Een devoot is iemand die zich hartstochtelijk inzet voor een idee, een overtuiging. Dat begrip moet je ruim nemen. Zo denk ik dat de bekende oud-voetballer Jaap Stam (momenteel assistent-trainer bij FC Zwolle red.) een devotie naar zijn sport zal moeten betrachten. Het gaat om overgave en toewijding, anders kom je er niet."


In religieus opzicht krijgt devotie volgens Heideveld echter nog weer een andere lading. In het geval van de Moderne Devoten wil het woordje moderne niets anders zeggen dan dat de Devoten zich zagen als mensen van hun tijd. ''Geen prettige tijd'' overigens volgens Heideveld. "Mensen hadden te maken met onlusten, twisten en landsheren die het staatsrecht nog niet kenden. De pest heerste, het was een dramatische tijd om in te leven."


U zegt dat ze eigentijds waren. In welke zin?


Je moet het zien in die tijd. Het was de periode waarin de steden in Noord-Europa voor het eerst opkwamen en de IJsselsteden kenden een relatief hoge welvaart. Opeens was er sprake van een burgerbevolking in de stad. Die mensen kregen vaak scholing waar de kerk de mensen dom hield. Er bestond bij die grote beweging van burgerbevolking de wens om het geloof persoonlijk intens te beleven. Je moet je overigens realiseren dat het niet ging om een heel grote beweging, het ging om dertig of misschien veertig mensen. Groot genoeg echter om een overstroming te laten ontstaan."


Terug naar het begin. Wat betekent het concreet om geen Moderne maar een Postmoderne Devoot te zijn? En ziet u zichzelf als een navolger?


"Het is onmogelijk om als je enthousiast en devoot bent om niet na te volgen. Ik vind het mooi dat je nu als Postmoderne Devoot kunt terugkijken op de traditie. Daar zijn heel boeiende aspecten in te vinden, maar er zijn er ook die je niets meer zeggen."


Sinds ongeveer 1980 leven we in een postmoderne wereld aldus Heideveld, waarin het in tegenstelling tot de moderne wereld niet meer langer gaat om algehele waarheden, maar om de eigen beleving en dus het subjectieve.


"Ik ben wel katholiek, maar heb niets met Maria-devotie en eigenlijk ook niets met Christus-devotie. Misschien heb je wel in dagblad Trouw het interview gelezen met Klaas Hendrikse (een vrijzinnige predikant, ook wel bekend als de atheïstische dominee red) over zijn boek God bestaat niet en Jezus is zijn zoon. Hendrikse balt samen waar het niet om gaat. Het gaat er niet om in een christelijk leven dat je Christus op de eerste plaats zet. Het gaat er ook niet om dat je je een idee vormt omtrent de godheid. Of God bestaat ja of nee, dat is niet van belang."


Een heleboel mensen zijn dat absoluut niet met u eens.


"Die mensen hebben allemaal recht van spreken, alleen weet ik meer van God dan veel andere mensen. God is mijn hobby."


Heideveld vervolgt: "Ik zeg altijd als mensen vragen of ik denk dat God bestaat: 'Nee ik denk niet dat God bestaat, ik geloof dat alleen maar'. Daarmee zit ik een klein beetje op de lijn van die Klaas Hendrikse. Dingen die hij roept, zei ik dertig jaar geleden al. Ik geloof wel dat God bestaat, alleen omtrent dat bestaan weten we niks. Kijk je kunt ook zeggen: "Het woord bestaan is heel misleidend, want bij bestaan denk je al snel aan een plek en een wezen. God is niet vast te pinnen op een plek noch is hij een wezen zoals wij. Doordat mensen zich wel een voorstelling maakten is die man met de baard ontstaan. En als je zegt dat God een is, moet je hem eigenlijk schilderen met een oog en een oor."


Je krijgt er rare beelden van vindt Heideveld, net als bij de gedachte aan een leven na de dood.


