Zwolse duit rond 1585.
Zwolse duit rond 1585. Foto: Collectie Overijssel/Collectie VORG

Geld stinkt niet

Geld stinkt niet. Met deze zegswijze wordt bedoeld dat iedereen geld wil zonder zich af te vragen waar het vandaan komt. De uitdrukking geld stinkt niet (pecunia non olet) hebben wij te danken aan de Romeinse keizer Vespasianus((9-79na Chr.)

Toen Vespasianus aantrad was de staatskas leeg door de brand van Rome, de excessen van Nero en de Opstand van de Batavieren.. Bovendien had hij geld nodig voor de bouw van een grote arena in Rome, het latere Colosseum.

Eén van de eerste besluiten, die Vespasianus na zijn troonsbestijging nam was de invoering van een belasting op openbare toiletten. Hij vond namelijk dat de uitbaters van de urinoirs zoveel geld verdienden aan alle urine, die zij aan leerlooiers en vollers verkochten dat de staat daarin best mocht meedelen. Zijn zoon Titus vond dat ongehoord. Als Titus zijn ongenoegen aan Vespasianus kenbaar maakt, duwt die hem wat geldstukken van de eerste belastingheffing onder de neus en vraagt Titus wat hij rook. “Niets”, antwoordt zijn zoon. “Precies jongen. Geld stinkt niet”.

Het woord munt komt oorspronkelijk van het Latijnse Moneta. Op de kalenderdagen in juni die aan de Romeinse godin Juno waren gewijd werd er op het Capitool een groot feest gehouden ter ere van deze godin. Zij werd dan aangeroepen onder de naam Juno Moneta (Juno de waarschuwende). Hoogstwaarschijnlijk is dat moneta een benaming voor geld geworden, omdat de Romeinen in of nabij deze tempel hun munten sloegen.

Geld in de vorm van muntstukken is in ons land in gebruik sedert de Romeinse tijd. Geld speelt ook een grote rol in uitdrukkingen en gezegden. Zo komt het dat veel munten, die verdwenen zijn hun plaats in zegswijzen bewaard hebben. Een voorbeeld van zo'n verdwenen munt is de duit. De duit was voor de invoering van het decimale stelsel in 1816 de munt met de laagste waarde in Nederland. Acht duiten waren een stuiver waard dus gingen er 20 maal 8 = 160 duiten in één gulden.

De munt werd in 1816 afgeschaft. Wij kennen nu nog de duitendief; ook kunnen wij een duit in het zakje doen. Vroeger deden de mensen dat bij de collecte voor de armen in de kerk, nu doen wij dat met onze mond als wij tijdens een gesprek ook iets naar voren brengen.

Girbe Buist

www.buistbevingsprojecten.nl