Afbeelding
Foto: Gerard Meijeringh

Van de tribune: Toon ballen

· leestijd 1 minuut Algemeen

Volgens de kenners zit PEC Zwolle nu in een fase van de competitie dat er makkelijker punten kunnen worden gepakt. En dat gebeurt dan ook braaf. Vorige week verraste het team in Rotterdam tegen Excelsior en vrijdag werd er voor het eerst in de geschiedenis een punt meegenomen uit de Arnhemse Gelredome.

Ik verbaas me iedere keer eer hoe de chauvinisme kraan na een overwinning bij de supporters wordt opengedraaid. Dan lijkt PEC in de commentaren welhaast op een onverslaanbaar team dat met twee vingers in de neus de tegenpartij te kijk zet. De realiteit is dat de mooiste club van de wereld niet de beste club is. Dat maakt mij en velen met mij geen bal uit.

Vier punten uit de laatste twee potjes is voor PEC een prima resultaat. In de tussenbalans staan we dan ook op plaats negen van de ranglijst met 11 punten uit 10 wedstrijden. Natuurlijk hadden we meer punten moeten hebben. PEC doet uiteindelijk wat we mogen verwachten.

Er zijn wedstrijden waarin we aardig voetbal laten zien. Alleen houden we dat geen negentig minuten vol. Zoals vrijdag toen we tegen de verhouding in lang de dans leidden met 0-1. De jongens vochten met leeuwenmoed, werkten hard, maar liepen te ver naar achter. Op zo’n moment verwacht je ‘iets’ van een trainer die slechts met z’n handen in zijn zakken langs de lijn staat.

Een uitgelezen kans daarop bood een blessurebehandeling diep in tweede helft. Rond de trainer verzamelden zich spelers. Dan verwacht je ‘iets’. ‘Iets’ in de vorm van een plan. 

Dat ‘iets’ verwacht ik van een trainer, bijvoorbeeld een paar verse krachten. Na de hervatting veranderde er helemaal niets. Geen wisselspelers in het veld en de ploeg bleef met de rug tegen de muur en het mes op de keel. We hadden geluk dat de Arnhemmers al die kansen om zeep hielpen.

Zes minuten voor tijd kwam eindelijk verse kracht nummer 1. Vijf minuten later 1-1 op het scorebord. De teleurstelling was groot, de frustratie over de coaching immens.

Het verdiende punt bood enigszins troost. Niet de trainer die een verslaggever liet optekenen dat zijn spelers hebben gefaald. Ik heb hem vaker betrapt op dit soort uitspraken. 

Van dit soort streken houd ik niet. Hij is verantwoordelijk voor tactiek en strijdwijze. Als je dat niet kunt bijstellen, faal je als trainer. Laat je op de juiste wijze gelden Jansen en toon ballen.

Gerard Meijeringh