Leerlingen bouwen nestkastjes voor strijd tegen processierups

ZWOLLE - Leerlingen van het Thomas a Kempis College helpen de gemeente Zwolle en haar inwoners de eikenprocessierups te bestrijden. De leerlingen maakten tweehonderd speciale nestkastjes voor koolmezen.

Maandag schroefden ze de laatste nestkastjes in elkaar tijdens hun science class. Binthout leverde het hout voor de nestkastjes; stichting Frion heeft het zaagwerk gedaan en daarvan pakketjes samengesteld. Leerlingen uit het eerste, tweede en derde leerjaar van het Thomas a Kempis College zetten de kastjes in elkaar. Bewoners in buurt van eikenbomen kunnen vanaf woensdag 11 maart gratis een nestkastje bij het wijkservicepunt in hun eigen wijk afhalen.

Eikenbomen

Klaas-Jan van de Belt, docent techniek aan het Thomas a Kempis College: “Vanaf de school kijken we uit op het Groot Wezenland. Een straat vol met prachtige eikenbomen. Naast de vele fietsers en wandelaars (waaronder onze leerlingen) komt ook hier helaas de eikenprocessierups voor. Via een tv-uitzending kreeg ik het bericht dat in de strijd tegen de eikenprocessierups de koolmees een fantastisch wapen is. De koolmees is blijkbaar gek op de rups. Met in mijn achterhoofd de gedachte dat wij als school een maatschappelijk functie willen vervullen, ontstond het idee om nestkasten te maken voor de koolmees. Ik heb contact gezocht met de gemeente Zwolle en daaruit ontstond een mooie samenwerking. Samen hopen wij dat door het ophangen van de nestkasten koolmezen worden aangetrokken om zo minder overlast te krijgen van de eikenprocessierups”.

Gratis

Van de vogelhuisjes worden 150 stuks via de wijkservicepunten gratis aangeboden aan Zwollenaren die in de buurt van eikenbomen wonen. Vijftig stuks worden opgehangen in het openbare groen.

Aandachtsgebieden

Wethouder William Dogger: “Door samen te werken met instellingen in de stad en bewoners kunnen we de eikenprocessierups op meer locaties op een natuurlijke manier bestrijden. Toch moeten we bedenken dat we hiermee de overlast niet geheel kunnen wegnemen. Wel zijn we beter voorbereid dan vorig jaar. Dit jaar zetten we onze middelen in om vooral in de aangewezen aandachtsgebieden de jeukende brandharen zoveel mogelijk te voorkomen. Daar gaat een bestrijdingsploeg actief rupsen wegzuigen. Zo hopen we het ontpoppen van de rups te voorkomen en de levenscyclus van eitje-rups-popstadia-vlinder te doorbreken. Bomen buiten deze route worden op basis van meldingen behandeld. Daarnaast wordt op beperkte schaal met een biologisch bestrijdingsmiddel gespoten. Dit doen we alleen op die plekken waar de overlast van de rups hoog is, de nevenschade aan natuurwaarde klein is en er weinig natuurlijke vijanden van de rups zijn. Op andere plekken zullen we de biodiversiteit juist verhogen, zodat de bestrijding met natuurlijke vijanden nog beter van de grond komt.”