De stolpersteine van de familie De Leeuw.
De stolpersteine van de familie De Leeuw. Foto: Hans Smit

Stichting Zwolse Stolpersteine onthult weer serie kleine gedenkstenen in binnenstad

· leestijd 2 minuten Algemeen

ZWOLLE - Stichting Zwolse Stolpersteine heeft afgelopen vrijdag negentien nieuwe Stolpersteine onthuld. De stenen hebben allemaal een eigen verhaal.

(door Anneke van der Wurff)

Vanaf 1996 legt de Duitse kunstenaar Gunter Demnig in Europa Stolpersteine, kleine monumenten van individuele herdenking. Stichting Zwolse Stolpersteine heeft als doel gesteld om ruim 450 Stolpersteine te plaatsen ter herinnering aan de weggevoerde en omgekomen Joodse Zwollenaren. Met de negentien nieuwe kleine monumenten staat de teller inmiddels op 374.

Vrijdag werden Stolpersteine onthuld voor de Melkmarkt 42, Diezerstraat 90, Diezerstraat 56, Ossenmarkt 9b en de voormalige Voorstraat 24 (nu recht tegenover de Voorstraat 11). Achter alle gedenkstenen zit een eigen verhaal.

Familie De Leeuw

Zoals bij Diezerstraat 90, waar de familie De Leeuw woonachtig was: vader Levie, moeder Aaltje Regina, de zonen Mozes en Meijer Levie en schoondochter Dina Bettie. Als de oorlog uitbreekt heeft instrumentmaker Levie de Leeuw al bijna 20 jaar een muziekhandel in Zwolle. Hij verkoopt en repareert muziekinstrumenten en handelt in bladmuziek, grammofoons en dergelijke artikelen. Zijn beide zoons werken in de muziekzaak, Meijer Levie als kantoorbediende, Mozes als vennoot. Het is niet bekend of zijn vrouw Aaltje Regina Koopman ook in de zaak werkt. De Zwolse Aaltje en inmiddels stadgenoot Levie trouwen in februari 1914. Zij zijn dan respectievelijk 20 en bijna 24 jaar. Anderhalf jaar later (op 3 augustus 1915) wordt zoon Mozes geboren en weer vier jaar later (op 22 december 1919) zoon Meijer Levie.

De eigen zaak wordt in februari 1921 geopend aan het Diezerplein 39. In de jaren erna verhuizen gezin en winkel naar de Melkmarkt 3 (1922), Voorstraat 8 (1928), Diezerstraat 81 (1931) en uiteindelijk, in 1937, naar Diezerstraat 90. Zoon Mozes wordt op 1 januari 1940 vennoot van de firma L. de Leeuw en Zonen. Lang bekleedt hij deze positie niet, want begin 1942 wordt de zaak onteigend en door een (Nederlandse) zaakwaarnemer in enkele maanden richting liquidatie geleid. Het gezin moet op 14 juli 1942 elders gaan wonen. Ze vinden onderdak bij familie in de

Nieuwstraat 57. Diezelfde maand trouwt de 22-jarige Meijer Levie met de 25-jarige Dina Bettie Jacobs, dienstmeisje van beroep. Ook zij wonen noodgedwongen aan de Nieuwstraat 57.

Meijer Levie geeft geen gehoor aan de oproep om op 1 september 1942 op het station te verschijnen voor transport naar een werkkamp nabij Heerenveen, waardoor hem arrestatie boven het hoofd hangt. In de nacht van 12 op 13 januari 1943 wordt hij samen met zijn vrouw Dina Bettie in Assen gearresteerd en vandaar worden de twee op transport gesteld naar Westerbork. Tien dagen later gaat het jonge echtpaar op transport naar Auschwitz, waar Dina direct na aankomst is vermoord, 25 jaar oud. Meijer Levie wordt geselecteerd voor het werkkamp waar hij het werk een maand volhoudt. In een van de zeldzaam bewaarde Sterbebücher van Auschwitz wordt zijn overlijden op 25 februari 1943 genoteerd; in zijn later opgemaakte overlijdensakte staat 31 januari 1943. Hij werd 23 jaar oud. Het is aannemelijk dat ook de oudste zoon, Mozes, is opgeroepen voor een werkkamp en dat hij wel is gegaan. Hij wordt tussen 3 en 5 oktober 1942, waarschijnlijk dus vanuit een werkkamp, naar Westerbork gebracht. Hij ontsnapt daar na een paar dagen (op 8 oktober), maar wordt bijna drie maanden later (op 15 januari 1943) opgepakt in Amsterdam. Hij wordt naar de SD overgebracht en in kamp Vught geplaatst. Eind maart 1943 gaat hij als strafgeval naar Westerbork. Drie maanden later wordt hij op transport gesteld naar Sobibor, waar hij wordt vermoord, bijna 28 jaar oud.

Vader Levie en moeder Aaltje zijn niet van huis gehaald bij de grote deportaties van begin oktober en half november 1942. Half oktober 1942 wordt Levie gezocht op verdenking van onderduik. Waarschijnlijk wordt Levie in de onderduik gearresteerd, want op 26 november 1942 komt hij samen met Aaltje aan in Westerbork. Zij worden op 8 december 1942 op transport gesteld naar Auschwitz. Daar overlijden zij kort na aankomst, 52 en 49 jaar oud.

Vrijwel het gehele gezin heeft geprobeerd aan deportatie te ontsnappen. Onderduiken of niet verschijnen na een oproep om je te melden voor een werkkamp of ontsnappen uit kamp Westerbork - zij hebben op zijn minst dát gedaan. Zij gaven zich niet zomaar gewonnen.

Afbeelding

Gerard Meijeringh