VC Zwolle gaat banden met de regio aanhalen en opleiding transformeren

(door Mark de Rooij)

VOLLEYBAL

VC Zwolle (inclusief Regio Zwolle Dames 1) wil niet meer bekend staan als een roofdier zijn dat de regio leegplukt ten bate van successen met de selectieteams, maar als een vereniging die samenwerkt en de regio juist sterker maakt. Ondersteund door het NEVOBO-etiket ‘Superclub’ moet die ontwikkeling vanaf dit seizoen gaan plaatsvinden. Intern gaat de jeugdopleiding op de schop.

“We hebben de naam gehad een grote, arrogante club te zijn. Trekken speelsters weg bij andere verenigingen, dat idee. Maar we willen heel graag samenwerken in plaats van dat”, vertelt Henk van Dijk, die nu een jaar voorzitter is van de volleybalgrootmacht. Eerder was hij drie jaren trainer van dames 2 en ook nog een jaar assistent-trainer bij dames 1. Afgelopen seizoen speelde hij met heren 1 in de tweede divisie.

In een leeg lokaal op het Centre for Sports and Education, naast het PEC Zwolle-stadion, vertelt hij samen met Pascal Veneman over het spannende project waar VC Zwolle voor staat. Veneman is manager volleybal op het CSE en door de volleybalclub aangesteld om de jeugdopleiding onder handen te nemen. Dat is onderdeel van het Superclub-pakket, waarmee de NEVOBO verenigingen sterker wil maken. Er zijn op dit moment zo’n tien Superclubs in Nederland aangewezen en het streven van de bond is om naar 50 en 75 te gaan.

Met een tweeledige aanvraag -enerzijds intern met een geheel andere mentaliteit binnen de jeugdopleiding, anderzijds het aanhalen van de regionale banden- haalde VC Zwolle het Superclub-pakket binnen. Het is een traject van vier jaren met na een jaar een laagdrempelige evaluatie en na twee jaren een grondige om te kijken of het verlengd wordt.

Veneman kwam als trainer van het CSE-team, waarmee de vereniging de banden toch al wilde aanhalen, al snel in beeld voor de rol van ‘professional’ die de transformatie van de jeugdopleiding moet gaan leiden. Veneman speelde als volleyballer op het tweede nationale niveau met Alterno voordat zijn enkels en knieën besloten dat het avontuur daar stopte en is al jaren trainer van zijn jeugdliefde ORMI in Epe. Hij was de afgelopen vier seizoenen ook assistent-trainer bij Regio Zwolle Volleybal.

Gelijke kansen voor iedere speler

“Ik heb een beetje een hekel aan het woord talent”, zegt Veneman, zelf een libero die het vooral van zijn doorzettingsvermogen moest hebben. “Om op jonge leeftijd iemand al als talent te bestempelen, geeft vooral druk. Bovendien weet je dan nog niet hoe iemand zich gaat ontwikkelen.” VC Zwolle en Veneman vonden elkaar snel in het streven een mentaliteitsverandering door te voeren. Van prestatie naar plezier en van teamdenken naar individuele ontwikkeling, van selectieteams naar gelijke kansen voor iedere speler.

Ouders een duidelijk plan meegeven

“Voor het slagen van ons plan is het eigenlijk het belangrijkst om kader op te leiden. Waar we op investeren is een ontwikkelingsgerichte benadering -iedereen beter worden in zijn eigen tempo en vanuit een pedagogische aanpak met veel plezier. En dan zullen we daarna wel zien of je heel goed kunt volleyballen”, vat Van Dijk samen. De jonge voorzitter (32) beseft dat het omturnen van goedwillende ouders tot volleybaltechnisch en pedagogisch verantwoorde trainers en het meekrijgen van alle ouders/trainers in de mentaliteitsverandering de grootste uitdaging is.

Veneman: “Het idee is om een lijn neer te zetten van de jongste jeugd tot de senioren, waar iedere trainer zich aan kan houden. Je wilt eigenlijk de drempel verlagen. Op het moment dat je vraagt of iemand trainer wil worden, is dat al gauw een hele opgave.‘Krijg ik dan die ouders op m'n dak?' Dus je wilt ze een duidelijk plan meegeven. Trainers ontlasten zodat ze ook het plezier kunnen beleven van het trainen van een groep. Ik haal er in ieder geval veel plezier uit. Een mooie aanvulling is de regiotraining waarbij trainers uit de hele regio welkom zijn om te kijken, te helpen. Dan pik je de enthousiaste mensen er ook uit. In gesprek gaan met trainers, daar leert iedereen van. Wij ook.”

Lotte Bruinsma

Wat betreft het aanhalen van de banden met clubs uit de regio: daarin ziet Van Dijk de samenwerking met Voorsterslag als schoolvoorbeeld. “Speelster Lotte Bruinsma is een mooi voorbeeld. Zij was afgelopen seizoen speelster van dames 2 bij VC Zwolle en van dames 1 bij Voorsterslag. Vorig jaar wilde ze eigenlijk weg bij Voorsterslag omdat ze twijfelde of ze daar genoeg uitdaging kreeg. Toen hebben de clubs afgesproken dat ze altijd met ons mag meetrainen, maar dat ze ook bij Voorsterslag twee keer gaat rainen en haar wedstrijden speelt in dat team. Daarna raakt Voorsterslag haar toch kwijt, maar nu heeft ze haar club nog een jaar geholpen. Als zij straks klaar is, hopen wij ook dat zij terug gaat naar Voorsterslag en daar weer jonge meiden helpt beter te worden. Dat is het ultieme plaatje” stelt Van Dijk.

“Kijk naar Julia Joosten en Maureen van der Woude. Die zitten nu bij Sliedrecht Sport. Die komen via Voorsterslag, CSE, VC Zwolle en Regio Zwolle Volleybal in de landelijke top. Voorsterslag is daar ook trots op. Dan leeft er geen gevoel meer van 'afpakken'.”