Rinus Schotman (rechts) wint in 1934 op de piste van Urbana.
Rinus Schotman (rechts) wint in 1934 op de piste van Urbana. Foto: Collectie HCO

Zwolse wielergeschiedenis herleeft in boek ’Pedaalridders in Zwolle’

· leestijd 2 minuten Sport

(door Mark de Rooij)

WIELRENNEN

Het moest er maar eens komen want het was er nog niet, dacht Harry Bouwhuis. Zo begon de Zwollenaar, onder meer bekend als sportjournalist van deze krant en De Stentor, aan een reconstructie van een unieke episode in het Zwolse wielerverleden. Het werd, mede ingegeven door veel vrije tijd vanwege corona, veel meer dan dat: een chronologisch verhaal over de Zwolse wielerhistorie gelardeerd met vijf intermezzo’s over bijzondere figuren.

“Ik wilde de Zwolse wielerhistorie weer tot leven brengen”, zegt Bouwhuis, die daar goed in is geslaagd. Het boek is, zeker voor wielerliefhebbers, interessante geschiedschrijving en voor de wat oudere Zwollenaren een heerlijke ‘trip down memory lane’. Het bevat veel archiefmateriaal uit lang vervlogen tijden (met dank aan krantenarchiefsite Delpher), tientallen oude foto’s en recenter materiaal van met name fotograaf Pedro Sluiter. “Het is eigenlijk een geschreven documentaire”, vertelt Bouwhuis, die als jongetje verslingerd raakte aan de wielersport. “Ik zat op voetbal maar ben ook altijd een wielerfan geweest. Ik had plakboeken met renners uit de jaren vijftig. Wout Wagtmans en Wim van Est, dat soort mannen.”

Met hun successen in de Tour zorgden zij ervoor dat de populariteit van de wielersport een vlucht nam in Nederland. “Wist je dat het vroeger bij wet verboden was op de weg te wielrennen? Daarom had je grasbaanraces. De eerste in Zwolle was in 1933. In de begin jaren dertig werden er talloze wielerbanen gebouwd in Nederland”, vertelt Bouwhuis. Veel aandacht schenkt hij aan Wielerbaan Urbana die in 1934 werd geopend en waar wedstrijden met in die tijd grote coureurs werden verreden. De piste verdween sinds de sluiting in 1939 later langzaam maar zeker in de houtkachels van veel Zwollenaren door de schaarste van brandstof in de oorlogsjaren.

Steeds meer banen vielen in die periode overigens ten prooi aan de slopershamer omdat het wielrennen zich vrijwel volledig naar de weg verplaatste toen dat eenmaal was toegestaan. De eerste deelname aan de Tour de France van een Nederlandse ploeg in 1937 leidde tot de opkomst en bloei van het wegwielrennen.

Elke wijk z’n eigen ronde

“De jaren vijftig. Dat waren de hoogtijdagen van het Nederlandse wielrennen. Etappeplaatsen tijdens de Ronde van de Nederland hadden dezelfde uitstraling als een etappe in de Tour de France. Kijk deze foto uit 1957, een volgepakte Grote Markt. Mensen hingen uit de ramen. Een sfeer die nu alleen nog hooguit geëvenaard wordt bij de Halve Marathon”, stelt Bouwhuis.

“Op een gegeven moment had elke wijk in Zwolle z’n eigen wielerronde. De Ronde van Assendorp, de Ronde van de Wipstrik, de Ronde van Holtenbroek, de Ronde van de Schildersbuurt. Bij die laatste stond ik dan zelf als kleine jongen uit de Ruysdaelstraat langs de weg.”

Wielericonen

Bouwhuis neemt de lezer op deze manier mee door de geschiedenis van het Zwolse wielrennen. Onderweg stapt hij nog vijf keer af om stil te staan bij bijzondere figuren en een iconisch evenement.

Het zijn hoofdstukjes die smaken naar meer. Zeker die van ’zesdaagse koning’ Jan Derksen, geboren in Geertruidenberg en in de eind jaren dertig woonachtig in Zwolle. Maar ook de episode over Rinus Schotman, ‘de beste renner die het Zwolse wielrennen heeft voortgebracht’. Twee andere intermezzo’s gaan over de flamboyante speaker Dick van Berkum en De Ster van Zwolle, al zestig jaar een topaffiche voor de Zwolse sport.

Waardering

Een conclusie die Bouwhuis al in De Proloog van zijn boek trekt is dat het Zwolse wielrennen na Rinus Schotman eigenlijk geen echte toprenners van naam meer heeft voortgebracht. “De Zwolse wielerclub RTVZ bijvoorbeeld trok ook vaak renners uit de verre regio aan.” Het laatste intermezzo gaat over de recente wereldsuccessen van vooral Anna van der Breggen en Kirsten Wild, toprensters die net als Loes Gunnewijk en Marijn de Vries neerstreken in Zwolle. “De gemeente koketteert er graag mee en terecht. Maar in de tijd dat wielrennen een echte volkssport was schoot de plaatselijke overheid regelmatig tekort wat betreft faciliteiten en vooral ook qua waardering voor mannen als Rinus Schotman en ook Jan Derksen die geweldige successen behaalden”, zegt Bouwhuis (1951), voor wie het boek misschien wel een eindklus is. “Het is een onzekere tijd. En na zoveel jaren publicaties, columns en verhalen is het wellicht ook wel eens een keer welletjes.”

‘Pedaalridders in Zwolle’, ruim honderd pagina’s wielrennen door de jaren heen, is vanaf woensdag 16 december voor 14,95 euro te koop in de Zwolse boekwinkels.

Pedaalridders in Zwolle. Wielrennen door de jaren heen.