Afbeelding

Peperbuskerk zoekt nieuwe ‘bewakers’: ‘Basiliekwachter wordt steeds jonger’

· leestijd 2 minuten Partnerbijdrages

(door Christiaan Schutte)ZWOLLE – De tijd dat de Onze-Lieve-Vrouwe basiliek, beter bekend als de Peperbuskerk, werd ‘bewaakt’ door alleen maar oudere mannen is voorbij. Jong en oud, man en vrouw, het gilde der basiliekwachters is zeer divers. En toch zou het aantal gastheren- en vrouwen nog best mogen worden uitgebreid. Dat blijkt uit een gesprek met Harriët Runhaar - verantwoordelijk voor het maken van de roosters - en basiliekwachter Alfred Koetsier. “Momenteel hebben we ongeveer zestig basiliekwachters, maar dat zouden er best twintig meer mogen zijn. Zeker in de drukke zomermaanden, wanneer we ’s ochtend twee en ’s middags twee wachten willen hebben. Reken maar uit, dan kom je op 24 vrijwilligers per week”, steekt Runhaar van wal in een oproep voor meer basiliekwachters.BewakerEen basiliekwacht is overigens niet per definitie iemand die bezoekers rondleidt, legt Koetsier uit. “Als toeristen met vragen bij je komen, is het de bedoeling dat je die beantwoordt. Maar evengoed bezoeken gelovigen de basiliek om te bidden. Je bent als basiliekwacht verantwoordelijk voor de openstelling van de kerk.” “Tevens ben je een beetje bewaker, want de tijden dat je een kerk onbeheerd kon laten tijdens bezoekuren, behoren tot het verleden”, weet Runhaar. De meeste gasten komen echter met de beste bedoelingen en brengen geld in het laatje ten bate van het onderhoud van het Rijksmonument dat in 1999 bij haar 600-jarig bestaan de titel van basiliek kreeg toebedeeld van wijlen paus Johannes Paulus II. Bijzonder is overigens dat informatie over de basiliek ook in de moedertaal van deze paus, het Pools, verkrijgbaar is. Koetsier: “We hebben blaadjes in verschillende talen waaronder dus ook het Pools. Toen we hier vier Poolse nonnen op bezoek hadden, waren die bijzonder verrast. Tekst in hun eigen taal hadden ze totaal niet verwacht.”SchrijnWat menigeen misschien ook niet zal verwachten, is dat het ook meer dan eens gebeurt dat een Italiaanse toerist de basiliek binnenloopt. “Maar, zo vreemd is dat eigenlijk nu ook weer niet”, vindt Runhaar. “Italië is nu eenmaal een Rooms-katholiek land bij uitstek en veel Italianen hebben bij het horen van de naam basiliek zoiets van ‘laten we eens gaan kijken’.” En dat er genoeg valt te zien, is iets waar Runhaar en Koetsier het over eens zijn. Als is het dan wel weer zo dat hoe meer je weet, hoe meer je ziet. Koetsier: “We hebben hier een basiliekwacht die je alles kan vertellen over de glas in lood-ramen, ook zijn er die heel veel weten over de Moderne Devotie. De mensen die vanwege de schrijn van Thomas a Kempis deze basiliek met een bezoek vereren (Thomas is een van de bekendste Moderne Devoten, red.) hoef je overigens niets meer te vertellen. Die weten het meeste al wel.”RespectVan basiliekwachten wordt overigens niet verlangd dat zij het meeste al wel weten. Ze kunnen terugvallen op een uitgebreide documentatie zodat de meeste vragen kunnen worden beantwoord. Dat neemt niet weg dat het een pre is als ze naast de kennis van een of meerdere buitenlandse talen ook wat hebben met geschiedenis. En dat ze respect hebben voor het geloof, zonder dat ze nu zelf per sé religieus hoeven te zijn. LeeftijdLeeftijd maakt niet heel veel uit volgens Koetsier. “Vaak is het zo dat ouderen wat meer tijd hebben. Echter, we hebben ook basiliekwachten van in de veertig. De basiliekwachter wordt steeds jonger.”Harrët Runhaar en Alfred Koetsier kunnen nog hulp gebruiken. Foto: Christiaan Schutte