Paul Gellings met 'De basspeler', een kunstwerk gemaakt door zijn grootvader Karl Gellings. Dit werk is ook gebruikt voor de cover van zijn roman. Daarnaast staat een tabakspot, ook gemaakt door zijn grootvader.
Paul Gellings met 'De basspeler', een kunstwerk gemaakt door zijn grootvader Karl Gellings. Dit werk is ook gebruikt voor de cover van zijn roman. Daarnaast staat een tabakspot, ook gemaakt door zijn grootvader. Foto: Pedro Sluiter

Paul Gellings smeedt fantasie en feiten aaneen in het boek dat hij altijd al wilde schrijven

· leestijd 3 minuten Algemeen

(door Joop de Haan)

ZWOLLE - Waar siersmid Karl Gellings in de vorige eeuw in Rotterdam smeedde met metaal, doet zijn kleinzoon Paul Gellings dat in Zwolle met woorden. In zijn roman ‘Het smeedwerk van herinnering’ heeft hij de herinneringen aan zijn grootvader en heimwee naar een verdwenen tijd sierlijk aaneengeklonken. “Dit is het gedroomde boek dat ik altijd al wilde schrijven”, zegt hij.

In het tv-programma ‘Tussen kunst en kitsch’ wordt soms werk van kunstsmid Karl Gellings (1892 – 1959) op waarde geschat. De telefoon van Paul Gellings begint dan te piepen door de berichtjes van familie en vrienden die hem daarop attenderen.

Lamp

Hij bezit zelf kunstwerken van zijn grootvader. In zijn woonkamer en werkkamer staan beelden van zijn grootvader Karl, er hangt een enorme, door opa Karl gesmede lamp boven de eettafel. Wie zelf smeedwerk van Karl Gellings wil zien, kan naar Rotterdam. “De spuitkronen in de Rotterdamse Hofpleinvijver heeft hij gemaakt. En de koperen zon op het Oogziekenhuis van Rotterdam.”

Het leven van Karl Gellings leent zich uitstekend voor een boek. Hij werd gevormd door de twee wereldoorlogen. “Hij was Duits soldaat in de Eerste Wereldoorlog, hij is daarna vijf jaar krijgsgevangen geweest in Frankrijk. Toen hij vrij kwam, had hij genoeg van Duitsland en Europa en wilde naar Amerika. Maar hij strandde in Rotterdam. Mijn grootvader moest werken om de overtocht te betalen. In die tijd kwam hij mijn oma tegen. Hij trouwde en werd genaturaliseerd tot Nederlander.”

Oorlog

“Door de Tweede Wereldoorlog werd hij weer door de geschiedenis ingehaald toen zijn oud-landgenoten Rotterdam bombardeerden. En na de oorlog nog een keer in positieve zin, om mee te helpen de stad weer op te bouwen met zijn smeedwerk.”

Gellings liep ruim tien jaar rond met het idee om het verhaal van zijn Rotterdamse familie en vooral van zijn grootvader Karl te verwerken in een roman. “Het begon zo ergens rond 2008 te ontkiemen. Toen heb ik ook de eerste aantekeningen gemaakt. Maar het stokte al snel. Het is ook zo’n enorm verhaal, over enerzijds mijn grootvader en anderzijds mijn kindertijd in Rotterdam. Ik wist niet goed waar ik moest beginnen.”

Monument

“Ik had de drang om het verhaal te schrijven, om een soort van monument op te richten voor mijn opa. Ik vond hem een fascinerende man. Ik heb hem maar kort gekend, hij overleed toen ik zes was. Maar ik bewaar dierbare herinneringen aan hem.”

Toch bleef het bij het maken aantekeningen, korte aanzetten tot hoofdstukken. “Het lukte niet omdat de drang nog niet sterk genoeg was. Ik vond het zonde om ongeïnspireerd aan het werk te gaan. Er moest nog een vonk uit het verleden overspringen en een innerlijke noodzaak aanwakkeren.”

Vonk

Gellings wist op 1 januari 2019 dat hij met het verhaal aan de gang zou gaan. “In mijn dagboek staat ‘Het is begonnen’. De vonk die het aanstak, was het overlijden van mijn ouders; mijn moeder in 2014 en mijn vader en 2018. Zo had ik vrij spel om dingen in het boek te zetten. Mijn moeder zei vaak: ‘Dit komt niet in een boek, denk erom!’. Maar na de dood van mijn ouders voelde ik me vrijer om over de familiegeschiedenis te schrijven. Ik ben er omzichtig mee omgegaan. Ik heb de namen van de mensen die nog leven veranderd om ze niet voor het hoofd te stoten.”

Het resultaat is de meest omvangrijke roman uit zijn oeuvre. Het verhaal voltrekt zich van 1749 met de geboorte van Theodorus Gellings in Nordrhein-Westfalen tot mei 2020 wanneer Paul Gellings in zijn werkkamer staat te kijken naar het portret van zijn opa Karl.

Fantasieën

Dát het een roman is, staat vermeld op de voorkant. Ook al beschrijft Gellings echte personen. “Het is een autobiografische roman, de personages zijn niet fictief. Ik heb hun portretten alleen niet op een realistische manier geschilderd, maar impressionistisch, of expressionistisch. Ik beschrijf ook gevoelens van mijn grootvader en van anderen. Dat zijn ook fantasieën. Ik heb dat verhaal echt gesmeed. Je kunt als je kiest voor een bepaalde inkleuring accenten aanbrengen waarmee je misschien een grotere waarheid bereikt dan wanneer je iets natuurgetrouw of realistisch beschrijft.”

Wat Gellings heeft verzonnen, is op basis van documentatie. “De gebeurtenissen in de roman heb ik zo min mogelijk gestuurd. Wat ik schrijf over de krijgsgevangenschap van opa Karl, de fronten en de bombardementen op Rotterdam is wel accuraat. Maar de manier waarop ik mijn grootvader daar tussendoor laat lopen is dat niet, dat is verzonnen.”

Gellings noemt ‘Het smeedwerk van herinnering’ “het gedroomde boek dat ik altijd al wilde schrijven.” “Ik wilde al die mensen die ik onderweg in het leven ben kwijtgeraakt aan de dood nog een keer tot leven wekken. Om ze nog een keer goed te laten zien in het besef ze uit de wereld zijn. Ik protesteer daar op poëtische manier tegen door hen allemaal nog een keer op te roepen.”

Karl Gellings met een door hem gemaakt beeld van Don Quichot. Het beeld staat in de werkkamer van zijn kleinzoon Paul Gellings.