‘De liefde voor PEC Zwolle is verankerd, maar voetbal is heel relatief’

· leestijd 2 minuten Sport

(door Mark de Rooij)

ZWOLLE – De benoeming van Trudy Barendregt als erelid van PEC Zwolle is niet de eerste keer dat de geboren Kralingse (Rotterdam) als ‘eerste vrouw’ een mannenbastion betreedt. “De voetballerij is een verschrikkelijk conservatieve wereld.”

“Ik hoop niet dat ik al te gevoelige dingen heb gezegd. Ik wil niemand op de tenen trappen”, zegt Barendregt aan het einde van het interview bij haar thuis in Zwolle-Zuid. Het is een opmerking die past in het beeld dat op de nieuwjaarsreceptie wordt geschetst van het eerste en tot dusverre enige vrouwelijke bestuurslid van PEC Zwolle; ‘bekwaam, loyaal en betrouwbaar, een van de onbaatzuchtige steunpilaren van de club.’ ‘Uniek in haar soort’, wordt ook nog gezegd door voorzitter Adriaan Visser, waarna een opsomming volgt van haar werkende leven. Een leven waarin zij vaak de eerste of enige vrouw is in een mannenwereld.

Met dat bijltje heeft ze al gehakt, bij de koopvaardij als enige vrouwelijke radio-officier in Nederland en in haar werk als manager pr, marketing en communicatie voor chemisch concern DSM Resins, voordat ze in 1990 opnieuw een mannenbastion betreedt: de voetballerij. Ze wordt algemeen bestuurslid van FC Zwolle nadat ze indruk heeft gemaakt op Gaston Sporre tijdens een vergadering van businessclubleden in De Vrolijkheid (DSM Resins is dan dankzij Barendregt al sponsor van de voetbalclub). Barendregt weet het nog goed. “De club was toen bijna failliet. Er was heel veel negativisme rondom het plan van Gaston. Ik zei daar toen wat van en dat is bij Gaston blijkbaar opgevallen.”

“Wat ik leuk vond van Gaston: die stuurde mij dan naar een vergadering van de KNVB bijvoorbeeld. Alle stoelen in mijn omgeving bleven leeg. Ze wisten niet precies wat ze er mee aan moesten. Het heeft wel een paar jaren geduurd voordat ik bij uitwedstrijden niet meer werd gezien als ‘de vrouw van’ of als ‘koffiejuffrouw’”, zegt Barendregt, die zich herinnert hoe de directeur personeelszaken van DSM haar ooit trots meedeelde dat er een vrouw was aangesteld als directeur research. “Ik zei ‘het is belachelijk dat je daar trots op bent. Dat zou normaal moeten zijn.’ En dat zag hij toen zelf ook wel in. Gelukkig is dat bij DSM wel veranderd.”

Een van de weinige werkomgevingen waar die emancipatie halsstarrig achterblijft, is de voetballerij. Dat Barendregt heden ten dage nog altijd het enige vrouwelijke bestuurslid is in de geschiedenis van de club, had ze destijds niet verwacht. “Het is een verschrikkelijk conservatieve wereld. Mannen zijn huiverig om vrouwen binnen te laten. En als er een keer een vrouw is, worden meestal al gauw de negatieve kanten belicht. Dat verandert niet. Het kan ook aan de vrouwen liggen, je moet je wel thuis voelen in dat voetbalwereldje.” Dat zij zich als één van de weinige vrouwen in deze wereld wel thuis voelt komt mede doordat zij is opgegroeid met voetbal. Oom Henk Zon is dertig jaar voorzitter geweest van Excelsior. “Ik heb voetbal altijd leuk gevonden.”

Na vijftien jaren als bestuurslid wordt Barendregt gastvrouw van de scheidsrechters bij thuiswedstrijden van PEC en dat doet ze nog steeds, samen met Johan Teunis. Het leukste van dat werk vindt ze de persoonlijke band die ze met bepaalde scheidsrechters opbouwt, zoals met Jochem Kamphuis en Serdar Gözübüyük.

Trots is niet een woord dat Barendregt in de mond neemt als het gaat om haar werk bij PEC Zwolle, maar ze vindt het wel mooi een naar eigen zeggen klein bijdrage te hebben kunnen leveren aan de enorme groei van de club. Ze heeft FC/PEC Zwolle in de loop der jaren zien uitgroeien van een bijna failliete onderneming in een krakkemikkig stadion naar een financieel gezonde club met een KNVB Beker op zak en een modern, relatief groot stadion als thuishaven. “Als je ziet wat er nu staat en dat vergelijkt met dertig jaar geleden....”

De liefde voor de club is verankerd bij Barendregt, maar op de vraag of voetbal belangrijk is, zegt ze resoluut: “Nee zeg, schei uit. Kinderen, gezondheid, familie, die zijn belangrijk. Voetbal is heel relatief daarin.”