Kegelaars blijven hopen, maar sluiten einde in Zwolle niet uit
· leestijd 3 minuten Sport(door Mark de Rooij)
KEGELEN
Verhuizen naar Meppel doen de kegelaars liever niet, maar als er niet snel een nieuw onderkomen wordt gevonden in Zwolle, zien de leden van de Zwolsche Kegel Bond geen andere opties meer.
Het Kegelhuis en de Stilohal aan de Van Wevelinkshovenstraat staan al jaren op de nominatie om gesloopt te worden. De gemeente wil al heel lang woningbouw op die plek, maar heeft de locaties nog ruim een half jaar levensduur gegeven. Dit komt vooral doordat Landstede Sport van de Stilohal gebruik maakt en tot september 2021 moet wachten voordat het kan verhuizen naar de nieuw te bouwen sporthal schuin tegenover het PEC Zwolle stadion. Ook Sportacrobatiek Zwolle traint in de Stilohal.
“Officieel hebben we geen toezegging, maar we kunnen hier nu volgens mij zitten tot september 2021. Wat verder het perspectief is? Nou, op dit moment niks”, sipt Gert Bos (73) van de Zwolsche Kegel Bond. Hij vreest voor het einde van het Zwolse kegelen als er voor die tijd niet iets nieuws gevonden is.
Het wachten is nu op hoorzitting, die op 19 oktober had moeten plaats vinden maar niet doorging vanwege de coronamaatregelen. Digitaal had deze door kunnen gaan, maar daar zaten de meeste betrokkenen niet op te wachten. Toch wordt er nu een nieuwe poging ondernomen om het digitaal te houden. “De griffie gaat met de betrokkenen contact opnemen om te kijken of dit op 7 december in een digitale informatieronde kan plaatsvinden”, laat woordvoerder Sam Rademaker namens de gemeente weten.
“Alle hoop is gevestigd op onze hoorzitting”, zegt Jaap Heetebrij, de 76-jarige secretaris van de ZKB en penningmeester van de stichting Zwols Kegelhuis. Bos vraagt zich af of die nog soelaas brengt. “We zijn al zo lang bezig. De gemeente moet over de brug komen, die wil ons weg hebben hier. We blijven uiteraard hopen, maar het is een mogelijkheid dat het hier in september stopt in Zwolle.”
De stichting beheert het gebouw, waar de kegelaars al sinds 1968 zijn gevestigd. Naast de ZKB zijn er nog twee clubs aangesloten bij de stichting en daarnaast nog een aantal kleinere groepen. Bos en Heetebrij schatten in dat er elke week tussen de 100 en 125 kegelaars gebruik maken van het Kegelhuis. Het is geen schim meer van de glorietijden in de jaren tachtig en negentig, toen er meer dan 25 clubs en meer dan vierhonderd leden waren aangesloten bij de ZKB. Maar het is toch niet niks, en met kaartclubs, bridgeclubs, dartclubs en nog wat groepjes wordt er behoorlijk gebruik gemaakt van het gebouw, dat dus een sociale (wijk)functie heeft.
Hoge Laar en Marslanden
De nieuwe locaties die de afgelopen jaren werden aangedragen waren het allemaal net niet, of stuitten op weerstand bij andere partijen. Lang was het Hoge Laar in beeld. “We zouden in eerste instantie in het clubhuis van Ulu Spor kunnen, maar dat ging niet door” zegt Bos. Ook een idee van Storica om een nieuw gebouw te plaatsen waar de voetbalclub en de ZKB van gebruik zouden maken, op het Hoge Laar, ging niet door. Vervolgens kwam sportpark Marslanden in beeld.
“Daar zou de gemeente een nieuw gebouw willen neerzetten. Maar het betekende dat wij 17,250 euro per jaar zouden moeten betalen. De gemeente kon daar wel iets aan meebetalen, maar dan is het nog lang niet haalbaar voor ons”, zegt Bos.
Uitwijk naar Meppel
“We zijn ook bezig geweest met een gebouw van de duivenvereniging. Maar zij hebben dat gebouw de hele week nodig dus dat wordt niks. Maar als wij een nieuw onderkomen vinden voor de duivenvereniging zou dat wel kunnen.” Een andere hoop is dat de bowlingbanen van Urbana kunnen worden omgebouwd tot kegelbanen. Ideaal omdat er ook al een horecafunctie bij zit. “Want kegelen daar hoort wel een drankje bij”, weet Heetebrij.
“Als we hier weg moeten, gaan we naar Meppel. Dichterbij zijn geen kegelbanen”, zegt Heetebrij. “Maar dan mag je blij wezen als je nog twaalf leden overhoudt”, denkt Bos.
Twee of vier banen
Hoewel de kegelaars nu nog een behoorlijk riant onderkomen hebben met zes kunststof banen (en vier houten banen die al lang niet meer in gebruik zijn), zeggen ze toe te kunnen met vier, of zelfs twee banen. “Met een beetje passen en meten kan het op twee, maar liever vier”, zegt Bos.
Dat de kegelaars hun sport, en dat met name de gezelligheid die het met zich mee brengt, zouden gaan missen, blijkt wel uit het feit dat Bos en Heetebrij meteen afspreken om te gaan kegelen nadat zij vernemen dat de coronaregels dit weer toestaat. “We mogen weer kegelen”, zeggen ze blij. En hoewel er bij het kegelen een drankje hoort, is het feit dat dat de kantine/bar nog niet open mag, niet onoverkomelijk. “Dan moeten we zelf de versnaperingen maar meenemen.”
