Loes van de Stadsgracht
Loes van de Stadsgracht

Bijenkorf

· leestijd 1 minuut Column

Ja, het zegt iets over mijn leeftijd, maar ik kan het me nog herinneren: de opening van magazijn de Bijenkorf in Eindhoven. De toenmalige burgemeester Witte knipte op 18 maart 1969 het lint door en daarmee was de vierde vestiging van het prestigieuze warenhuis een feit.

In drommen stroomde het publiek toe, op zoek naar exclusieve mode of hebbedingetjes. De Bijenkorf is een icoon in het Eindhovense stadsbeeld. De groene gevelbekleding is nog steeds een eyecatcher en komt ongetwijfeld uit de hoge hoed van de Italiaanse architect Gio Ponti die samen met de Maastrichtse architect Th. Boosten was aangetrokken om de winkel met een oppervlakte van 10.400 m2 te ontwerpen. 

Kosten noch moeite werden gespaard om het warenhuis ook aan de binnenkant een eigen ‘smoel’ te geven. Interieur- en ontwerpbureau Harold Barnett uit Parijs werd aangetrokken om samen met de eigen afdeling inrichting te geven aan het concept: een goede en aantrekkelijke presentatie van de verkoopartikelen gestalte te geven. In plaats van het verkooppraatje van het personeel moest juist deze presentatie klanten overhalen artikelen te kopen. Ik ben best wel een fanatiek Bijenkorfbezoeker- en koper. 

Inmiddels is er veel veranderd. De drie dolle dwaze dagen die de Bijenkorf introduceerde zijn niet meer. De modeafdeling heeft zich net als de rest van de winkel afgesplitst in units waarin merken zich presenteren. Het zijn vooral luxe en dus ook prijzige artikelen die nu deel uitmaken van het winkelassortiment. Internet is een grote concurrent geworden van veel winkels en dus ook van het luxe warenhuis dat in 1870 als eerste in Amsterdam werd gelanceerd. En nu lees ik dat de Canadese eigenaar zou zijn uitgekeken op deze winkelketen. Het zal toch niet zo zijn dat na V&D, nu ook de Bijenkorf op de schop gaat? 

Ik hoop dat een ander concept, minder peperdure luxe artikelen en een meer betaalbaar trendy en exclusief assortiment het tij doet keren. Leegstand hebben we genoeg. Daar moet echt een stop op komen.