Op een kruispunt van wegen
(door Wim Coster)
Op 10 mei 1865 reed de eerste trein van Zwolle naar Kampen, op het laatste traject in de lijn vanaf Utrecht. Sindsdien is de spoorwegovergang van het ‘Kamperlijntje’ een plek vol mobiliteit (en soms ook stagnatie). Al eeuwenlang liep hier de weg van het Katerveer naar de stad, met sinds 1819 de Willemsvaart ernaast. Tussen 1885 en 1919 passeerden er ook de door paarden getrokken wagons van de NV Zwolsche Tramwegmaatschappij, de ZTM. En van 1914 tot 1934 lag aan de noordoostkant het begin- en eindpunt van de stoomtram naar Blokzijl, de ZB. Over de Willemsvaart voer van 1920 tot 1965 een pontje, ook en vooral ten behoeve van het onderwijs aan weerszijden; in de Veerallee vooral de Christelijke HBS (het tegenwoordige CCC) en het inmiddels weer verdwenen Gymnasium Celeanum.
Er ontwikkelde zich bedrijvigheid, zoals die van de machinefabriek van Bokslag, waarin later de ‘Eerste Zwolsche Autogarage’ van B.J. Schurink onderdak vond. De nieuwe wijk de ‘Veerallee’ was toen, al sinds de eeuwwisseling, volop in ontwikkeling. Als een zijtak van de Willemsvaart was een haventje ingericht, met een plaats om vee voor de nabije markt te laden en te lossen, de ‘Veelading’. De sluiting van de Willemsvaart in 1965 betekende ook de opheffing van de draaibare spoorbrug. Nieuwe bebouwing ontstond, zoals die van de Veeralleeflat in het begin van de jaren zeventig. Op de plek van de garage kwamen uiteindelijk de Kringloop Zwolle en een autoservicestation. Zij zullen echter weer verdwijnen, om plaats te gaan maken voor woningbouw.
Maar op en over het Kamperlijntje is er nog altijd sprake van mobiliteit.