Afbeelding

Intocht in Assendorp is voor Sinterklaas dit jaar een heel speciale gebeurtenis

· leestijd 1 minuut Partnerbijdrages

(door Erik-Jan Berends)ZWOLLE – ‘Sinterklaas is jarig’. Hoe waar dit aloude Sinterklaasliedje is, zullen de kinderen op 24 november bij de intocht van de Goedheiligman in de wijk Assendorp niet bevroeden. Meine Boonstra realiseert het zich des te meer. Een mijlpaal is het zeker, want deze ‘hulpsinterklaas’ wordt die dag vijftig; hij ziet Abraham. “Die combinatie, het heeft zo moeten zijn”, zegt Boonstra, die op die dag tevens voor de vijftiende keer in de wijk zijn tabberd aantrekt en mijter opzet. Het had niet veel gescheeld of Sinterklaas had dit jaar geen intocht in Assendorp gedaan. “Dat heeft alles te maken met het niet doorgaan van het Ondernemersfonds”, vertelt de bijna-Abraham. “Wegens gebrek aan geld hing de Sinterklaasintocht aan een zijden draadje. Daar heb ik inmiddels weer een dikke kabel van gemaakt.” Hij heeft zijn collega-winkeliers in de Assendorperstraat bezocht en gevraagd of ze een Zwarte Piet wilden sponsoren. “Er is massaal gereageerd. In drie uurtjes had ik een flink bedrag binnen. De steun voor de intocht onder de ondernemers is enorm.”IdolaatHet is inmiddels zeventien jaar geleden dat de wijk Assendorp een nieuwe hulpsinterklaas zocht. “Daarvan was ik me niet bewust, maar ik herinner me wel dat ik het jaar erop een hulpsinterklaas op een bruin paard zag. Dat kan in mijn ogen niet; Sinterklaas hoort op de schimmel Amerigo te zitten. De man voelde zich ongemakkelijk en was angstig. Ik dacht dat dit voor hem wel gelijk het eerste als het laatste jaar zou zijn en hoopte dat ik hem het jaar erop mocht vervangen.” De winkelier en tevens eigenaar van het Sinterklaasmuseum, is al van jongs af aan idolaat van de Goedheiligman. “Mijn vader kleedde het verhaal van Sinterklaas erg spannend in. Dat verhaal heb ik nooit willen loslaten. Het leek me dan ook fantastisch om die rol te kunnen vervullen.”KritischerHij was dan ook blij verrast toen slager Herman Haverkort hem daarvoor vroeg. “In die beginperiode zag ik er vreselijk uit. Er was weinig geld”, zegt Boonstra lachend, die het erg belangrijk vindt om op de televisie-Sint te lijken. “Nu heb ik weer een heel nieuwe stola en mijter. Kinderen worden steeds kritischer en dan is het des te mooier om te horen ‘goh, we hebben de échte!’.”SprookjeHet Sinterklaasfeest gaat volgens Boonstra niet in de eerste plaats om cadeautjes. “Het is een prachtig sprookje waar kinderen en hun ouders even mogen instappen. Ik kom nooit meer van dat sprookje af en wil dat ook niet.”Meine Boonstra: “Het is een prachtig sprookje.” Foto: Erik-Jan Berends