Amateurvoetbalclubs in coronatijd, deel 8: CSV '28

(door Mark de Rooij)

AMATEURVOETBAL 

Uit een recent onderzoek van de Belangenorganisatie Amateurvoetbalverenigingen blijkt dat dertig procent van de clubs vreest voor het voortbestaan nu er wederom geen volledig seizoen, met kantine-inkomsten, kan worden gedraaid. De KNVB geeft aan dat bij steeds meer verenigingen de rek eruit is. Hoe groot zijn de zorgen bij de clubs in Zwolle? Na zeven delen van de serie ‘Amateurvoetbalclubs in coronatijd’ tijdens de eerste coronagolf is het nu tijd voor deel 8: CSV ‘28.

Martijn Hakstege is nog een aantal weken interim-voorzitter voordat Chris Smit voor de derde keer aan het roer komt te staan van de vereniging waar het sinds de verhuizing naar Stadshagen (2008) eigenlijk nooit rustig is geweest. De uitdagingen zijn bekend: nog te weinig binding met de wijk, moeite om voldoende vrijwilligers/bestuursleden te vinden, een groot verloop aan spelers, onenigheid over het beleid ten opzichte van de prestatieve elftallen. Het zijn de opstartproblemen waar achtereenvolgens Harry van Zwieten, Durk de Boer, Jolanda Strijk en ook Martijn Hakstege als voorzitters mee te maken hebben.

Corona zorgt ervoor dat die problemen deels naar de achtergrond verdwijnen, maar in sommige gevallen zorgt het ervoor dat ze nog hoger op de agenda komen te staan. De ‘binding met de wijk’ bijvoorbeeld is cruciaal voor de vereniging om financieel te kunnen groeien en dat is in deze tijd alleen maar urgenter geworden. “We zullen naar een iets ander verdienmodel moeten”, beseft Hakstege met de wetenschap dat er dit jaar niet meer gevoetbald wordt. “Chris is daarom druk bezig met de functionaliteit van het gebouw”, zegt hij over de nieuwe voorzitter. Die gaat ervoor zorgen dat er meer verbindingen tot stand worden gebracht zoals die tussen CSV en PhilaZon, dat al vijf dagen per week gebruik maakt van het clubhuis op sportpark De Verbinding. Naar het voorbeeld van SVI (van clubhuis naar buurthuis) wil CSV ‘28 zich wortelen in de wijk.

Op de algemene ledenvergadering van 26 oktober werd duidelijk dat de club financieel niet in de problemen komt door de nieuwe gedeeltelijke lockdown. Daar zit echter wel een voorwaarde aan. “Voor de begroting gaan we ervan uit dat er na de winterstop weer gevoetbald wordt, met publiek”, zegt Hakstege, die tegelijkertijd denkt dat er nu al sprake is van een verloren seizoen. “Wellicht kan er een halve competitie van gemaakt worden, maar ik denk dat promotie/degradatie voor selectieteams niet gaat gebeuren.”

Hoe groot zijn de financiële zorgen voor CSV ‘28?

“Het voorbestaan van de club is niet in gevaar. Financieel zingen we het echt wel even uit. We zullen iets interen op eigen vermogen, maar er is geen club die daar aan ontkomt. Onze penningmeester weet gelukkig precies wanneer welke regeling moet worden aangevraagd.”

Een zegen voor de clubs is dat de veldhuur over de eerste lockdown-periode is kwijtgescholden, maar een heet hangijzer is wat er gaat gebeuren met de periode juni-september. Komt het voor die maanden ook van uitstel tot afstel?

“Uit een voorzichtigheidsprincipe hebben we in onze begroting opgenomen dat we dat nog wel moeten betalen. Dat is wel een heel significante post voor een grote vereniging als wij, met zeven velden. Dat zou dus een meevaller kunnen zijn. Het uitblijven van kantine-inkomsten is vooral zorgelijk op de lange termijn.”

Ben je bang dat leden geen contributie meer willen betalen?

“Als je kijkt naar de leden: die wonen niet in een arme wijk. We hebben wel wat mailtjes gehad van leden die vragen of ze nog contributie terug krijgen. Dan proberen we uit te leggen dat we geen bedrijf zijn dat geld probeert te verdienen maar dat we een club ‘met z’n allen zijn’ en dat als we volgend jaar ook nog met z’n allen bij CSV willen voetballen, we niet de contributie kunnen kwijtschelden. Ik weet niet of iedereen zich daarin kan vinden, maar we hebben nog geen ander verloop gezien dan in voorgaande jaren.”

Wat doet de club om de leden bezig te houden?

“We zijn nu druk bezig om zoveel mogelijk activiteiten te organiseren. Dat is het voordeel van een grote club: je kunt onderling wat kleine competities doen. Maar op een gegeven moment is het wel op met die potjes.

Dat is best lastig in het kader van de binding met de spelers. Het zou me niks verbazen dat als we weer beginnen de eerste selectie toch iets kleiner is. Dat zijn uitdagingen die je hebt als club. We waren al druk bezig om die binding met CSV beter te krijgen en daar helpt dit natuurlijk niet bij. In die zin hakt corona er in.”

Zijn jullie sponsoren kwijt geraakt of zijn er signalen dat dit gaat gebeuren?

“Sponsoren haken nog niet gelijk af, maar door het uitblijven van wedstrijden en toernooien is het lastig om de binding vast te houden. Weg zijn de momenten waarop je bij elkaar komt, waarbij je elkaar per ongeluk tegenkomt. Die mis je. We moeten daardoor scherper zijn op de communicatie. Ik denk dat dat het grootste euvel is van de lockdown: het contact houden met. Daar is een sportvereniging bij uitstek de plek voor. Er zijn natuurlijk genoeg mensen die een sociaal leven hebben, maar er zijn ook bij wie dat afhangt van wat er hier gebeurt. Die vallen best wel in een isolement. Daar proberen we met mails en updates op de website vorm aan te geven, maar dat is wel een uitdaging.

Kijk naar het seniorenconvent; oud-leden die hier twee keer per week kwamen om de lijnen te krijten, onderhoudswerk te doen, en om koffie of een biertje met elkaar te drinken. Voor die mannen valt dat allemaal weg nu ze hier niet meer mogen komen. Dat is echt heel jammer.”