Afbeelding
Foto: Unsplash

Provincie wil geen nieuw onderzoek doen naar uitstoot veehouderijen Mastenbroek

Algemeen

DEN HAAG – Met een schorsingsverzoek bij de Raad van State probeert de provincie Overijssel te ontkomen aan een grootschalig onderzoek naar bemesting bij acht boeren in Overijssel. Het gaat onder meer om veehouders in Mastenbroek, Oude Wetering en Zwolle. De provincie vindt het onderzoek overbodig en bovendien een aanslag op de beschikbare tijd van zijn ambtenaren.

De kwestie gaat over een handhavingsverzoek van de milieuorganisatie van Johan Vollenbroek MOB. Die vroeg de provincie om de boeren in de regio Kampen, Zwolle en andere gebieden in de provincie te controleren. Ze zouden onterecht zonder natuurvergunning weilanden bemesten. Daar komt stikstof bij vrij.

De provincie wees het verzoek af. Uit onderzoek bleek dat de boeren niet zorgen voor een toename van stikstof. In dat geval is geen natuurvergunning vereist. Van een overtreding was geen sprake en dus was er ook geen reden om te gaan handhaven.

Onvolledig onderzoek

Volgens de Zwolse rechtbank had de provincie nauwkeuriger moeten kijken naar de bestaande rechten van de boeren voor het bemesten van hun weilanden. “Alleen dan is te beoordelen of er al dan niet sprake is van een toename van stikstof”, oordeelde de rechtbank. De provincie kreeg opdracht om dit alsnog te doen binnen een periode van 16 weken. Volgens de provincie is dat een ondoenlijke opgave.

De woordvoerder van MOB stelde vandaag bij de Raad van State dat de provincie veel meer kan doen om de bestaande rechten van de boeren in kaart te brengen. Het handhavingsverzoek loopt al vanaf 2018 en al die tijd is er weinig boven tafel gekomen, vindt de woordvoerder.

Feitelijke en vergunde rechter

De Zwolse rechtbank vindt dat de provincie de feitelijke situatie op de veehouderijen had moeten onderzoeken vanaf het moment dat de beschermde Natura 2000 gebieden werden aangewezen. Die situatie is bepalend voor de hoeveelheid rechten op bemesting.

Maar de provincie keek niet naar de feitelijke situatie. De provincie oordeelde dat een oude vergunning of een toen geldend bestemmingsplan voldoende is om de bestaande rechten vast te stellen. Dit standpunt is onlangs door de Raad van State in een andere zaak ook bevestigd. Daarmee lijkt het nu al een gewonnen zaak voor de provincie. De Raad van State is namelijk de hoogste bestuursrechter en die heeft het laatste woord.

Deze zeer principiële kwestie wordt begin volgend jaar vervolgd. Intussen beslist de Raad binnen drie weken of de provincie een uitgebreid onderzoek bij de boeren moet doen.

Nick de Vries