Wethouders Dorrit de Jong en Ed Anker.
Wethouders Dorrit de Jong en Ed Anker. Foto: Pedro Sluiter

‘Ouderen en jongeren op een plek laten wonen die bij hen past’

· leestijd 4 minuten Algemeen

ZWOLLE - Een inclusieve samenleving zijn, waar mensen wonen op een plek die bij hun past. Dat wil de gemeente bereiken met het Programma Wonen en Zorg. Gemeenten uit het hele land volgen met belangstelling hoe in Zwolle wordt samengewerkt om een woning te vinden voor ouderen en jongeren met een zorgvraag. “Het moet normaal zijn dat er mensen in je buurt wonen die een beetje hulp nodig hebben. Dat hoort gewoon bij het leven”, vinden wethouders Ed Anker (Wonen) en Dorrit de Jong (Zorg).

Onderzoek laat zien dat er nu 22.000 ouderen in Zwolle zijn. Dat loopt op naar 31.000 in 2040. En er zijn mensen met een zorgvraag die steeds meer zelfstandig blijven wonen.

“Je moet iets aanbieden aan de ouderen die zelfstandig willen en kunnen wonen. Want wat ook speelt is dat verpleeghuiszorg wordt afgebouwd”, zegt wethouder de Jong. “Een oplossing vraagt iets van de stad, van het soort en aantal woningen, van de openbare ruimte, van de voorzieningen in de wijk, van de buurt en hoe je met elkaar leeft.”

Wonen en zorg dus. “Twee totaal verschillende werelden, de zorgwereld en de fysieke bouwwereld”, zegt wethouder Anker. “We hebben daarom voor dit programma twee mensen met een verschillende achtergrond aangenomen: de een komt uit de zorg, de ander heeft ervaring met vastgoed. Die werken tussen beide afdelingen in, soms als breekijzer, soms als brug.”

In Zwolle bestaat al ruim tien jaar het platform Wonen, Welzijn en Zorg 038: WWZ038. Via het programma Wonen & Zorg werd dat Platform recent gesprekspartner van het Concilium. In de eerste zijn zorginstellingen, welzijnsorganisaties, woningcorporaties en de Regionale Instelling Beschermd Wonen verenigd. In de tweede ontwikkelaars, bouwers en woningcorporaties. De gemeente zit bij beide aan tafel. Anker: “Beide werelden vinden het interessant om bij elkaar in de keuken te kijken. Het Zwolse Concilium was al bijzonder in Nederland, maar dit samenwerkingsverband, waar die twee werelden écht met elkaar in gesprek zijn, is uniek.”

Wonen en zorg gaat niet alleen over woningen. Anker: “Het gaat ook over ruimtelijke inrichting. Zwolle heeft een traditie van ontwerpen in een stad waarbij de menselijke maat leidend is. Er wordt vanaf het begin op de tekentafel meegedacht: door wie wordt de ruimte gebruikt, hoe maak je het prettig en toegankelijk.”

De Jong: “De openbare ruimte moet uitnodigen tot bewegen en sporten, ook voor ouderen. Fysieke aanpassingen, brede stoepen, niet teveel drempels, bankjes. Het gaat over draagkracht in de wijk, we moeten goed kijken in welke wijk mensen met een zorgvraag kunnen wonen zodat daar niet een concentratie ontstaat van mensen die alleen zorg vragen. Daarom hebben we al tien jaar het protocol Welkom in mijn Wijk. Ook willen we meer sturen op spreiding van cliënten vanuit de wet langdurige zorg en re-integratie uit de gevangenis. Mensen moeten op een plek komen waar de wijk het kan dragen.”

De ‘magic mix’ heet dat in het programma: de mix tussen dragers en vragers van zorg. Anker: “Een woningcorporatie kan je dat mooi uitleggen: als je een portiek hebt waar allemaal mensen met een heftige zorgvraag zitten, dan weet je dat het een zwaar portiek wordt. Niet omdat het mensen zijn van kwaaie wil, maar omdat er niemand in hun omgeving is die ze even om hulp kunnen vragen. Dat is de kunst: om het zo in te richten dat mensen elkaar wat kunnen vragen.”

