Afbeelding

Kind van de club

Algemeen

Daar stond hij dan vrijdagavond op het Helmondse kunstgras voor zijn supporters in het uitvak. Ze zongen hem toe, met dankbaarheid. Hij besefte dat hij voor het laatst in het blauwwitte shirt had gespeeld. Emoties zochten een weg. Zijn lip trilde. Zijn oogleden probeerden tranen weg te knipperen.

Thomas van den Belt, kind van de club. Hij leidde zijn PEC Zwolle mede naar de eredivisie. Vorig jaar nog regelmatig de schlemiel met verkeerde terugspeelballen, dit seizoen de aanjager op het middenveld. Meer dan aanjager zelfs. Hij gaf assists voor scorende collega’s. Zelf tikte hij 16 keer het scorebord aan. Hij verruilt het blauwwit voor de clubkleuren van Feyenoord. De landskampioen ziet toekomst in Thomas. Als 10-jarige kwam hij bij de jeugdopleiding van PEC. De Zwolse bekerwinst zag hij voor de tv als 13-jarig jochie. En vrijdagavond eerden de supporters met hun gezang dit kind van hun club. Met zijn uitstekende resultaten van dit seizoen maakte hij zijn jongensdroom waar. Spelen in het eerste van PEC en vervolgens naar Rotterdam Zuid. In de voetsporen van zijn vader Gerald, maar dan veel beter. 

Thomas en zijn teamgenoten presteerden ongelooflijk. Zij realiseerden een huzarenstukje door in 1 jaar terug te keren waar ze thuishoren: de eredivisie. Het ging niet vanzelf. Er moest hard worden gewerkt. Het voetbal sprankelde niet. Behalve dan die wedstrijd tegen de latere kampioen in Almelo. Over het hele seizoen was Heracles net iets productiever. Ondanks onze 13-0 tegen Den Bosch en het feit dat PEC de topscorer leverde. 

We kunnen nog lang napraten over het seizoen, maar de feiten blijven het zelfde. PEC speelt eredivisie komend seizoen en dat betekent weer twee keer de IJsselderby tegen onze rivaal een aantal kilometer stroomopwaarts. 

Voor we uit volle borst kunnen zingen dat de IJssel van ons is, moet er wel wat gebeuren om de selectie inderdaad op het gewenste niveau te brengen. Thomas van de Belt staat symbool voor de aanstormende jeugd uit de eigen opleiding. Hij levert ook nog meer dan een paar grijpstuivers op. Technisch directeur Marcel Boudesteijn staat voor een nog grotere uitdaging dan vorig jaar: handhaven! Aan de top komen is één, er blijven is niet simpel.

Al onze kroonjuwelen in de vorm van talenten verkopen kan niet. Toch rammelen sommige clubs al met de geldbuidel. Ik zie de technisch directeur in staat het evenwicht te bewaren. Zijn motto is niet ‘lullen maar poetsen’. Als hij er in slaagt de nieuwste slogan ‘ de mooiste club van allemaal’ om te zetten in aansprekende daden, gebeurt er iets moois in de stad. En kunnen we uit volle borst ‘De IJssel is van ons’ inzetten.

Gerard Meijeringh