Weekblad de Swollenaer viert twintigjarig bestaan
· leestijd 2 minuten Algemeen(door Roy Visscher)
ZWOLLE - Twintig jaar de Swollenaer in één artikel samenvatten, dat kan eigenlijk niet. Hoogstens is een globaal beeld te schetsen, samen met media-adviseurs Wim Mossel en Hans Koorn en hoofdredacteur Erik-Jan Berends. Hoe kijken ze terug op die twee decennia, hoe zien ze het blad en wat heeft de toekomst in petto?
Mossel trapt af. “We wilden ruim twintig jaar geleden een blad maken met Zwols nieuws dat ook iets goeds biedt aan de ondernemers. Daarvoor moesten we de concurrentie aangaan met onder andere de ‘grote jongen’ Wegener. Als sportman heb ik geleerd te knokken en dat leverde succes op: veel winkeliers kozen voor ons als communicatiemedium, het eerste nummer was meteen veertig pagina’s dik. Een fijn begin.” In 2001 zag de wereld er natuurlijk heel anders uit. “Er was online nog weinig mogelijk. Maar dat veranderde snel. Daar speelden we op in, wat het best een roerige tijd maakte. Nu worden de artikelen op onze website elke maand ruim 50.000 keer gelezen.” Nog een verandering: “Eerst kwamen we op maandag uit, zo konden we het weekendnieuws meenemen en ondernemers acties voor de hele week plaatsen. Maar door de planningen bij de drukkerijen gingen we vorig jaar naar woensdag.”
Over de vloer
De Swollenaer wordt tegenwoordig, anders dan de naam suggereert, gemaakt vanuit Kampen. Maar dat maakt weinig uit, stelt Mossel, naast media-adviseur ook karatedocent. “Voor een advertentie hoef je niet naar Kampen te komen, Hans Koorn en ik zijn Zwollenaren en veel in de stad voor advies. En het drukproeventraject kan geheel digitaal, via e-mail. De lijnen zijn bij ons echt kort, het is in een paar dagen geregeld.” Vooral die contacten in het Zwolse zijn ook wat het werk zo leuk maakt. “Je komt overal over de vloer. Hans zegt wel eens: ‘Jij kent de ene helft van Zwolle en ik ken de andere’.” Maar vergelijk ons niet met verkopers van de Gouden Gids, zegt Koorn. “Wij zijn geen gladde jongens met zes dassen en vijf pakken die adverteerders het mes op de keel zetten. We moeten het juist ook hebben van de gunfactor.” En dus van het grote netwerk. Dat er geregeld toe leidt dat Mossel in zijn karatelessen kinderen van adverterende ondernemers tegenkomt. Wat de Swollenaer nu betekent voor Zwolle? “Qua commercie een mooie verbinding tussen het MKB – en ook overheden – en de lezers. Qua redactie een prettige mix van nieuws, cultuur en uitgaan in ‘Rondje Swolle’. En natuurlijk achterin sport. Veel Zwolse sporters beginnen daar. Zij lezen de krant als het ware van achter naar voren”, aldus de media-adviseurs.
Objectiviteit
En dan Erik-Jan Berends, nu de enige redacteur in vaste dienst voor de Swollenaer. Hij hecht aan journalistieke principes. "Mijn collega's van onze andere kranten bij BrugMedia zijn ook journalistiek opgeleid. Het is mooi dat onze uitgever goede nieuwsvoorziening nog van belang vindt. Alle artikelen worden voor publicatie goed nagelezen en indien nodig bewerkt. Goede leesbaarheid en objectiviteit vinden we belangrijk.” Daarnaast wil de Swollenaer echt een blad voor en door de Zwollenaren zijn. "Zij kunnen daarom zelf artikelen uploaden via de site en ook met hun tips zijn we blij. Wie ik wel even expliciet wil noemen: onze sportverslaggever Mark de Rooij, Peter de Jong van ‘Rondje Swolle' (met columnist Papje) en fotograaf Pedro Sluiter. Zij leveren al jaren een bijdrage aan ons succes. Al mag je de drie andere freelance correspondenten zeker niet vergeten.”
Goed bezig
De Swollenaer viert zijn jubileum uitgerekend in coronatijd. Bij een huis-aan-huisblad zal dat er vast inhakken. “Ja, veruit de meeste interviews vinden nu telefonisch plaats. Ik mis het op pad zijn. En natuurlijk is de Swollenaer nu dunner en verschijnt die momenteel tweewekelijks, omdat ook ondernemers het zwaarder hebben.” Maar Berends hoeft zich zeker niet te vervelen. “Ik heb genoeg te doen. Als redacteur houd je tevens de website en social media bij en doe je ook de opmaak. Zorgen over de toekomst? Nee. Huis-aan-huiskranten met goed geschreven artikelen voorzien in een grote behoefte, zeker omdat lang niet iedereen een betaald abonnement op een krant heeft. Ik denk dat de Swollenaer in twintig jaar in Zwolle een stevige positie heeft opgebouwd.”
