Afbeelding
Foto: Shutterstock

Pastor De Deur vrijgesproken van vermeend misbruik kerkgenote

· leestijd 1 minuut Algemeen

ZWOLLE (JPZ) – Een oud-voorganger van geloofsgemeenschap De Deur in Zwolle is vrijgesproken van het plegen van ontucht met een kerkgenote. De rechtbank achtte niet bewezen dat de man als haar hulpverlener seks had met de vrouw.

Dat bleek dinsdag uit het vonnis van de rechtbank in Zwolle. De man was van 1987 tot 2018 pastor bij de conservatieve geloofsgemeenschap De Deur. Vanaf 1997 had hij die functie in Zwolle en hij gaf leiding aan alle gemeentes van De Deur in Nederland. Het slachtoffer kende de nu 61-jarige man al vanaf haar negende in die functie. Dat de pastor seks had met de vrouw, heeft hij ook op de zitting twee weken terug erkend. De vraag is of hij dat deed als de hulpverlener van deze vrouw. De rechtbank vindt van niet.

Hij was wel als pastor werkzaam in de maatschappelijke zorg. Kerkleden konden hem immers om raad vragen. Toen de twee eind 2014 in contact met elkaar kwamen naar aanleiding van geruchten van een buitenechtelijke relatie door mevrouw – iets dat niet toegestaan is in deze geloofsgemeenschap – was er van haar kant geen concrete hulpvraag. Nadat de kwestie was opgehelderd ontstond een vriendschappelijke band tussen de twee. Volgens de rechters blijkt niet uit het dossier dat hij zich in die relatie opwierp als de hulpverlener van de vrouw. Ook blijkt niet dat ze van hem afhankelijk was. En dat maakt dat hij moet worden vrijgesproken.

Voor de vrouw leidde de kwestie tot onder meer bedreigingen. Haar huis werd beklad met termen als ‘slet’ en ‘hoer’. Ze sprak over een vreemde seksuele fetisj van de man waarbij zeker 25 vrouwelijke geloofsgenoten in opdracht van de pastor vissen moesten slachten en toneelstukjes moesten opvoeren. Dat zijn echter feiten waarvan de man niet verdacht werd. De relatie tussen de twee werd eind 2015 door de vrouw beëindigd en werd in 2018 bekend bij de kerkenraad. De pastor werd toen uit zijn functie ontheven. Tegen de man was een taakstraf van 240 uur waarvan 60 uur voorwaardelijk geëist.