Loes Gunnewijk, bondscoach van het Nederlandse vrouwenwielrennen.
Loes Gunnewijk, bondscoach van het Nederlandse vrouwenwielrennen. Orange Pictures

‘Het blijft bijzonder, terwijl het voor de buitenwereld steeds normaler wordt’

· leestijd 3 minuten Sport

(door Mark de Rooij)

WIELRENNEN

Nederland is de te kloppen ploeg in de wegwedstrijd voor vrouwen op de Olympische Spelen en de Zwolse Anna van der Breggen, geboren in Hasselt, is één van de grote kanshebbers voor het goud. Bondscoach Loes Gunnewijk heeft echter meerdere ijzers in het vuur en het is de vraag hoe ze die gaat inzetten. Een gesprek met Gunnewijk, voormalig inwoner van Zwolle, over een bijzondere lichting rensters, jezelf wegcijferen voor het team en over een Spelen zonder publiek.

Het is een jaar later dan oorspronkelijk gepland, maar de Olympische Spelen staan nu toch echt op het punt van beginnen. Voor de wielrenners is het meteen volle bak in de eerste week. Zondag 25 juli, twee dagen na de openingsceremonie, is de wegwedstrijd voor vrouwen en drie dagen later de tijdrit. Beide races eindigen zo rond half elf ‘s ochtends Nederlandse tijd.

Dat we te maken krijgen met een evenement dat qua entourage in uiterst beperkte vorm wordt gehouden is inmiddels duidelijk. Op 8 juli maakte het organisatiecomité bekend dat er geen toeschouwers worden toegelaten nadat in maart al een streep was gegaan door de aanwezigheid van buitenlandse supporters.

“We mogen blij zijn dat de Spelen doorgaan, maar je hebt te maken met strenge Covid 19-maatregelen”, beseft Gunnewijk. “Die omstandigheden maken het bijzonder. En bijzonder is inderdaad positief gesteld ja (lacht). Je kunt dan maar beter omdenken. Go with the flow. Anders heb je alleen jezelf ermee. Je kunt er beter voor zorgen dat je energie overhoudt om daar te kunnen presteren.”

Droomscenario

Ja, zo’n finale als onlangs in La Course, daar zou Gunnewijk natuurlijk voor tekenen. Anna van der Breggen die de sprint aantrekt en Demi Vollering die het afmaakt op de meet. En dan heeft de Oranje equipe ook nog veelwinnaars Annemiek van Vleuten en Marianne Vos die voor goud kunnen en willen gaan in Tokyo. Het is een inmiddels overbekend luxeprobleem voor Gunnewijk, die zelf in London, 2012, onderdeel uitmaakte van de selectie die goud veroverde met Vos.

De inmiddels veertigjarige Gunnewijk, gestopt met wielrennen in 2015, weet echter ook hoe het is om buiten de boot te vallen.

“Je maakt mensen blij en je moet mensen teleurstellen. Dat laatste is nooit leuk, maar dat hoort erbij. Voor Nederland is het al bijna een overwinning als je in het team zit. Ik weet ook hoe het voelt om buitenboord te vallen. Dat is pijnlijk, maar dat is onderdeel van de sport. Je kunt er lang of kort over praten, maar dat verandert niets.”

Favorietenrol

Waar Gunnewijk, bondscoach sinds 1 januari 2019, inmiddels ook overbekend mee is, is de favorietenrol voor Nederland. De ogen in de koers zijn, zoals op elk groot kampioenschap de laatste jaren, gericht op de vrouwen in het oranje. “Dat is niet altijd makkelijk en soms is het ook frustrerend. Want als wij niets doen, gebeurt er ook niets. Maar het is dus een bekend gegeven. En ik hou er ook meer van om uit te gaan van eigen kracht”, zegt Gunnewijk, die spreekt van een heel bijzondere lichting renners.

“In het verleden hadden we misschien één of twee renners die konden winnen, maar nu hebben we een heel team. En dan heb je nog een reservebank waar je u tegen zegt. We moeten het niet normaal gaan vinden dat we zoveel winnen. Wij doen er alles aan, maar de concurrentie zit ook niet stil. Het is extra knap dat die meiden het keer op keer doen. Dat blijft heel bijzonder, terwijl het voor de buitenwereld eigenlijk steeds normaler wordt.”

Teambelang

Een andere grote uitdaging voor Gunnewijk is de gouden missie in goede banen leiden met vier vrouwen die voor goud kunnen en willen gaan. Van der Breggen wil haar carrière natuurlijk dolgraag bekronen met nog een gouden medaille, maar wat als de wedstrijd vraagt dat ze zich opoffert voor het team?

“Anna is een fantastische renner en ook een fantastische teamplayer. Je maakt afspraken vantevoren en die probeer je zo goed mogelijk na te komen. Je moet jezelf soms wegcijferen. Elke renner wil ook dat de kans op goud zo groot mogelijk is. Je rijdt niet voor een bronzen plak als het team goud kan halen”, stelt Gunnewijk. 

Kun je er dan van uitgaan dat alle renners in Tokyo het teambelang boven het individuele belang plaatsen? “Ik wil het omdraaien. Ons doel is goud. Daar doen we alles voor. We hebben vier kaarten die we kunnen spelen en dat maakt het voor de concurrentie heel lastig”, aldus Gunnewijk. 

Ze antwoordt resoluut op de vraag of wielrennen een teamsport of een individuele sport is. “Teamsport. Je staat niet samen op dat podium, zoals bij estafettezwemmen, hockey of voetbal, maar je hebt elkaar net zo megahard nodig. Je moet over individuele kwaliteiten beschikken, maar samen kun je meer dan in je eentje.”