HC Zwolle serieus in gesprek met leden over coronaconsequenties

(door Mark de Rooij)

HOCKEY - Financiële zorgen zijn er vooralsnog alleen op de lange termijn voor Hockeyclub Zwolle en als de competitie in januari weer van start kan is er niet zoveel aan de hand. "Maar dit is wel killing voor het verenigingsleven", vindt voorzitter Olaf ten Thij.

Van de drie scenario's die de fusievereniging onlangs maakte, is het meest rooskleurige inmiddels al weer achterhaald sinds duidelijk werd dat er dit jaar geen wedstrijden meer komen. Verandering gaat snel in coronatijd.

Tussen het zwarte scenario -'de club gaat er aan onderdoor'- en het rooskleurige zit het realistische scenario. "Daarin wordt de competitie uitgespeeld, mag het clubhuis niet open, maar is er wel een 'take-away' met een barretje voor het clubhuis, zoals in de eerste competitiewedstrijden", schetst Ten Thij.

De voorzitter vindt dit een realistisch scenario omdat er voor de hockeycompetitie, in tegenstelling tot bij het amateurvoetbal, nog genoeg mogelijkheden zijn om in te halen. Op dit moment zijn er, bij de eerste teams althans, 6 van de 22 competitieduels gespeeld.

"We hebben een lange winterstop in de veldcompetitie, tot maart. De winters zijn zacht. Als we die optimaal benutten, kun je snel inlopen", denkt de voorzitter. "Eigenlijk hebben we ook nog maar een klein stukje gemist. En we kunnen door tot juni.”

Pittig jaar

Financiële zorgen zijn er nog niet zozeer, maar een heet hangijzer is wel wat er gebeurd met de veldhuur voor de maanden juni, juli en augustus. Daar is uitstel voor gegeven, maar dat is vooralsnog niet kwijtgescholden door de gemeente. Ten Thij is maar wat blij dat de club net de tering naar de nering had gezet voordat corona het verenigingsleven dit voorjaar voor de eerste keer stillegde. De financiële huishouding was hierdoor weer op orde. "Maar dat had geen half jaar later moeten gebeuren", weet Ten Thij.

Volgens de voorzitter zit de meeste pijn momenteel in het sociale stuk van de lockdown. "Het is wel killing voor het verenigingsleven. Geen wedstrijden, clubhuis niet open; volwassenen krijgen wel heel weinig waar voor hun geld. Bij de jeugd kan er gelukkig nog wel veel gedaan worden. Dat is het voordeel van een grote club: op ieder niveau kunnen we onderlinge competities organiseren.”

Loyaliteit

Ten Thij, die nu ongeveer drie jaren voorzitter is, beseft dat de club meer dan ooit een beroep moet doen op de loyaliteit van leden en sponsoren. "We doen ons stinkende best om er voor de leden nog iets van te maken, maar het is al best ingewikkeld. Leden en sponsoren krijgen niet voldoende waar voor hun geld, maar ze snappen de situatie. We willen wel serieus in gesprek gaan met de leden over de financiële consequenties."