Wim Coster (l) en Frank de Wit bij één van de entrees van het Veeralleekwartier.
Wim Coster (l) en Frank de Wit bij één van de entrees van het Veeralleekwartier. Foto: Erik-Jan Berends

Wim Coster beschrijft en Frank de Wit schildert de route van Veerallee naar Katerveer

· leestijd 2 minuten Algemeen

(door Erik-Jan Berends)

ZWOLLE – Kijkend vanuit de woonkamer van Wim Coster in het Veerallee kwartier is de voorpagina van zijn nieuwe boek Van Veerallee naar Katerveer te ontdekken. Grafisch vormgever Frank de Wit heeft de straathoek geschilderd. Hij maakte 24 schilderijen in het beschreven gebied voor het boek dat op 30 oktober verschijnt.

“Ik moet affiniteit hebben met het onderwerp en er potentie in zien”, antwoordt Coster op de vraag waarom hij het boek heeft geschreven. “De aanleiding was dat mijn vorige boek over dit gebied, dat ik in 2004 met Jan de Jong heb geschreven, was uitverkocht en ik vragen kreeg van mensen of ik nog exemplaren had liggen. Ook is de wijk intussen uitgebreid wat een nieuwe groep lezers oplevert. Ten slotte is er veel mobiliteit; er zijn de laatste tijd veel nieuwe bewoners bij gekomen.”
Corona bracht schrijver en schilder meer tijd om hun werk te doen. Ze vroegen uitgever Marloes Waanders al snel of het boek dikker mocht worden. Coster: “Ik ben in 1990 begonnen met schrijven en kwam in 1991 bij Waanders terecht. Het is prettig dat je direct het vertrouwen krijgt.” In ‘Van Veerallee naar Katerveer’ beschrijft hij de historie van ongeveer tien vierkante kilometer. “Hoe klein het gebied ook is, je kan er altijd een boek over schrijven. Geschiedenis zit overal. Ik had wel tien boeken kunnen schrijven. In deze uitgave heb ik het gebied tot de IJssel toegevoegd, waaronder het Katerveerpark en dat is ook het gebied waar voetbalvereniging ZAC groot is geworden.”

Coster begint dan ook in de ijstijd, lang voordat de eerste bewoners zich vestigen op de zandruggen. “In de loop der eeuwen zijn de mogelijkheden om grond bouwrijp te maken toegenomen”, legt hij uit. “Hier was het tot de jaren twintig van de vorige eeuw nog moeras en stikte het van de muggen. De laatste uitbreiding van de wijk Veerallee is de Prinsenpoort. Ik ben blij dat ze die buurt het goede karakter hebben meegegeven. Het adagium ‘bouwen is voortbouwen’ spreekt me erg aan.”

De Zwolse auteur heeft ook beschreven wat er in de tussentijd, sinds het verschijnen van zijn vorige boek over dit gebied, is gebeurd. Ook Spoolde komt ruimschoots aan bod. “Ik heb alle Papenackers – het wijkblad van Spoolde – doorgenomen. Dat heeft veel tijd gekost, als ook bij het Kwartaaltje, het wijkblad van het Veeralleekwartier. Het gaat vaak vooral om kleine dingen. Bijvoorbeeld dat er in de wijk in 1952 ‘Olympische Spelen’ zijn gehouden, boomplantdag of de strijd om een eigen wijkcentrum. Ik merk dat mensen dat ook leuk vinden om terug te lezen. Ik heb daarvoor heel intensief samengewerkt met Pier Karrenbeld en Henk Tuinman uit Spoolde. Zulke mensen heb je ook nodig. Opvallend is dat de buurtverenigingen van Spoolde en Veeralleekwartier niet hebben samengewerkt in de strijd tegen de overlast van de A28; ze hadden samen kunnen optrekken. Dat begint nu te komen. Spoolde had er het meeste last van. Stichting Spoolderbelangen is ook begonnen als actiegroep. Petje af wat deze mensen hebben bereikt.”
Voordat hij ging schilderen, heeft De Wit veel door de wijk gefietst en foto’s gemaakt. “”Ik heb geschilderd in de stijl van het Groninger kunstenaarscollectief De Ploeg”, legt hij uit. “Het kleurrijke spreekt me aan en het past ook bij de wijk. Ik heb 24 schilderijen gemaakt, waarvan er al een aantal is verkocht. Er hangen er straks 22 bij Ronald Westerhuis aan de Veerallee en de boekhandel van Theo Bloks in de Papenstraat. Ik heb Wim overigens wel voor een uitdaging gesteld. Plekken die ik mooi vond heb ik geschilderd. Aan Wim was het vervolgens om ze op de juiste plek in het boek te zetten.” En dat was een heel gepuzzel, vult de schrijver aan. “De geografie gaat niet altijd samen met de chronologie. Van alle afbeeldingen heb ik kopieën gemaakt en op tafel gelegd. Zo is het me gelukt.”

“Ik heb nu nog genoeg stof waaruit ik ook artikelen kan schrijven voor de wijkkrant en het Zwols Historisch Tijdschrift. Ik loop hier immers ook dagelijkse door m’n eigen decor, besluit hij. Coster en de Wit hebben ongeveer twee jaar aan het boek gewerkt. Het wordt zaterdag 30 oktober om 16.30 uur gepresenteerd in de studio van Ronald Westerhuis aan de Willemsvaart.