"Er zijn mensen die geen benen meer hebben en denken dat ze na de dood in een nieuw leven weer kunnen lopen. Ik wil niemand zijn illusies ontnemen, maar wat ik dan altijd denk is: Waarom neem je niet meteen acht benen? Dat is nog makkelijker. En moet de aarde in dat nieuwe leven dan weer net zo draaien als nu en mogen er alsjeblieft geen muggen zijn?"


Het lijkt alsof u het geloof op die manier ziet als een bezoek aan de supermarkt. Je neemt alleen mee wat je aanstaat.


"Meester Eckhart (een middeleeuwse mysticus red.) heeft gezegd dat de mens van God houdt zoals hij van een koe houdt. Alleen om wat het hem oplevert."


U vindt het gek dat mensen hopen op een leven hierna en gelooft los van onze fysieke verschijning ook niet in een ziel die voortleeft?


"Ik geloof wel in een leven na mij, maar dat heeft niets meer met Henk Heideveld te maken. Je moet er trouwens toch ook niet aan denken dat Henk Heideveld over de dood heen weer opnieuw begint te spreken? Ik geloof in het eeuwige nu. Eeuwig even in plaats van eeuwig leven. Je eigen historische persoon is leuk voor dit moment, maar je moet het wel zien in het licht van de eeuwigheid. Het is trouwens heidens om je heil over de dood heen te zoeken. Wij zijn Germanen en die zijn altijd al bezig geweest met zielsverhuizing. In het Jodendom is men traditiegetrouw veel meer bezig met het leven volgens de wet. Wie zich aan de tien geboden houdt leeft in de ogen van God in rechtvaardigheid"


"Waar Jezus stelt dat je God moet dienen met al je kracht en verstand en je naaste als jezelf, zegt hij iets onbeschrijflijk belangrijks. Dat tweede gebod is net zo groot als het eerste. Als je goed bent voor je naaste is dat dan een soort van sociaal program, een geestelijke hygie? Nee, je naaste dat ben jijzelf. Als je zegt 'God is ondeelbaar', dan is er geen enkele reden om aan te nemen dat de naaste iemand anders is dan jij. Dat is niet door mij bedacht, maar een heel oud inzicht."


Een inzicht dat de Moderne Devoten zeker niet met Heideveld zouden hebben gedeeld beseft ook de kunstenaar zelf, volgens wie de Devoten -''met uitzondering van Gerlach Peters misschien''- zeker geen intellectuelen waren. "Ze verzonnen niets nieuws maar waren navolgers. Of ze succesvol en van blijvende betekenis zijn geweest? Ik zou zeggen van wel. Niet door op de barricades te gaan staan, maar door zelf het goede voorbeeld te geven." Geert Grote en Thomas a Kempis ziet Heideveld dan wel niet als intellectuelen, het zijn in zijn ogen wel grote meesters. "Ik zou zeker een lezing van ze bijwonen als ze nu hadden geleefd."


Zouden ze ook een lezing van u hebben bezocht?


"Ik denk het niet. Hooguit zouden ze wat ik zeg interessant hebben gevonden. Ze waarschuwden er echter altijd voor dat je je kunt verliezen in de bijbel, de lust tot discussiren. Lust vonden ze iets van de duivel."


Net zo min zullen de Moderne Devoten in de ogen van Heideveld wat hebben gehad met wat hij noemt de burgermanskunst die in de Fundatie is te zien. "Zulke werken kostten veel geld en alleen dat was al tegenstrijdig met het gedachtegoed van de Moderne Devoten. Het liefst stond een opdrachtgever van een devoot schilderij over de afname van Christus naast Christus zelf te snotteren. Ze eigenden zich daarmee de Moderne Devotie toe en daarom heeft die kunst er eigenlijk niets mee te maken. En ik zeg niet dat de Fundatie nu het werk van de onbekende Henk Heideveld had moeten exposeren, maar in het Stedelijk had het zeker gepast. In de zaal van het HCO kun je bijna geen kant op. Ik ben er nu een paar keer geweest en kan je nu al zeggen dat er geen hond komt kijken."