Afbeelding
Rijksmuseum Amsterdam

Alet Boukes: 'Willem Bartjens verdient eerbetoon in de stad'

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Erik-Jan Berends)

ZWOLLE – Alet Boukes, zoals ze zelf schrijft ‘oud raadslid, oud stadsdichter, maar bovenal betrokken burger van deze oude, vitale stad’ heeft onlangs een open brief naar de Zwolse gemeenteraad gestuurd om aandacht te vragen voor het feit dat het op 23 oktober precies vierhonderd jaar is geleden dat schoolmeester Willem Bartjens en zijn vrouw het Zwolse burgerrecht verkregen.

Bartjens (Amsterdam 1569 - Zwolle 1638) was vanaf 1591 schoolhoofd in Amsterdam. Op 7 maart 1618 werd hij door de magistraat van Zwolle aangesteld als meester van de Franse school. Hij kreeg vrije inwoning in het Rijke Fraterhuis (nu Praubstraat 14) dat sinds 1592 dienst deed als school en schoolmeesterswoning. Het is niet bekend waarom het Zwolse stadsbestuur juist Bartjens benaderde voor de post van schoolhoofd.

“De ervaren schoolmeester dankt zijn faam aan het rekenboek Cyfferinghe, waarvan de eerste druk verscheen in 1604”, aldus Boukes. “Omstreeks 1610 schreef de grote dichter Joost van den Vondel al een lofzang op hem. Tussen 1633 en 1637 verscheen in twee delen een vernieuwde editie van het rekenboek. Hierin was een portret van Bartjens opgenomen dat Vondel van een aantal lovende dichtregels voorzag. Dit rekenboek werd later talloze malen herdrukt en later herzien. Het werd nog tot in de negentiende eeuw gebruikt.”

Ze vervolgt: “In Zwolle schreef Bartjens een nieuwe versie van zijn rekenboek. Van de eerste versie verschenen geregeld herdrukken met medeweten van de schrijver; daarnaast kwamen er incidenteel minderwaardige herdrukken uit, waaraan Bartjens zich bijzonder ergerde. Om aan deze praktijken een einde te maken besloot hij zijn rekenboek te herzien en aan de overheid te vragen nadruk hiervan te beletten. In 1636 verscheen in Zwolle de Vernieuwde Cyfferinge, gedrukt door Bartjens zoon Geraert. In 1637 verscheen een tweede deel, van grotere omvang, met als titel Het Tweede deel de Cyfferinge, handelend van verscheyde Regulen der Rekenkonst, alle kooplieden noodich te weten. Dit tweede deel heeft lang niet het succes gekend dat het eerste ten deel is gevallen hoewel het ook tal van keren is herdrukt.”

In de Vernieuwde Cyfferinge staan diverse opgaven die zijn ontleend aan situaties uit het dagelijkse leven van Zwolle en omgeving. Een voorbeeld: 'Een Mastebroecker heeft 3 dochteren, die sent hy Zwol ter merckt, elck met een onge-seyde verscheyde menichte Entvogels, belast hen dat sy niet meer als 9 stuckx voor gull. sullen verkopen, ende even veel gelds sullen ontfangen: De vrage is hoeveel Vogels elck ghe-hadt heeft, ende hoeveel geldts hem 't huys gebrocht word? Antw: 30, 56, 82 elck 12 ggull.'.

Boukes: “Ook staan in dit rekenboek tal van sommen die betrekking hebben op de handel van zogenaamde factoors. Dat waren kooplui die in Zwolle een zeer winstgevende handel in koloniale waren bedreven. Na zijn dood slaagde het stadsbestuur er niet in een goede opvolger te vinden. Er is nooit een monument voor Bartjens opgericht; toch bleef zijn naam eeuwenlang voortleven. Zijn rekenmethode bleek pedagogisch gezien zo voortreffelijk te zijn, dat zij tot in de negentiende eeuw op Nederlandse scholen werd gebruikt.”

In Zwolle bestond vroeger de Bartjensschool aan de Assendorperstraat. Nu rest in Zwolle alleen nog de Bartjensstraat in Assendorp. Tot 2014 werd Bartjens in Zwolle nog geëerd met het Groot Bartjens Rekendictee. “Het lijkt erop dat Zwolle nu wat betreft Bartjens bijna ‘uitgerekend’ is. Het betreft hier een bijzondere burger, wiens verdienste nog nagalmt in een zegswijze in onze taal met de uitdrukking ‘volgens Bartjens’ om aan te geven dat iets ‘zo nauwkeurig mogelijk’ is berekend. Naar mijn idee niet iets om zomaar aan je voorbij te laten gaan als trotse stad, dacht ik. Eens te meer omdat de Zwolse magistraat (met uw voorgangers, dus) ook nog zaken deed met deze bijzondere burger”, schrijft Boukes.

Boukes in haar open brief: “Bent u het met mij eens dat meester Willem Bartjens het verdient om in onze stad blijvend geëerd te worden? Zo ja, bent u dan bereid om te komen met een idee hoe dit zou kunnen gebeuren? Ik wil u hierbij alvast de suggestie geven om de busbrug achter het station de naam Bartjensbrug te geven. De plaatsing van deze fly- over was uiterst nauwkeurig werk en er zal dus het nodige rekenwerk aan vooraf zijn gegaan. Verder zou het wellicht niet verkeerd zijn om meester Bartjens in de binnenstad met een standbeeld te eren. Dan hebben de stadsgidsen er ook weer een mooi verhaal bij om aan de bezoekers van de binnenstad te vertellen.”

De Zwolse heeft voor haar onderzoek Wieiswiein Overijssel en Ewoud Sanders- eponiemenwoordenboek als bronnen gebruikt.