Trainer Johnny Jansen:
Trainer Johnny Jansen: "Het was een puike teamprestatie." Archieffoto: Hans Smit

PEC Zwolle laat zich uiteindelijk van beste kant zien

· leestijd 2 minuten Sport

PEC ZWOLLE – De laatste vijf duels gewonnen of de punten gedeeld. Inmiddels plek acht en in het bezit van een comfortabel aantal van 26 punten. PEC Zwolle triomfeerde zondagmiddag in Rotterdam over Sparta met 0-2. Bewonderingswaardig, maar soms ook met beven en bibbers. “Dit is echt een geweldige teamprestatie”, glunderde trainer Johnny Jansen. 

(door Erik Riemens)

Ook Niek Fichtinger had genoten. “De eerste helft waren we steeds net wat te laat in de duels. Daardoor speelden zij er gemakkelijk doorheen. Na rust gingen we wat meer man op man spelen, in plaats van in de zone en stonden we wat compacter. En toen we de tweede treffer maakten, was het wel zo’n beetje gespeeld”, aldus de 19-jarige middenvelder, die zijn tweede volle negentig minuten maakte, na zijn basisdebuut onlangs tegen AZ.

Wereldwonder

Dat PEC Zwolle zondag voor rust geen tegentreffer incasseerde, was al een meevaller van jewelste. Maar dat het tegen Sparta ook nog met een voorsprong de kleedkamer opzocht, dat was een soort van achtste wereldwonder. En dat wonder droeg in de eerste helft het shirt met nummer één erop: Jasper Schendelaar. De Zwolse keeper had de juiste reflexen in huis op inzetten van Koki Saito, Charles-Andreas Brym en Shunsuke Mito en redde op alle inzetten van dichtbij, schoten van wat verderaf en voorzetten uit corners. Het was overigens de vijfde keer deze competitie dat Schendelaar de nul hield.

Dat PEC Zwolle zo onder druk stond, had vooral te maken met de bewegelijkheid van de Spartaanse voorhoede. Eerder speelden de Rotterdammers met Tobias Lauritsen voorop. De boomlange spits fungeert dan als waardevolle kapstok, maar is als echte nummer negen ook wat aan de statische kant. De Noorse spits kwam terug van een blessure en begon tegen PEC op de bank.
Brym was nu de nummer negen, maar kwam veel in de bal. Daardoor kwam er ruimte vrij in het centrum, waar veelvuldig Spartanen in opdoken. PEC kwam zo met regelmaat in ondertal met alle gevolgen van dien.

Beter in positie

“Ze speelden inderdaad heel veel tussen de linies door en met de backs hoog. Je zag dat er in ons team twijfel ontstond. Moeten we doorstappen of niet? In de tweede helft vond ik dat we meer in de wedstrijd kwamen. Ik wil niet zeggen dat we het toen onder controle hadden, maar we stonden beter in positie en we gaven eigenlijk niet zoveel weg. En anders was Jasper er altijd nog. Die heeft ons gered, al blijf ik het een puike prestatie van het team, wissels en de staf vinden”, vatte Jansen vol trots samen.

De Zwolse voorsprong was net zo onverwachts als welkom. Thomas Lam kwam opzetten en werd vervolgens fraai bediend door Davy van den Berg. Met het hoofd zette de centrale verdediger na zo’n 25 minuten de 0-1 op het scorebord. Zo haalde PEC de rust. Opgelucht en wel.
Na de pauze voetbalde PEC Zwolle zich naar wat meer en bovenal naar de wat betere kansen. Bram van Polen moest er al snel af vanwege een blessure, Kaj de Rooij verving hem en debuteerde voor PEC. Eliano Reijnders en Fichtinger hadden PEC op 0-2 kunnen brengen en De Rooij kwam net niet goed uit met zijn passen, maar de tweede Zwolse treffer kwam er alsnog.

Moed en moraal

Uiteindelijk was Davy van den Berg de maker. Hij reageerde het meest attent in de vijf meter en scoorde zo de 0-2. Er waren toen nog twintig minuten te spelen, tijd genoeg voor Sparta zou je denken, maar het verloor meer en meer de moed en de moraal. Het probeerde met wissels, onder wie Lauritsen nog wel wat te forceren, maar in tegenstelling tot de eerste 75 minuten, bleef PEC eenvoudig overeind tot het eindsignaal.

IJsselderby

En dat met Fichtinger op het veld, die volop genoot. “Ik speelde tegen Twente in de tweede wedstrijd, daarna een poosje niet. Mijn concurrenten deden het goed en omdat ik minuten moest maken heb ik wat wedstrijden gespeeld bij de O21. Door goed te trainen en door blessures kreeg ik een kans. Nu speel ik, pakken we punten en mag ik blijven staan. Het is een droom die uitkomt. Ik kijk echt zo uit naar de IJsselderby volgende week.”