Afbeelding
Foto: Eigen foto

Column Van de tribune: Stiltecoupé

· leestijd 1 minuut Sport

De liefde voor PEC Zwolle zit bij mij diep. Maar de liefde voor het gezin staat altijd op één. Dus ging de verjaardag van mijn schoonzoon voor. Net voor de aftrap zaterdag in Leeuwarden nam de jongste kleinzoon met glimmende rode konen plaats op mijn knie en begonnen we aan een houten puzzeltje. 

Net toen hij een zebra in het vakje probeerde te wurmen bromde mijn telefoon. Even later het zelfde getril in mijn broekzak toen de mollige vingertjes een deel van een aap probeerden te laten passen. Bij de wisseling van de volgende puzzel zag ik nogal wat appjes van zoonlief. Een tinteling van ongeloof en vreugde trok door mijn ruggengraat. Schoonzoon lachte na mijn trotse melding en nodigde me uit om volgend seizoen naar een wedstrijd van ADO tegen PEC te gaan. Met een grimas begonnen de kleine en ik een brandweerauto in elkaar te leggen. In de trein naar huis dankte ik de huidige techniek. In de intercity richting Leeuwarden keek ik in een stiltecoupé met een mondkapje voor naar het restant van de wedstrijd. Inmiddels was het 2-4, werd het snel 3-4 en denderde de trein door de avond.

Zelden heb ik het zo benauwd gehad toen er nog tien minuten blessuretijd werden toegevoegd aan deze krankzinnige pot voetbal. De stiltecoupé was net zo beklemmend als het mondkapje voor neus en mond. Soms veerde ik op, stootte mijn knie aan het tafeltje en keek ik in fronsende gezichten van mijn medereizigers. Het eindsignaal was in alle opzichten een verlossing en mijn mondkapje bolde tot een ballon toen ik mijn laatste zucht slaakte. Iemand vroeg of ik wilde gaan zitten en zwijgen. Het was tenslotte een stiltecoupé. Ik knikte en voelde mijn hartslag tekeer gaan. Nog steeds is PEC Zwolle dit jaar ongeslagen. Tien punten uit vier wedstrijden. Dat had niemand durven dromen bij de jaarwisseling. Voor een paar uur waren we af van de rode lantaren.

We tellen nog steeds mee in de eredivisie. Wat me nog meer bevalt, is de manier waarop we voetballen. Het angsthazenvoetbal is veranderd in een spel voor jonge honden. Als terriërs jagen onze spelers op de vijand. Soms nog wat onbeholpen, dan weer effectief. Een groot compliment aan de trainer die dit voor elkaar heeft gebokst. Zondag mogen we weer met z’n allen het stadion in. Een verademing na twee jaar corona en de stiltecoupé van zaterdagavond.

Anton Cramer