Faisel El Atiaoui keert na vier seizoenen SVI terug bij Dieze West op het Hoge Laar.
Faisel El Atiaoui keert na vier seizoenen SVI terug bij Dieze West op het Hoge Laar. Foto: Pedro Sluiter

Door zware knieblessure is Faisel El Atiaoui nu dankbaar voor wat hij wél kan

· leestijd 2 minuten Sport

(door Mark de Rooij)

AMATEURVOETBAL

Faisel El Atiaoui gaat ongetwijfeld de nodige doelpunten maken voor Dieze West in de komende jaren, maar weet ook dat hij met zijn vertrek bij SVI afscheid neemt van een niveau waarop hij waarschijnlijk nooit meer terugkeert. Het zij zo: zijn werk is nu belangrijker dan het voetbal en een zware knieblessure deed hem leren relativeren.

Het is 16 juni 2019 en op het veld van VSCO ‘61 in Oosterwolde vieren spelers, staf en supporters van SVI de historische promotie naar de eerste klasse. Opmerkelijk is het tafereel net naast de hossende menigte. Trainer Joram Hendriks staat met een arm om de nek van Faisel El Atiaoui, praat op hem in. Het is even nodig na een wissel waar de aanvaller flink van baalt, maar de kou is gauw uit de lucht. Dankzij de uitleg heeft Faisel begrip voor de tactische keuze van Hendriks. Het is tekenend voor de volwassenheid van de speler en voor de band die Hendriks met zijn spelers heeft. “Faisel begrijpt dat ook volkomen. Gewoon een geweldige voetballer, en een geweldige gozer”, sprak Hendriks destijds.

Het zijn de laatste ‘beelden van de velden’ die we van El Atiaoui hebben gezien. Zijn mooie bijdrage aan de opmars van SVI ten spijt, hij speelt geen minuut met de ploeg in de eerste klasse. Een week voor de competitiestart slaat het noodlot toe als hij zich in een zaalvoetbalwedstrijd verstapt en zijn voorste kruisband scheurt. Het is een lastige periode die hierop volgt, maar ook één die hem nuttige levenslessen verschaft. De voetballer doorgaat een spoedcursus relativeren.

“Het heeft mijn ogen ook wel geopend. Ik ben nu helemaal hersteld en kan weer voetballen. Als je om je heen kijkt, zijn er ook mensen die dat allemaal niet kunnen. Je leert kijken naar wat je wel kunt in plaats van wat je niet kunt. Je bent dankbaar voor wat je hebt.”

November 2020, een jaar na zijn operatie, is hij klaar om weer volledig mee te trainen als een nieuwe lockdown trainen in groepsverband verbiedt. Een situatie waarin zijn pas vergaarde relativeringsvermogen goed van pas komt.

“Het is niet anders. Je kunt wel hoog en laag springen, maar dit is de situatie die we nu hebben. We moeten er het beste van maken, gewoon een beetje luisteren, aan de regels houden...ja toch?”, zegt El Atiaoui, gezeten op het terras naast het clubhuis van Dieze West. Het is een logische plek voor het interview omdat interviewer en geïnterviewde vlakbij het Hoge Laar wonen, maar El Atiaoui is en voelt zich nog speler van SVI.

Tactisch enorm gegroeid

El Atiaoui leerde veel van de twee seizoenen met Dieze West in de hoofdklasse, met name van broer Nejim, maar is bij SVI vooral tactisch enorm gegroeid. “Ik deed alles op gevoel. Nog steeds wel veel, maar ik heb Joram wel enorm bedankt voor de afgelopen jaren want tactisch ben ik er enorm op vooruit gegaan”, zegt El Atiaoui, die ook de kwaliteiten van Hendriks op het mentale vlak prijst. “Ik voelde veel vertrouwen van hem. Dat was wel erg lekker.”

Dat hij nu afscheid neemt van SVI is voor hem een puur noodzakelijke keuze, ingegeven door zijn werksituatie. “Een moeilijke keuze. Je gaat wel van de eerste klasse, een hele mooie competitie, in een keer naar de vierde klasse. Dat is wel balen, maar ik kies nu voor de toekomst, en dat is werk. Ik heb nu een goede baan (bij Abott, net zoals zijn broer Nejim en veel andere Dieze West-spelers, MdR).

Ik blijf zaalvoetballen, dat is nog wel op een mooi niveau (eerste divisie, MdR). Dat valt wél te combineren met het werk. Ik kan SVI niet beloven dat ik ‘s zaterdags niet hoef te werken.”

Thuiskomen

Terugkomen bij Dieze West voelt als thuiskomen, ondanks dat hij er maar twee seizoenen speelde. “Toen ik bij CSV speelde was ik hier al elke zondag, trainde soms zelfs mee. Die jongens ken ik al m’n hele leven, het bestuur ken ik”, zegt El Atiaoui, die beducht is voor de hoge verwachtingen en gemakzucht op het Hoge Laar. “Je kunt wel de spelers hebben, maar het moet nog wel een team worden. We moeten kampioen worden, maar ik ga niet zeggen van ‘twee vingers in de neus’. We moeten er echt wel voor werken.”