1934. Rinus Schotman (rechts) wint op wielerbaan Urbana.
1934. Rinus Schotman (rechts) wint op wielerbaan Urbana. Foto: Eigen foto

Baanvedette Rinus Schotman en de historie van wielerbaan Urbana staan centraal tijdens wielerlezing

ZWOLLE - Harry Bouwhuis houdt op woensdagavond 17 november om 20.00 uur in Grand Café Zuijdt in Zwolle een lezing over de Zwolse wielerhistorie. Van zijn hand kwam het boek ‘Pedaalridders in Zwolle’ uit. Daarin wordt onder meer uitgebreid ingegaan op het kortstondige bestaan van Wielerbaan Urbana en de prestaties van de Zwolse baanvedette Rinus Schotman.

Rinus Schotman wordt op 22 september 1914 geboren in de Drietrommeltjessteeg in de oude Zwolse binnenstad. Hij verlaat al snel de lagere school op het A-plein om geld te verdienen. Schotman is fan van ZAC en vooral van keeper Arie Waaijer alias ’de grijze tijger’. Tijdens een bedrijfsvoetbalwedstrijd valt Rinus als gelegenheidsdoelman op met enkele goede reddingen. Hij wil graag keeper worden van ZAC maar de ballotagecommissie wijst de aanvraag voor een lidmaatschap af. Na de verhuizing van het gezin Schotman naar de Zeeheldenbuurt is wielrennen voor Rinus dé uitdaging. Hij wint in juli 1933 een grasbaanrace op het voetbalveld naast Café Restaurant Urbana. Het is het startsein van een imposante loopbaan. 

Baanvedette

Schotman wordt lid van wielerclub WSVZ en blijkt al snel een talent op wielerbaan Urbana. Het complex wordt in maart 1934 geopend. Rinus groeit uit tot een internationaal gewaardeerd coureur en komt, vaak ook samen met koppelgenoot Eppe van Essen, uit op de mooiste wielerpistes zoals die van Antwerpen, Dortmund en Kopenhagen. De hoogtijdagen van de baanwielrennerij zijn aan het eind van de jaren dertig voorbij. Vijf jaar na de opening in 1939 wordt de tweehonderd meterbaan, vervaardigd van Zweeds grenenhout, alweer gesloten en daarna gesloopt. 36 overwinningen op de vijf kilometer achtervolging, 75 gewonnen koppelkoersen, een gebroken pols en de nodige sleutelbeenbreuken staan dan op het indrukwekkende CV van de Zwolse ‘pistier.’ (Bron: ‘De topsportjaren van Rinus Schotman’. Wim van den Bosch 1995)
Tijdens zijn verhaal vertelt Bouwhuis ook over de populariteit van het wielrennen in de jaren vijftig. Iedere wijk in Zwolle had destijds wel een eigen wielerronde. Verder komt aan de orde de opmerkelijke presentatie van de Pretty City formatie in de jaren zeventig. Hoofdsponsor was een aan de Assendorperstraat gevestigde sexclub. Ook markante renners en wielerevenementen in Zwolle zoals De Ster worden in de schijnwerpers gezet.

Speciale gast is de in Zwolle woonachtige schrijfster en wetenschapsjournalist Bauke Vermaas. Zij legt zich, naast haar journalistieke werk, samen met dichteres Veronique Rap uit Utrecht ook toe op het schrijven van korte wielergedichten. (Zie ook www.wielerpoëzie.nl of de instagrampagina @wielerpoëzie). Zij zal op de wieleravond er een aantal voordragen.