Roemeense turners trainen bij Victorium Zwolle
· leestijd 1 minuut SportTURNEN - Sinds deze week traint de Roemeense nationale turnploeg bij Sportcentrum Victorium in Zwolle. Gerard Speerstra (50), de man die achttien jaar lang Epke Zonderland trainde, is de bondscoach en geen onbekende in het Zwolse.
De Fries Speerstra startte augustus vorig jaar bij Stichting Turnacademie Regio Zwolle met de ambitie om nieuw Nederlands turntalent voor Oranje klaar te stomen. Dat doet hij samen met Michael Hollander, die in Zwolle werkte aan de oprichting van een Turnacademie. De twee troffen elkaar bij RKDOS Kampen, waar Gerards zoon Wouter twee keer per week trainde.
Dagelijks worden zestien turnjongens getraind met als doel uiteindelijk het behalen van de Olympische Spelen. “Ik ben in Zwolle begonnen en we hebben daar een hoge ambitie neergelegd. Ik ga niet uitstappen. We hebben hier wat af te maken”, aldus Speerstra.
Intentie
Daarmee maakte Speerstra zijn rentree als turntrainer. Nu komt daar het bondscoach van het Roemeense nationale turnteam voor mannen bij. “Mijn contract met de Roemenen is in ieder geval voor een half jaar. Afhankelijk van de prestaties wordt dat verlengd met één of twee jaar. De intentie is dat ik aan de Roemeense ploeg verbonden blijf tot in 2024. Dan zijn de Olympische Spelen in Parijs. Een beetje te vergelijken met de nationale ploeg van België, waar ik uiteindelijk ook bijna vier jaar ben geweest.”
Voor hem was de ambitie van Roemenië doorslaggevend. Ooit was het een top tien land in de wereld. Federatie, trainers en sporters willen volgens Speerstra graag bij de beste dertien van Europa horen. “Dat is geen misselijke opdracht, al hebben ze een aantal zeer goede turners ertussen zitten Afgelopen jaren is de cultuur daar sterk veranderd. Het is allemaal vrijer geworden en er is een groter aanbod van sport. Bovendien staat sport niet meer op eerste plaats in de samenleving. Vergelijkbaar met Nederland, waar je nu puur op basis van aanwas moet kijken hoe goed iemand kan worden.”
Dril-cultuur
“Heel anders dan de ‘dril-cultuur van vroeger’, waar jongeren geen keuze hadden, werden gepusht om goed te worden in een bepaalde sport ‘omdat hele gezinnen daarvan rond moesten komen”, voegt Speerstra toe. “Nu kiest de jeugd, net als bij ons, een bepaalde sport. Als je getalenteerd bent, heb je nog steeds de keuze: doorgaan en een studie volgen, of stoppen en helemaal gaan voor een andere carrière.”
