Peter van Gulik is voorzitter af van Sparta, maar Sparta nog lang niet van hem

KORFBAL- Peter van Gulik (49) trad op de laatste ledenvergadering eind vorige maand officieel terug als voorzitter van korfbalvereniging Sparta. Hij kijkt tevreden terug op een periode met een kampioenschap in de overgangsklasse en promotie naar de hoofdklasse, de komst van Victorium en de groei van het ledenaantal van Sparta. “Ik geloof dat er altijd een bepaalde limiet aan een bestuursfunctie zit. Dus dat iemand het niet heel veel jaren voor het zeggen heeft in een bepaalde vereniging.”

(Door Erik Riemens)

“Ik ben twee jaar voorzitter geweest van de sponsorcommissie, toen Leon Dikken aangaf te stoppen als verenigingsvoorzitter”, begint Van Gulik. “Daarna heb ik het overgenomen. In eerste instantie voor drie jaar, het zijn er uiteindelijk vier geworden. Bij een sportvereniging en dus ook bij Sparta, zijn er volgens mij drie pijlers belangrijk. Je moet voldoende leden hebben, in ieder geval boven het break-even-point, voldoende financiële middelen en voldoende vrijwilligers.”
“We hebben eerst gezorgd dat het financieel allemaal weer op de rails stond. Vervolgens is een visiedocument gemaakt met als speerpunt de verbinding onderling en stabilisatie en behoud van je huidige leden. In Stadshagen is er genoeg aanwas. Dat gaat wel door. Toen ik begon zaten we op zo’n 320 leden, het zijn er inmiddels 380. Dat geeft je ook wat meer financiële lucht.”

Molentje

Ik denk dat Sparta er nu goed opstaat”, concludeert Van Gulik. “Nu is het zaak om het molentje te laten draaien. Dat we in Victorium zitten is ook een goede zaak. Komend seizoen is ons echte eerste seizoen, tenminste zo voelt het wel een beetje. We waren eerder in het zaalseizoen enorm versnipperd. De lobby om alle hier onder één dak te krijgen is geslaagd. We komen uit Stadshagen en een aantal leden had liever de WRZV-hallen gehad, alleen daar konden we niet terecht met onze trainingsmomenten. Hier zitten we vast op de dinsdag- en donderdagavond en ook op de maandag, al is dat af en toe nog wat passen en meten.”
“Verder behoren we bij de veertig grootste korfbalclubs van Nederland en op dat niveau spelen we ook. In de zaal in de hoofdklasse en op het veld in de overgangsklasse. Alleen, het is wel heel belangrijk om het vrijwilligersniveau op peil te houden. Die evenementenorganisatie krijgen we nog wel voor elkaar. Maar die invulling van de tactische functies, zoals de technische commissie, worden wel steeds lastiger. Nee, voor mij is er helaas ook nog geen opvolger. Wel is in de laatste ALV het besef ontstaan dat er nu wel iets moet gebeuren.”
“Stadshagen is een wijk met veel jonge gezinnen en dus vaak van een andere generatie. Ik ben opgevoegd met dat je wat doet voor je vereniging. Er zijn ook leden die dat anders zien en vinden dat met het betalen van contributie, die vrijwilligerstaken geregeld moeten zijn.”

Inhuren

“Als je bijvoorbeeld een toernooi wilt organiseren, kun je dat met een aantal teamleden doen, maar iemand moet ze benaderen en vragen”, vervolg Van Gulik. “Dat moet wél gebeuren en dan gaat het niet om de hoeveelheid mensen die in zo’n commissie zit. Het gaat erom dat er besluiten genomen moet worden en keuzes gemaakt worden. Soms merkte ik dat dat hele proces moeizamer ging, want je bent en blijft toch een vrijwilligersorganisatie. Bouw je iets moois op, zoals bijvoorbeeld sponsoring waar dan veel aandacht en tijd naar uitgaat, dan stort iets anders weer in, omdat dat dan niet opgepakt wordt. Als de bereidheid om iets te doen voor je club niet toeneemt dan denk ik dat we straks betaalde krachten voor een aantal uren per week moeten gaan inhuren. Misschien een kans voor Sportservice dat je dat dan gezamenlijk regelt als sportclubs.”

Van Gulik korfbalde tot zijn 30ste bij Oranje Zwart, waarna hij door zijn korfballende kinderen bij Sparta terechtkwam. De afgelopen jaren stond hij aangemeld voor de veteranen op de woensdag, maar van spelen kwam niet veel. “Het voorzitterschap levert je veel op, bijvoorbeeld goede contacten. Je nodigt de wethouder uit en je bespreekt een en ander met hem. En ik heb als voorzitter gemerkt dat het succes van het eerste team heel belangrijk is. Win je, dan gaat de sponsoring wat gemakkelijker, is er voldoende PR en zijn er vaak genoeg vrijwilligers.”

Fluiten

Van Gulik blijft zeker actief bij Sparta, zo fluit hij regelmatig jeugdwedstrijden. “Ik wil sowieso weer meer gaan sporten. Het voorzitterschap koste mij gemiddeld zo’n acht uur gemiddeld per week. Ik was niet altijd en overal aanwezig om alleen maar mijn gezicht te laten zien, want dat vond ik ook niet mijn taak als voorzitter. Ik wilde juist wat doen en er was genoeg te doen.”