Afbeelding
Erik-Jan Berends

‘De vloek van Voorst’ geeft jeugd historisch besef van tijdsbeeld en vrijheid

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Erik-Jan Berends)

WEZEP – De Wezepse schrijfster Joke Eikenaar presenteert woensdag om 14.30 uur haar nieuwe jeugdboek ‘De vloek van Voorst’ bij boekhandel Waanders. Het verhaal speelt zich af in 1361 in en rond kasteel Voorst dat op de plek stond van het Stinspark in Westenholte.

“Ik was halverwege met het boek, toen me werd verteld dat het park op de schop ging. Toen kreeg ik ineens haast”, aldus de auteur. “Er werd gezegd dat de opening eind 2019 zou zijn. Ik wilde het boek voor die tijd af hebben.”

“Een verhaal dient zich zo aan”, vervolgt ze stellig. “Ik snap niet dat mensen die geen inspiratie of thema hebben, zeggen ‘ik ga nog eens een boek schrijven’. Bij mij moet eerst het idee er zijn, voordat ik aan schrijven denk. Bij uitgevers hoor je vaak dat geschiedenis niet verkoopt. Ik vind het juist heel leuk om kinderen in aanraking te laten komen met de middeleeuwen. Als je het niet aanbiedt, krijgen ze de kans niet eens. Jeugd is momenteel vooral geïnteresseerd in fantasy, maar de oorsprong daarvan komt juist uit de middeleeuwen. Wat is het dan leuk als het verhaal ook echt is gebeurd.”

‘De vloek van Voorst’ werd al vergeleken met Hasse Simonsdochter van Thea Beckman. Daarop is Eikenaar wel trots. Het is het veertiende boek waaraan de schrijfster/illustratrice heeft meegewerkt of heeft gemaakt. “Ik heb met name veel prentenboeken gemaakt; voor vijf boeken heb ik geschreven èn geïllustreerd en één enkel geschreven. Leesboeken heb ik tot dusver twee geschreven en geïllustreerd. Het zijn boeken over Kringloopwinkel Hebbus voor kinderen van acht jaar en ouder. De vloek van Voorst is voor kinderen van twaalf jaar en ouder, nét iets spannender. Ooit zal ik eens wat voor volwassenen schrijven. Ik heb nog een heel saai verhaal in gedachten dat de jeugd niet aanspreekt”, zegt ze lachend.

De aanleiding voor dit jeugdboek was dat Eikenaar werd gevraagd een spookverhaal te schrijven voor een bundel met verhalen uit alle provincies. “De bundel verschijnt in februari. Ik wist dat Zwolle in de middeleeuwen een paar keer in de fik heeft gestaan. Dat ben ik gaan uitzoeken. Zo kwam ik bij kasteel Voorst. ‘De vloek van Voorst’ gaat over twee tieners die bij de oorlog, die ontstaat na een nieuwe brand, worden betrokken. Ik heb het verhaal heel toegankelijk geschreven en hoop natuurlijk dat het aanspreekt.”

Voordat ze begint met schrijven heeft de auteur zich flink in de historie verdiept. “Op een gegeven moment kon ik bijna nergens anders over praten. Informatie vond ik online bij de Nederlandse Digitale Bibliotheek en bij het Historisch Centrum Overijssel. Ik heb wel veel met geschiedenis. Ik vind het heel bijzonder hoe men vroeger met elkaar omging. Ik zou het mooi vinden als kinderen zich ook meer in de middeleeuwen gaan verdiepen na het lezen van mijn boek. Maar ja, ze zitten aan het begin van de pubertijd en dan kijk je bij een bezoek aan een kasteel toch anders. Dat had ik zelf ook.”

Het boek geeft volgens Eikenaar ook een besef van tijdsbeeld en vrijheid. “We zijn nu op alle vlakken heel rijk. Blijkbaar hebben sommige rijken het nodig, om dat te laten zien. Toen was dat zo, en nu nog steeds. Allen zijn wij, burgers, nu ook enorm rijk, in alles wat we kunnen kopen aan kleding en voedsel. Daardoor moeten de rijken van nu absurde dingen bedenken om zich toch weer te onderscheiden. Het boek gaat ook over de situatie van meisjes. Meike, de hoofdpersoon, is zich heel erg bewust dat het geiten hoeden voor haar geen blijvertje is. Als ze later een gezin heeft, moet ze daarvoor zorgen. Meisjes kwamen het kasteel ook niet uit, tenzij ze gingen trouwen.”

De schrijfster vertelt dat ze de geschiedenis zo betrouwbaar mogelijk heeft opgetekend. “Meike heeft iets te veel vrijheid, maar anders was er geen verhaal. Vanuit die tijd zijn er natuurlijk ook weinig geschriften. Veel informatie is mondeling doorgegeven en hoe betrouwbaar is die? Geschiedenis is bovendien geen oude koek. Het leeft nog steeds en soms wordt die herschreven door nieuwe inzichten.”

De echtgenoot van Eikenaar komt uit Westenholte. “Maar als het kasteel in Berkum of Wijthmen had gestaan, had ik het boek ook geschreven”, reageert ze lachend. “Ik houd van Zwolle. De ontwikkelingen van de laatste vijftig jaar zijn de stad allemaal ten goede gekomen. Overigens vertelde mijn zwager vorige week dat mijn overleden schoonvader nog een steen van de Stins van Voorst had. En die steen lag bij mijn zwager in de tuin in Groningen. Ik vond het geweldig en mocht hem hebben. Ik was als een kind zo blij. Die steen neem ik woensdag mee naar de boekpresentatie.