Handje van kind om vinger van ouder.
Handje van kind om vinger van ouder. Anna Shvets via Pexels

Adoptie: ‘Het is jouw kind niet, jij bent de verzorger’

· leestijd 1 minuut Algemeen Ingezonden

Zwolle – “Adoptie gaat alleen over de adoptieouders, het kind wordt vergeten”, zegt adoptiecoach en geadopteerde Soorien Zeldenrust. Deze maand is het Adoption Awareness Month. Een belangrijke maand voor Soorien Zeldenrust, maar een doodnormale maand voor Rosa Bouw.

ANNO is een museum voor en door Zwollenaren. In de expositie over vrijheid, scheef Soorien haar verhaal over adoptie. “Het wordt ons door de maatschappij opgelegd dat we dankbaar horen te zijn want we zijn ‘gered’ door onze adoptieouders”, zegt Soorien. Volgens haar is er vaak geen ruimte voor de geadopteerde om aan te geven dat het bijvoorbeeld worstelt met een stuk rouw. Soorien is deskundig op het gebied van adoptie en daarnaast ook zelf geadopteerd.

Soorien laat weten dat ze geen voorstander is van adoptie. “Het is zowel voor de biologische moeder als voor het kind een verlies.” Volgens Soorien moeten ouders eerst hun eigen trauma’s verwerken, bijvoorbeeld dat ze nooit kinderen zullen kunnen krijgen. Als dat niet lukt, dan zijn er verwachtingen die het adoptiekind nooit waar kan maken. “De wens voor een kind is gewoon niet vervangbaar, en dat is de biologische ouder dus ook niet”, benadrukt Soorien. “Het is echt belangrijk dat adoptieouders snappen dat het niet hun kind is. Misschien wel op papier, maar het kind zal altijd een zielsverbinding houden met de biologische moeder.”

Rosa is net als Soorien geadopteerd, toch ervaart zij dit anders. “Ik ben er eigenlijk helemaal niet mee bezig”, verteld ze. “Mijn biologische ouders ken ik niet, dat zijn vreemde voor mij”, zegt Rosa. Ze is ervan overtuigd dat er thuis wel ruimte zou zijn geweest voor haar als ze moeite had gehad met haar adoptie. “Mijn ouders hebben Colombia erg in ons leven betrokken”, vertelt ze. Volgens Soorien is het ook erg belangrijk dat het kind spreekruimte krijgt.

Soorien geeft aan dat de GGD meer voor geadopteerde kinderen zou kunnen betekenen. “Ik zou het heel mooi vinden als je op je twaalfde, zestiende en achttiende nog een keer naar de GGD gaat.” Ze denkt dat dit haar had kunnen helpen.

Ook op school vindt Soorien dat er meer aandacht voor geadopteerde kinderen moet zijn.  “Mijn beste vriendinnen op de basisschool geloofden eerst niet dat ik geadopteerd was, omdat ze vonden dat ik op mijn vader leek”, verteld Rosa. Verder heeft ze er op school niet veel van gemerkt. “Het is voor iedereen ook weer anders”, zegt Rosa. “Al heb je maar één geadopteerd kind op je school zitten, dan vind ik alsnog dat die leraar er veel over hoort te weten”, zegt Soorien. “Ik heb dat altijd gemist in mijn schooltijd.” Op de vraag hoe de schade voor adoptiekinderen te beperken zou kunnen zijn antwoord Soorien: “Niet het kind afstaan, dat is een.”