Gemeente vangt bot met beroep op verjaring; kegelaars nog altijd niet verhuisd
· leestijd 1 minuut Algemeen(door Mark de Rooij)
KEGELEN
De slepende zaak over de huisvesting van de Zwolse kegelaars duurt voort. De gemeente Zwolle en de stichting Zwols Kegelhuis liggen nog altijd met elkaar in de clinch over gemaakte afspraken, die wel of niet bekrachtigd zouden zijn. Het beroep van de gemeente op verjaring is in ieder geval afgewezen.
Een gang naar de rechter was onvermijdelijk nadat de partijen het in de afgelopen jaren niet eens konden worden over het lot van de circa 150 kegelaars – een aantal geraamd door de stichting Zwols Kegelhuis. De gemeente wil hen weg hebben uit het gebouw achter de Stilohal, dat net als het Kegelhuis tegen de grond moet om plaats te maken voor woningbouw. Het Kegelhuis werd in 1968 door de kegelaars uit de grond gestampt op grond van de gemeente. Sindsdien maakt het aanspraak op een erfpachtovereenkomst.
De gemeente Zwolle probeerde met een beroep op verjaring de overeenkomst ongedaan te maken, maar ving daarmee bot bij de rechter. “Hier deed zich juist niet de situatie voor dat de gemeente ervan uit is gegaan, of kon gaan, dat de stichting haar eventuele aanspraken had laten varen. Het door de gemeente gedane beroep op verjaring wordt naar maatstaven van billijkheid en redelijkheid als onaanvaardbaar aangemerkt”, stelde de rechtbank.
In het tussenvonnis bepaalde de rechtbank voorts dat de stichting Zwols Kegelhuis met bewijzen over de brug komen. De gemeente betwist namelijk dat het aanbod is aanvaard en de rechtbank noemt dat ‘een gemotiveerde betwisting’. De stichting moet bewijzen dat het heeft ingestemd met een concept akte van een nieuwe erfpachtovereenkomst. Bijvoorbeeld door aan te tonen dat het destijds, in 2009, heeft gevraagd het opstellen en passeren van de akte te laten verrichten door Wassink en Vermeulen notarissen te Epe. Ook moet het de namen doorgeven van bestuursleden die bij die gesprekken aanwezig zijn geweest.
Voor 26 januari moet het Kegelhuis de stukken aanleveren. Dat is volgens stichtingsvoorzitter Marcel van Vilsteren geen probleem.
De hoge eisen van de stichting voor de vergoedingswaarde (467.000 euro) worden door de gemeente weggezet als belachelijk, maar volgens Van Vilsteren is om dat bedrag helemaal niet gevraagd. “Dat is een vergoeding gebaseerd op de WOZ-waarde. Ik heb niet gezegd dat wij 467.00 euro vragen. Wij hopen dat we een redelijke vergoeding krijgen om elders een locatie te kunnen huren.”
Een eerdere zoektocht naar een alternatieve locatie, tussen pakweg 2017 en 2020, leverde niets op. Nadat beide partijen nog een aantal keer overleg hadden gevoerd, heeft de gemeente bij brief van 24 maart 2021 de erfpacht opgezegd tegen 1 april 2022.