De eerste resultaten van het Programma Wonen en Zorg werden deze maand bekend gemaakt. De Jong: “Er lopen inmiddels verschillende projecten. Voor jongeren hebben we bijvoorbeeld het Talentenplein. Daar wonen jongeren met psychische kwetsbaarheid tussen studenten die deze jongeren op weg helpen. Dat is een geslaagd voorbeeld, we proberen nu een tweede op te zetten.”

“Of In-the-box-woningen. Dat zijn garageboxen die worden omgebouwd tot woningen. Dat doen we samen met woningcorporaties. Twaalf garageboxen worden zes studio’s. Daar kunnen jongeren met een specifieke zorgvraag wonen, omdat we zien dat deze groep het anders verliest. De woningmarkt is al zo concurrerend. Voor jongeren met een laag inkomen en zorgvraag, moeten we een extra stapje zetten.”

Anker: “We zullen nadrukkelijk dit soort nieuwe onconventionele ideeën moeten uitproberen en meer met flexibiliteit gaan werken, het blijft zoeken naar een goede mix. Ook in Spoorzone willen we snel tijdelijke woonruimte realiseren voor jongeren die aan het begin van hun wooncarrière staan, maar die ook een zorgvraag hebben. Die wonen dan dicht bij het station en onderwijsinstellingen. Gezamenlijk wonen wordt een nieuwe trend, dat soort dingen ga je in de Spoorzone terugzien. We willen mensen gelegenheid geven om een start te maken, want alles is beter dan in een zorginstelling te zitten terwijl je daar niet hoort. Maar het zijn wel nadrukkelijk plekken waar mensen tijdelijk wonen. We moeten dan wel voor doorstroming zorgen.”

Twee van die woonplekken zijn er al: de Steiger en Vlindertuin; in Oosterenk en naast de Oude Ambachtsschool in de Pierik. Anker: “Er werd gedacht: dat wordt nog wat, mensen met problemen bij elkaar laten wonen. Maar het zijn plekken van optimisme, mensen beginnen daar met iets, ze wonen niet meer in een zorginstelling en hebben een eigen plek. Ze gaan een baan zoeken, hun opleiding afmaken en dan door naar een volgende woning.”

Ook voor ouderen komen er projecten van de grond om het gat te dichten tussen verpleeghuis en zelfstandig wonen. De Jong: “Dan denk ik aan woonzorgconcepten waarbij de bewoners wel enigszins zelfstandig wonen maar met gemeenschappelijke ruimtes. De Knarrenhof is daar een voorbeeld van. Maar we zijn op zoek naar wat kan er nog meer kan. Bijvoorbeeld dertig appartementen voor senioren in Dieze-West. Mensen die nog best zelfstandig kunnen leven maar een beetje eenzaam wonen. Ze krijgen een gemeenschappelijke woonkamer en keuken, zodat ze meer contacten hebben.”

Voor de projecten wordt niet alleen gekeken naar corporaties maar ook naar ontwikkelaars. “We zien dat er ouderen zijn die wat meer te besteden hebben. Dus dat die juist in de vrije sector huur- en koopwoningen op zoek zijn.”

Zo staan er meer projecten op stapel. Parentshouse, voor mensen die in een dreigende complexe echtscheiding terecht komen en even een time-out nodig hebben. En Onder de Pannen, een project waarbij mensen met een grote woning een kamer over hebben en die ter beschikking stellen aan mensen die economisch dakloos zijn, dus zonder zorgvraag.

En bij nieuwe buurten wordt al nagedacht hoe zorg een plek kan krijgen. Anker: “Bijvoorbeeld bij een gebiedsontwikkeling als De Nieuwe Veemarkt. We denken al vanaf het begin mee en helpen om de zorg op een goede manier een plek te geven. Hoe kunnen we dat zo slim doen dat de hele wijk er sterker van wordt? ”

Draagvlak is daarbij belangrijk. De Jong: “Wijkbewoners krijgen ermee te maken. Maar misschien ben je het zelf wel. En een drager kan ook een vrager zijn, en andersom, dat is afhankelijk van de omstandigheden. Als je morgen een ongeluk krijgt en je hebt niet aangeboren hersenletsel, dan wil je ook graag in je huis blijven wonen. Maar dan ben je ineens degene die zorg aan huis nodig heeft en dan hoop je ook dat er buren zijn die je helpen. Het perspectief kan altijd wisselen, het is goed om dat in je achterhoofd te houden.”